7.3 Periodieke controles
Gebruikers wordt geadviseerd, afhankelijk van de
bedrijfsomstandigheden, de volgende controles uit te
voeren:
• Controleer de hoeveelheid vloeistof en de werk-
druk.
• Controleer of er geen lekken zijn.
• Controleer of de motor niet oververhit raakt.
• Controleer of de motorbeveiliging werkt.
• Controleer of alle regelingen naar behoren func-
tioneren.
Is het resultaat bevredigend, dan zijn verdere contro-
les niet nodig.
Mocht er toch iets niet in orde zijn, ga dan de ver-
schijnselen na aan de hand van paragraaf 10. Op-
sporen van storingen.
8. Service/reparatie
Indien een pomp is gebruikt voor een
vloeistof die schadelijk is voor de gezond-
heid, wordt deze pomp als verontreinigd
beschouwd.
Stuur een verontreinigde pomp pas naar GRUND-
FOS voor een servicebeurt of reparatie, nadat alle
gegevens over de gepompte vloeistof enz. aan
GRUNDFOS ter beschikking zijn gesteld. Gebeurt
dat niet, dan kan GRUNDFOS weigeren de pomp te
repareren.
Eventuele kosten voor het retourneren van de pomp
zijn voor rekening van de klant.
9. Geuidsdrukniveau
L
Motor
[kW]
50 Hz
0,25
<70
0,37
<70
0,55
<70
0,75
<70
1,1
<70
1,5
<70
2,2
<70
3,0
<70
4,0
73
5,5
73
7,5
73
11
80
15
72
18,5
72
22
70
30
70
[dB(A)]
pA
60 Hz
<70
<70
<70
<70
<70
71
71
71
71
78
78
84
77
77
75
84
43