Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
NL
Nr.
Onderdeel
9
Versnellingsbak-bypass
10
Sensor grasopvangbak
11
Hendel voor leging opvangbak
12
Grasopvangbak
13
Bestuurdersstoel
■
met armleuningen*
14
Leging opvangbak elektrisch*
15
Vergrendelingshendel voor rempe-
daal
16
Cruise control-hendel*
* Uitvoering varieert en is afhankelijk van het mo-
del
2.6
Bedieningselementen
Hierna worden de bedieningselementen van de
gazontrekker met achteruitworp beschreven. Let
erop dat u de beschrijving leest die bij uw gazont-
rekker hoort.
2.6.1
Standaard dashboard (02)
Hieronder worden de elementen van het stan-
daard instrumentenpaneel toegelicht.
Regeling van het motortoerental
OPMERKING Houd er rekening mee dat de
bediening van de regelaar in rijmodus de snel-
heid beïnvloedt!
Bij regelaar met geïntegreerde choke:
Door het verplaatsen van de regelaar (02/2)
wordt het motortoerental verhoogd en verlaagd.
In de bovenste stand wordt de choke ingescha-
keld.
Choke inschakelen: schuif de regelaar
helemaal naar boven tot aan het choke-
symbool. Gebruik deze stand uitsluitend
om de motor te starten.
Let op: Sommige trekkervarianten zijn uit-
gerust met een aparte choke-knop (02/1)
op het dashboard. Deze moet dan bijko-
mend worden uitgetrokken om de trekker
te starten. Schuif de knop langzaam weer
terug wanneer de motor draait!
Maaien: in deze stand draait de motor
met het maximale toerental.
Stationair bedrijf: in deze stand draait de
motor met het laagste toerental.
50
Contactslot (02/4)
Stand
Werking
0
Motor uit.
De contactsleutel kan worden uitge-
trokken.
I
Koplampen aan.
Nadat de motor is gestart, worden in
deze stand de koplampen ingescha-
keld.
II
Bedrijfsstand wanneer de motor
draait.
III
Startstand om de motor te starten.
Laat de sleutel los, zodra de motor
draait. Deze springt dan terug naar
bedrijfsstand II.
2.6.2
Bediening van de versnellingsbak
(rijsnelheid) (03)
De gazontrekkers zijn uitgevoerd met een hy-
drostaat (pedaalbediening).
Sommige modellen zijn uitgevoerd met cruise
control.
Om vooruit en achteruit te rijden, zijn aan de
rechterkant twee aparte pedalen aangebracht.
Rijrich-
Beschrijving
ting
Vooruit
Gebruik het rechterpedaal (03/2)
om vooruit te rijden.
Achteruit
Gebruik het linkerpedaal (03/1) om
achteruit te rijden.
Let op: Wanneer alleen het pedaal
om achteruit te rijden wordt ge-
bruikt, wordt het maaiwerk uitge-
schakeld.
Maaien tijdens het achteruitrijden:
zie Hoofdstuk 6.6 "Maaien met de
gazontrekker", pagina 57.
2.6.3
Rempedaal (04)
■
Rem: Wanneer u het rempedaal (04/1) hele-
maal indrukt, wordt de rem op de versnel-
lingsbak in werking gesteld, de trekker remt
af.
■
Handrem: Wanneer u met ingedrukt rempe-
daal (04/1) de vergrendelingshendel (04/2)
naar boven trekt, wordt de rem vergrendeld.
Door het rempedaal opnieuw in te drukken,
wordt de rem losgelaten.
Productomschrijving
493723_b
Publicidad
