Masimo RD rainbow 4 Instrucciones De Uso página 32

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 23
RD rainbow 4λ
SpO
-wegwerpsensoren
2
Uitsluitend voor gebruik bij één patiënt
Voordat u deze sensor gebruikt, moet u eerst de gebruikershandleiding bij het apparaat en deze gebruiksaanwijzing lezen en begrijpen.
INDICATIES
De RD rainbow™ 4λ-wegwerpsensoren zijn bedoeld voor de continue, niet-invasieve bewaking van de functionele
zuurstofverzadiging van arteriële hemoglobine (SpO
baby's en pasgeborenen in situaties met en zonder beweging en voor patiënten met goede of slechte doorbloeding in
ziekenhuizen, medische instellingen, mobiel en thuis.
CONTRA-INDICATIES
RD rainbow 4λ-wegwerpsensoren hebben een contra-indicatie voor patiënten die allergisch zijn voor kleefband.
BESCHRIJVING
De sensoren van de RD rainbow 4λ-serie zijn uitsluitend bestemd voor gebruik met apparaten met Masimo SET-oximetrie of
apparaten die zijn goedgekeurd voor gebruik met sensoren van de RD rainbow 4λ-serie. Neem contact op met de fabrikant
van het apparaat over de compatibiliteit van een bepaald apparaat of sensormodel. Iedere apparaatfabrikant moet zelf
bepalen of de eigen apparaten compatibel zijn met de verschillende sensormodellen.
WAARSCHUWING: Masimo-sensoren en -kabels zijn ontworpen voor gebruik met apparaten met Masimo® SET- of Masimo
rainbow SET®-oximetrie of apparaten die in licentie zijn gegeven voor gebruik met Masimo-sensoren.
OPMERKING: Deze sensor kan alle parameters lezen, maar wordt beperkt door de parameters op het instrument.
WAARSCHUWINGEN
• Voordat klinische beslissingen worden genomen, moeten diagnostische laboratoriumonderzoeken van bloedmonsters
worden uitgevoerd om een volledig beeld te krijgen van de toestand van de patiënt.
• Alle sensoren en kabels zijn bestemd voor gebruik met specifieke monitoren. Controleer vóór gebruik de compatibiliteit
van de monitor, de kabel en de sensor, omdat incompatibiliteit tot slechte prestaties en/of letsel van de patiënt kan leiden.
• De sensor mag geen zichtbare gebreken, verkleuringen of beschadigingen vertonen. Als de sensor is verkleurd of beschadigd,
mag u deze niet langer gebruiken. Gebruik nooit een beschadigde sensor of een sensor met blootliggende elektrische bedrading.
• Gebruik de sensor niet tijdens een MRI-scan of in een omgeving waarin een MRI-apparaat staat.
• De plek moet frequent of conform het klinisch protocol worden gecontroleerd. Let hierbij op goed kleven, een goede
bloedsomloop, een goede huidconditie en een goede optische uitlijning.
• Wees voorzichtig bij patiënten met een slecht doorbloede huid; er kan huiderosie en druknecrose ontstaan als de sensor
niet vaak genoeg wordt verplaatst. Controleer de plek bij slecht doorbloede patiënten minstens één keer per uur en
verwijder de sensor als er tekenen optreden van weefselischemie.
• Als een sensor te strak is aangebracht of zich strakker vastzet door oedeem, zijn de metingen onjuist en kan druknecrose
worden veroorzaakt.
• De doorbloeding op de sensorplaats moet regelmatig worden gecontroleerd.
• Bij een slechte doorbloeding moet de sensorplek dikwijls worden gecontroleerd op tekenen van weefselischemie, die
druknecrose kan veroorzaken.
• Gebruik geen tape om de sensor op de plek te bevestigen; dit kan de bloedsomloop beperken en aanleiding geven tot
onjuiste afleeswaarden. Het gebruik van extra kleefband kan huidbeschadiging en/of druknecrose veroorzaken of de sensor
beschadigen.
• Een hoge zuurstofconcentratie kan bij premature baby's aanleg tot retinopathie veroorzaken. Daarom moet de bovenste
alarmgrens voor de zuurstofverzadiging zorgvuldig gekozen worden volgens de aanvaarde klinische normen.
• Onjuist aangebrachte sensoren of gedeeltelijk loslatende sensoren kunnen onjuiste metingen veroorzaken.
• Het gebruik van een verkeerd sensormodel kan onjuiste meetwaarden of het uitblijven van meetwaarden veroorzaken.
• Onnauwkeurige metingen kunnen worden veroorzaakt door waarden met een betrouwbaarheidsindicator met een zwak
signaal.
• Intravasculaire kleurstoffen, zoals indocyaninegroen of methyleenblauw, of extern aangebrachte kleurstof en textuur (zoals
nagellak, glitter, enzovoort) kunnen leiden tot onnauwkeurige of geen metingen.
• Onnauwkeurige metingen kunnen worden veroorzaakt door moedervlekken, tatoeages of huidverkleuringen onder
de sensor, vocht op de huid, misvormde vingers, niet goed op elkaar afgestemde straler en detector van de sensor,
elektromagnetische interferentie van andere sensoren op de patiënt en voorwerpen die de lichtstraal blokkeren.
• Plaats de sensor niet op een vinger of teen waar een arteriële katheter of bloeddrukmanchet op is aangebracht.
• Positioneer de kabel en patiëntenkabel voorzichtig om te voorkomen dat de patiënt verstrikt of beklemd raakt.
• Aderverstopping kan een te lage afleeswaarde van de eigenlijke arteriële zuurstofverzadiging veroorzaken. Daarom
dient men te zorgen voor de juiste veneuze stroming in de bewaakte locatie. De sensor mag zich niet lager dan het hart
bevinden (zoals op de hand van een patiënt wiens arm over de bedrand hangt, Trendelenburg-positie).
• Onnauwkeurige SpO
• Bij gebruik van pulsoximetrie tijdens bestraling van het gehele lichaam moet de sensor buiten het stralingsveld worden
gehouden. Als de sensor aan de straling wordt blootgesteld, kan de uitlezing tijdens de actieve bestralingsperiode foutief
zijn of uitblijven.
All manuals and user guides at all-guides.com
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
LATEX
PCX-2108A
02/13
-metingen kunnen worden veroorzaakt door abnormale veneuze pulsatie of aderverstopping.
2
Bij de productie is geen latex van natuurrubber gebruikt
) en de hartfrequentie voor gebruik bij volwassenen, kinderen,
2
32
nl
Niet-steriel
10571B-eIFU-0620

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido