Installatie; Voorbereiding Voor Installatie In Het Cv-Toestel; Elektrische Aansluiting; Aansluiting Bus-Verbinding En Temperatuursensor (Laagspanningszijde) - Bosch MS 100 Manual De Instalación Para El Técnico

Ocultar thumbs Ver también para MS 100:
Tabla de contenido

Publicidad

Installatie

3
Installatie
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan
kan een elektrische schok veroorzaken.
▶ Voor de installatie van dit product: warmteproducent en
alle andere BUS-deelnemers over alle polen losmaken van
de netspanning.
▶ Voor de inbedrijfname : breng de afdekking aan ( afb. 17
aan het einde van het document).
3.1

Voorbereiding voor installatie in het cv-toestel

▶ Met behulp van de installatie-instructie van de warmtebron
controleren, of deze de mogelijkheid biedt, een module
(bijvoorbeeld MS 100) in de warmtebron te installeren.
▶ Wanneer de module zonder rail in de warmtebron kan wor-
den geïnstalleerd, wordt de module voorbereid
( afbeeldingen 5 en 6 aan het einde van het document).
3.2
Installatie
▶ Installeer de module zoals aan het einde van het document
weergegeven op een wand ( afb. 7 tot afb. 8), op een rail
( afb. 9), in een module of in de warmtebron.
▶ Bij de installatie van de module in een warmtebron de hand-
leiding van de warmtebron aanhouden.
▶ Verwijder de module van de rail ( afb. 10 aan het einde
van het document).
3.3

Elektrische aansluiting

▶ Gebruik rekening houdend met de geldende voorschriften
voor de aansluiting minimaal elektrische kabel model H05 VV.
3.3.1 Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
▶ Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de
aansluiting van de BUS-deelnemers gebruiken.
▶ Schakel BUS-deelnemers [B] zoals aan het einde van het
document getoond via kabeldoos [A] in ster ( afb. 15)
of via BUS-deelnemers met 2 BUS-aansluitingen in serie.
Wanneer de maximale totale lengte van de BUS-verbindingen
tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of in het BUS-
systeem een ringstructuur bestaat, is de inbedrijfstelling van de
installatie niet mogelijk.
122
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
100 m met 0,50 mm
2
300 m met 1,50 mm
▶ Installeer alle laagspanningskabels van netspanning gelei-
dende kabels afzonderlijk (minimale afstand 100 mm) om
inductieve beïnvloeding te vermijden.
▶ Voer bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fo-
tovoltaïsche installaties) de kabel afgeschermd uit (bijvoor-
beeld LiYCY) en aard de afscherming eenzijdig. Sluit de
afscherming niet op de aansluitklem voor de randaarde in
de module aan maar op de huisaarde, bijvoorbeeld vrije af-
leiderklem of waterleiding.
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende gelei-
derdiameters:
2
Tot 20 m: 0,75 mm
tot 1,50 mm
20 m tot 100 m: 1,50 mm
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en
conform de aansluitschema's.
3.3.2 Aansluiting voedingsspanning pomp en menger
(netspanningszijde)
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhankelijk van
de geïnstalleerde installatie. De aan het einde van het docu-
ment in afbeeldingen 11 t/m 14 getoonde beschrijving is een
voorstel voor de procedure van de elektrische aansluiting.
De handelingsstappen zijn deels niet zwart weergegeven.
Daarmee kan gemakkelijker worden herkend, welke hande-
lingsstappen bij elkaar horen.
▶ Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
▶ Let erop dat de fasen van de netaansluiting correct worden
geïnstalleerd. Netaansluiting via een stekker met randaarde
is niet toegestaan.
▶ Sluit op de uitgangen alleen componenten en modules aan
conform deze handleiding. Sluit geen extra besturingen aan
die andere installatiedelen aansturen.
▶ Voer de kabels door de tulen, sluit ze conform de aansluit-
schema's aan en borg ze met de meegeleverde trekontlas-
tingen ( afb. 11 t/m 14 aan het eind van het document).
Het maximale opgenomen vermogen van de aangesloten com-
ponenten en bouwgroepen mag niet hoger worden dan het
maximaal vermogen zoals gespecificeerd in de technische ge-
gevens van de module.
▶ Wanneer de netspanning niet via de elektronica van het toe-
stel verloopt, moet lokaal voor de onderbreking van de
netspanning over alle polen een genormeerde scheidings-
inrichting (conform EN 60335-1) worden geïnstalleerd.
geleiderdiameter
geleiderdiameter
2
geleiderdiameter
2
geleiderdiameter
MS 100 – 6721830547 (2020/12)

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Ems 2Ems plus

Tabla de contenido