Tabla de contenido
Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Afb. 5
Indien de pomp horizontaal wordt geïnstalleerd (bijv. in een reser-
voir), dient de pomp bij voorkeur in een koelmantel te worden
gemonteerd.
3.2.1 Motoren geschikt voor horizontale montage
Uitgangs-
vermogen
Motortype
MS 6000
Gehele range
MMS 6000
3,7 tot 18,5
MMS 8000
22,0 tot 55,0
MMS 10000
75,0 tot 110,0
MMS 12000
147,0 tot 190,0
N.B.: Terwijl de pomp in bedrijf is, dient het zuigverbindingsstuk
van de pomp in de vloeistof ondergedompeld te zijn.
Onder bijzondere omstandigheden kan het nodig zijn de pomp
nog verder onder te dompelen, afhankelijk van de bedrijfs-
omstandigheden van de betreffende pomp en de NPSH-waarde.
N.B.: Als de pomp wordt toegepast voor warm water (40°C tot
60°C), dienen voorzieningen getroffen te worden om te voor-
komen dat personen in contact komen met de pomp of het
leidingwerk, bijv. door het installeren van een beschermkap.
3.3 Diameter van de pomp/motor
De maximale diameter van de pomp/motor kunt u aflezen uit de
tabel op pagina 109.
Het is raadzaam de brondiameter met een krompasser te contro-
leren, zodat u zeker bent dat er zich in de bron geen obstructies
bevinden.
3.4 Vloeistoftemperatuur/Koeling
De maximale vloeistoftemperatuur en de minimale vloeistof-
snelheid langs de motor kunt u aflezen uit onderstaande tabel.
Installeer de motor bij voorkeur boven het bronfilter, zodat een
optimale koeling wordt gewaarborgd.
N.B.: Wanneer de vermelde vloeistofsnelheid langs de motor niet
voldoende is, dient een koelmantel te worden geïnstalleerd.
Bestaat er gevaar dat zich op de motor afzetting kan vormen
(bijv. zand), dan dient een mantel te worden aangebracht om de
vereiste koeling te waarborgen.
3.4.1 Maximale vloeistoftemperatuur
Met het oog op de rubber onderdelen in pomp en motor mag de
vloeistoftemperatuur niet hoger zijn dan 40°C (~105°F). Zie ook
onderstaande tabel.
Een vloeistoftemperatuur tussen de 40°C en 60°C (~105°F en
140°F) is toegestaan, mits de rubber onderdelen om de drie jaar
worden vervangen.
74
Toegestaan
Niet toegestaan
Uitgangs-
vermogen
50 Hz
60 Hz
[kW]
[kW]
Gehele range
3,7 tot 18,5
22,0 tot 55,0
75,0 tot 111,0
–
Vloeistofsnel-
Motor
heid langs
motor
Vrije
GRUNDFOS
convectie
MS en MMS
0 m/s
GRUNDFOS
0,15 m/s
MS
GRUNDFOS
0,15 m/s
MMS
N.B.: Vrije convectie: Boorgatdiameter minimaal 2" groter dan de
motordiameter.
Voor motoren van een ander fabrikaat: zie de desbetreffende
motorspecificaties.
4. Elektrische aansluitingen
Voordat u met werkzaamheden aan de pomp begint,
dient u er zeker van te zijn dat de voedingsspanning
naar de pomp is afgeschakeld en niet per ongeluk
kan worden ingeschakeld.
4.1 Algemeen
De elektrische aansluitingen dienen door een gekwalificeerde
elektricien volgens de in Nederland/België geldende regels te
worden uitgevoerd.
De voedingsspanning, de nominaalstroom en cos staan ver-
meld op het bijgeleverde typeplaatje dat in de directe omgeving
van de pomp moet worden aangebracht.
De voedingsspannings-tolerantie voor GRUNDFOS MS-onderwa-
termotoren bedraagt, gemeten aan de motorklemmen, +6%/–10%
van de nominale spanning gedurende continubedrijf (variaties in
de voedingsspanning en verliezen in de bekabeling inbegrepen).
De voedingsspannings-tolerantie voor GRUNDFOS MMS-onder-
watermotoren bedraagt, gemeten aan de motorklemmen,
+5%/–5% van de nominale spanning gedurende continubedrijf
(variaties in de voedingsspanning en verliezen in de bekabeling
inbegrepen).
Verder dient u te controleren of voedingsspanning tussen de
fasen symmetrisch is. Dit houdt in dat het spanningsverschil
tussen de afzonderlijke fasen gelijk moet zijn (zie ook paragraaf
9. Controleren van motor en kabel, punt 2)
.
De pomp dient geaard te zijn.
De pomp dient op een externe hoofdschakelaar te
zijn aangesloten.
In het geval dat GRUNDFOS MS-motoren met ingebouwde tem-
peratuuropnemer moeten voldoen aan de EC EMC Directive
(2004/108/EC), zal een condensator van 0,47 F (in overeen-
stemming met IEC 384-14) tussen de twee motorfasen dienen te
worden geplaatst, waarop de temperatuuropnemer is aange-
sloten, zie afb. 6.
Installatie
Verticaal
Horizontaal
20°C
Koelmantel
(~68°F)
aanbevolen
40°C
40°C
(~105°F)
(~105°F)
25°C
25°C (~77°F)
(~77°F)
Publicidad
Capítulos
Tabla de contenido
