VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Hoewel de machine voldoet aan de veiligheidseisen van de referentienormen (elektrisch, mechanisch, sanitair), kan het
gevaarlijk zijn als:
-
Het wordt voor andere doeleinden en onder andere omstandigheden gebruikt dan door de fabrikant zijn verstrekt. De
-
Er is geknoeid met de beveiliging.
-
Er wordt niet voldaan aan de eisen voor: installatie - inbedrijfstelling - gebruik - onderhoud.
AANDACHT
Om gevaarlijke situaties en/of mogelijk lichamelijk letsel door elektrische stroom, mechanische
onderdelen, brand of hygiënische aard te voorkomen, moeten de volgende veiligheidsinstructies in
acht worden genomen.
A - HOUD JE WERKPLEK OP ORDE. draagt rommelhet risico
op een ongeval.
B - EVALUATIE VAN OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN.
Gebruik het apparaat niet in een vochtige, natte of slecht verlichte omgeving, in de buurt van brandbare vloeistoffen of
gassen.
C - UIT DE BUURT HOUDEN VAN KINDEREN EN NIET-WERKNEMERS. Laat ze
niet in de buurt van de machine of het werkgebied komen.
D - GEBRUIK DE MACHINE BINNEN DE TYPISCHE PRESTATIEGRENZEN EN VOOR TOEGESTAAN GEBRUIK. Zonder
overbelasting, zal het beter en veiliger
werken. E - GESCHIKTE KLEDING.
Draag geen losse kleding of accessoires die verstrikt kunnen raken in bewegende delen. Gebruik antislipschoenen. Gebruik
om hygiënische en veiligheidsredenen het juiste net als je lang haar hebt en handschoenen als je handen hebt.
F - BESCHERM HET NETSNOER. Trek niet aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te halen; Stel de kabel niet
bloot aan hoge temperaturen, contact met scherpe randen, water of oplosmiddelen. G - VERMIJD ONGEZEKERDE
POSITIES. Zoek naar de meest geschikte positie om te allen tijde het evenwicht te bewaren.
H - GEEF ALTIJD DE GROOTSTE AANDACHT.
Let op je werk. Bedien de machine niet wanneer u afgeleid bent. I -
EXTERIEURVERLENGINGEN. Mag niet worden gebruikt.
L - MACHINE DRAAIT ONBEHEERD. Mag niet verlaten worden. M - HAAL DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT.
Aan het einde van elk gebruik, vóór reiniging, onderhoud of transport van de machine.
CONTROLEER OF DE MACHINE NIET BESCHADIGD IS.
Controleer voor het gebruik van de machine de effectiviteit van de veiligheidsinrichtingen.
Zorg ervoor dat er geen belemmerde bewegende onderdelen zijn, dat er geen beschadigde onderdelen zijn, dat alle
onderdelen correct zijn gemonteerd en dat alle omstandigheden die de goede werking van de machine kunnen
beïnvloeden, optimaal zijn.
O - LAAT DE MACHINE REPAREREN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel met originele reserveonderdelen. het niet
naleven hiervanVoorschriften kunnen een risico vormen voor de gebruiker. P - LABELS ZIJN
ONGEVALLENPREVENTIELABELS, dus ze moeten altijd leesbaar zijn. Als ze beschadigd en onleesbaar zijn, moeten ze worden
vervangen.
3