Descargar Imprimir esta página

Scheppach PMT520 Traduccion Del Manual De Instrucciones Originale página 139

Dispositivo multifunción de gasolina

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 147
• Laat de beide ontgrendelhendels los, totdat deze in
de tanden vastgrijpen.
• Controleer voor de ingebruikname of de ontgren-
delhendels correct zijn vastgeklikt.
Let op!
De meskop met de snij-inrichting (19) mag niet vol-
ledig naar achteren, parallel tot aan de draagarm
van de heggenschaar (17) worden gezwenkt! Werk
in geen geval met deze instelling! Deze positie dient
alleen als transportstand.
Olie de mesbladen en hoekafstelling voor aanvang
van de werkzaamheden altijd in met milieuvriendelij-
ke smeerolie. Smeer ook tijdens de werkzaamheden
de messen regelmatig met olie in.
Let op!
Uitsluitend bij uitgeschakelde motor voorzien van
olie!
Let op!
Een onjuist gebruik en misbruik kan de heggenschaar
beschadigen en ernstig letsel door wegslingerende
delen veroorzaken.
Om het gevaar op ongevallen door de heggenschaar
te vermijden, dient u de volgende punten in acht te
nemen:
• Snoei nooit struiken of houtblokken met meer dan
2cm diameter.
• Vermijd het contact met metalen delen, stenen enz.
• Controleer de heggenschaar regelmatig op be-
schadigingen. Beschadigde heggenschaar nooit
blijven gebruiken.
• Bij een merkbaar bot worden van de heggenschaar
moet deze volgens de voorschriften door een ge-
kwalificeerde technicien worden geslepen. Bij
merkbaar onbalans moet de heggenschaar worden
vervangen.
11.3 Werken met de boomzaag (21)
11.3.1 Automatische smering van de zaagketting
- Fijnafstelling (afb. 10).
Vul de olietank (23) (zie 8.4.3)!
Met de regelschroef kunt u de oliehoeveelheid redu-
ceren of verhogen.
• Rechtsom - oliehoeveelheid verkleinen (-)
• Linksom - Oliehoeveelheid verhogen (+)
11.3.2 Controle van de automatische smering van
de zaagketting
• Controleer altijd of het automatische oliesysteem
correct werkt.
• Zorg ervoor dat de olietank (23) altijd gevuld is.
• Tijdens het zagen moeten het zaagblad (26) en de
zaagketting (25) altijd voldoende geolied zijn om
wrijving met het zaagblad (26) te verminderen.
• Het zaagblad (26) en de zaagketting (25) mogen
niet drooglopen. Als droog of met te weinig olie
wordt gezaagd, neemt de zaagcapaciteit af, de le-
vensduur van het zaagblad (26) wordt verkort, de
zaagketting (25) wordt snel stomp en het zaagblad
(26) slijt snel als gevolg van oververhitting. Te wei-
nig olie is te herkennen aan rookontwikkeling of
verkleuring van het zaagblad (26) of de zaagketting
(25).
• Om de smering van de zaagketting van de boom-
zaag te controleren, houdt u de deze met de zaag-
ketting (25) boven een vel papier en geeft u enkele
seconden vol gas.
• Nu kunt u op het papier de desbetreffende ingestel-
de oliehoeveelheid controleren. Er moet altijd een
geringe hoeveelheid olie van de zaagketting (25)
afspatten. Na enkele seconden moet een licht olie-
spoor zichtbaar zijn.
11.3.3 Voorzorgsmaatregelen bij het zagen
Ga nooit onder een te zagen tak staan!
Er bestaat dan groot gevaar dat de tak onverwacht
op u valt. In het algemeen is het raadzaam om de
boomzaag (21) in een hoek van 60° en opzichte van
de tak te houden.
Houd het apparaat met beide handen goed vast tij-
dens het snoeiwerk en zorg ervoor dat u stevig staat
en een goed werkhouding aanneemt.
• Probeert nooit om het apparaat met één hand te
gebruiken. Als u de controle over het gereedschap
verliest, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg
hebben. Werk nooit vanaf een ladder, een boomtak
of andere onstabiele ondergrond.
• Zaag dikke takken niet in een keer, maar altijd in
meerdere stappen.
• Plaats de zaagketting (25) tegen de tak om te za-
gen.
• Oefen lichte druk uit om het apparaat te geleiden,
zonder echter de motor over te belasten.
Maak vóór het snoeien het werkgebied vrij van takken
en struikgewas die in de weg zitten. Zorg vervolgens
voor een uitwijkplaats, op afstand van de plek waar
de gezaagde takken vallen, en verwijder daar even-
tuele obstakels.
Houd het werkgebied schoon en haal de gesnoeide
takken direct weg. Let op uw standplaats, de wind-
richting en de mogelijke valrichting van de takken.
Houd er rekening mee dat afgevallen takken terug
kunnen veren. Plaats alle andere gereedschappen
en apparatuur op een veilige afstand van de te zagen
takken, maar niet op de plek die bestemd is om uit te
wijken.
www.scheppach.com
NL | 139

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

5904821915