Goed om te weten
De messenslijper kan worden gebruikt
voor alle messen, ongeacht de
staalkwaliteit.
De messenslijper heeft drie
verschillende sporen voor grof (1),
medium (2) of fijn (3) slijpen. Om een
reeds scherp mes te onderhouden, is
fijn slijpen voldoende (spoor 3), maar
als het mes bot is en weer scherp
gemaakt moet worden, adviseren wij je
alle drie de stappen uit te voeren.
Zo gebruik je de messenslijper
Open de deksel door de vergrendeling
aan de onderkant van de messenslijper
in te drukken. Vul de bak met water.
Er moet water in de houder zitten
wanneer de messenslijper wordt
gebruikt. Het water is nodig om het
lemmet te koelen, maar zorgt ook
dat het mes makkelijker door de sleuf
glijdt. Begin met het plaatsen van het
mes in de eerste sleuf en trek het mes
voorzichtig heen en weer. Oefen niet
te veel druk op het mes uit omdat
dat het slijpwiel kan beschadigen.
Verplaats het mes naar de tweede sleuf
en herhaal de procedure. Plaats het
mes ten slotte in de derde sleuf om de
egge af te werken. Trek het mes ca.
15-20 keer door elke sleuf. In hoeverre
het mes geslepen moet worden, hangt
af van het materiaal en van de staat
waarin het verkeert. Als het mes nog
niet scherp genoeg is, begin dan weer
met het eerste slijpwieltje en herhaal
de drie stappen.
Reinig de messenslijper door hem
onder water af te spoelen. Wanneer het
mes is geslepen, moet het voor gebruik
worden afgewassen.
10