Analoge Uitgang - Endress+Hauser RIA250 Manual De Instrucciones

5.3 Analoge uitgang

De navolgende posities zijn alleen beschikbaar wanneer het
instrument met de optie analoge uitgang is uitgevoerd.
Instelling schaalverdeling analoge uitgang:
Voor de schaalinstelling van de analoge uitgang worden de
instellingen van de bargraph (
overgenomen. Zo is de bargraph tevens een kwalitatieve
indicatie voor de signaaluitslag.
Voor een invertering van het uitgangssignaal moet voor
de hogere waarde worden ingevoerd.
Parameter
* Uitgangsbereik
Keuze voor stroom- en
spanningsuitgang met
opgave van de 0%- en
100%-waarden
* Gedrag in geval van
storing
Definitie van het
uitgangssignaal in geval
van storing. Dit zijn
bijvoorbeeld kabelbreuk of
een interne fout in het
instrument.
* Simulatie
Spanning/stroom
Afhankelijk of er stroom-
of spanningsingang is
ingesteld worden een
serie waarden
beschikbaar gesteld die
op de uitgang actief zijn.
Wanneer deze positie wordt verlaten, wordt automatisch overgegaan
OFF
naar .
BG LO BG HI
) en (
Instelmogelijkheden
RANG
4-20 mA, 0-20 mA, 0-10 V
FAIL
HOLD
Uitsturen laatste
geldige meetwaarde
MIN
Uitsturing 0%-waarde,
bij 4-20 mA: 3,6 mA
MAX
Uitsturing 100%-waar-
de, bij 4-20 mA: 21 mA
SIMU
OFF
Simulatie is uitge-
schakeld, de met de
meetwaarde proportio-
nele uitgang is actief.
Spanningsuitgang:
0,0V 5,0V, 10,0V
, , ,
Stroomuitgang:
0,0MA 3,6MA 4,0MA
, , ,
10,0MA 12,0MA 20,0MA
, ,
21,0MA
Procesaanwijsinstrument
)
BG LO
Default-
instelling
4-20
HOLD
OFF
,
OUTPT
Momentele
instelling
171