Aandrijfketting
Aandrijfketting
Zie onder Veiligheidsmaatregelen op pagina 27.
De levensduur van de ketting hangt af van de goede
smering en spanning. Bij slecht onderhoud kan
slijtage al vroeg intreden of raken de aandrijfketting
of tandwielen beschadigd.
Vaker onderhoud is nodig als u de motorfiets
gebruikt op ongewoon stoffige of modderige
circuits.
Zet voordat u onderhoud verricht aan de
aandrijfketting de motor UIT en controleer of de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
Inspecteren
1. Zet de motor uit, zorg dat het achterwiel vrij
hangt door een optionele motorstandaard of een
gelijkwaardige steun onder het motorblok te
plaatsen en zet de versnellingsbak in de
vrijstand.
2. Controleer de beweging in de aandrijfketting (1)
over de bovenloop van de ketting halverwege
tussen het aandrijftandwiel (2) en het
aangedreven tandwiel (3). Stel de ketting
zodanig strak dat de ketting met de hand over de
volgende verticale afstand kan bewegen:
30 – 40 mm
102
Onderhoud aan uw Honda
30 – 40 mm
(1)
(2)
(1) beweging in aandrijfketting
(3) aangedreven tandwiel
(2) aandrijftandwiel
3. Controleer de beweging in de aandrijfketting op
meerdere punten op de ketting. De afstand moet
overal gelijk zijn. Als dat niet zo is, zijn sommige
schakels mogelijk verbogen en bewegen deze
stroef. Door de ketting te smeren wordt
dergelijke stroefheid meestal wel verholpen.
OPMERKING
Als de ketting te los is gespannen, kan hij de
motorcarters beschadigen.
4. Inspecteer de aandrijfketting op:
• beschadigde rollers
• losse pennen
• droge of roestige schakels
• verbogen of stroeve schakels
• overmatige slijtage
Vervang de aandrijfketting (pagina 104) als deze
beschadigde rollers heeft of losse pennen of
knikken die niet kunnen worden losgewerkt. Smeer
de aandrijfketting (pagina 103) als deze droog is of
tekenen vertoont van roestvorming. Smeer
verbogen of stroeve schakels en werk ze los.
Stel de kettingspanning zo nodig af (pagina 103).
Kettingglijders
1. Controleer de kettingglijder (1) op slijtage.
Vervang deze als de grenswaarde niet wordt
gehaald.
GRENSWAARDE:
bovenzijde: 5 mm
benedenzijde: 2,5 mm
5 mm
(3)
2,5 mm
(1) kettingglijder
2. Controleer de glijder van de kettinggeleider (2)
op slijtage.
Vernieuw de glijder van de kettinggeleider als
deze tot onderaan de slijtagelimiet (3) is
versleten.
(2)
(3)
(2) glijder kettinggeleider
(1)
(3) slijtagelimiet