NEDERLANDS
@ Wanneer er geen passages zijn die kunnen worden geselekteerd in het
blanko gedeelte van kant A (kant B) dient u de laatste passage van kant
A (kant B) te wissen,
het blanko
gedeelte
te vergroten,
en een
beschikbare passage in het nieuwe blanko gedeelte aan te wijzen.
Op dit moment
worden
de passages
die zijn gewist van
kant A
automatisch op kant B gezet.
Wanneer er geen passages zijn die kunnen worden geselekteerd ook al
is de laatste passage van kant A (kant B) gewist, blijft de instelling
dezeifde zelfs als het wissen is uitgesteld.
Voorbeeld van passages die niet in de blanko gedeeltes zijn geptaatst
Wanneer
passages
niet in de blanko gedeeltes zijn
AT 24 [SS
7 Wore oie
ingevoerd | Voor het
selekteren
Kant A
geplaatst zoals in het schema rechts wordt getoond,
wordt de laatste passage (passage 3 in het voorbeeld)
gewist en vervangen door een passage van kant B.
(3)
Koppelfunktie (LINK)
De koppeifunktie biedt u het gemak om een aantal disks achter elkaar op te
kunnen maken.
De koppelbewerking wordt gebruikt volgens de specifikatie van de lengte
van de band van de tijdopmaakfunktie en voor het eind van de weergave.
@ Wanneer u de koppeltoets (LINK) indrukt begint de aanduiding
te
knipperen.
@ De speler stopt automatisch nadat de passages zijn weergegeven. De
blanko tijd van de band wordt op dit moment
aangegeven.
@® Druk de open/sluittoets (4 OPEN/CLOSE) van de diskhouder in en
verwissel de disk.
@ Als u de tijdopmaaktoets (TIME EDIT) indrukt kunt u opmaken door
gebruik te maken van de blanko tijd van de band in stap @.
OPMERKING:
e
De koppelbewerking wordt geannuleerd door de stoptoets ( HI
STOP). De bewerking wordt ook geannuleerd als de diskhouder
tijidens weergave wordt geopend.
Wanneer niet werd opgemaakt tot aan kant B met de tijdop-
maakfunktie (bijv. alleen voor een gedeelte van kant A) wordt
het opmaken uitgevoerd binnen de blanko tijd van kant A en de
blanko tijd van kant B.
Wanneer het opmaken werd uitgevoerd tot aan kant B met de
tijidopmaakfunktie wordt de blanko tijd van kant B gebruikt voor
het opmaken.
®
Geleidelijk laten wegsterven of
opkomen
van
het geluid op de
Gewenste plaats .......... cc cccesesseneeernnseeeesenees
Vervagingsfunktie
(alleen analoge uitgang)
(1)
Geleidelijk laten wegsterven en opkomen van het geluid is mogelijk
op de gewenste positie tiidens weergave
@ Geleidelijk laten wegsterven van het geluid
Wanneer u de vervagingstoets (FADER) indrukt tiidens weergave sterft
het geluid geleidelijk weg in ongeveer 5 sekonden. De aanduiding(**°F)
licht op tijdens de bewerking en ( @
) begint te knipperen. Wanneer
het geluid volledig is weggevallen wordt de speler automatisch in de
pauzestand geschakeld.
@ Geleidelijk laten opkomen van het geluid
Wanneer u de vervagingstoets (FADER) indrukt vanuit de pauzestand
start de speler de weergave waarna het geluid in ongeveer 3 sekonden
geleidelijk opkomt. De aanduiding (*4°£)licht op tijdens de bewerking
en ( «@ ) begint te knipperen.
(2)
Van te voren instellen van de tijd voor het geleidelijk laten wegvailen
van het geluid (TIME FADE)
@ Wanneer u de vervagingstoets (FADER) indrukt in de stopstand licht de
vervagingsindikator C£A°£) op, de tijd (TIME) wordt aangegeven in de
vorm van —M—S, waarna de speler wacht tot de tijd voor wegsterven
van het geluid wordt ingevoerd.
@ Kies de tijd waarin het geluid geleidelijk moet wegsterven met de
nummertoetsen
(0~9).
Kant B
De tijdvervagingsfunktie
wordt
buiten. werking
gesteld
als de
automatische
opsporing of handopsporing wordt uitgevoerd tij-
dens weergave.
®@
Opsporen van het piekniveau
van de disk .......
OPMERKING:
De piekopsporingsfunktie leest het niveau van de disk vanaf het
begin van de disk tot het eind af met vaste tussenpozen en heeft
betrekking
op de
maximumwaarde
die als de
piek werd
afgelezen.
Piekopsporing kost om deze reden wat meer tijd.
Het piekgedeelte kan iedere keer dat de disk wordt afgelezen
veranderen en er kunnen kleine verschillen voorkomen in het
feitelijke piekniveau, maar aangezien dit verschil iedere keer zo
klein is zal het geen negatief effekt hebben op de instelling van
het opnameniveau.
De tijdvervagingsfunktie wordt uitgeschakeld wanneer piekop-
sporing wordt uitgevoerd. Voor gebruik van de tijdvervagings-
funktie,
de stopstand
instellen
en daarna
de funktie weer
inschakelen.
Toetsen
anders
dan de open/sluittoets
(&
OPEN/CLOSE),
weergavetoets ( > PLAY), pauzetoets ( If PAUSE), en stoptoets
( Hi STOP) werken niet tijdens piekopsporing of herhalingsweer-
gave van het piekgedeelte.
57