Fysieke Basisprincipes - bott vario3 Manual De Uso Y Mantenimiento

voor de asbelasting zoveel mogelijk gelijkmatig over de
assen worden verdeeld.
3. Zorg ervoor dat het zwaartepunt van de belading zo
laag mogelijk ligt. DWZ zware lading onder, lichte goede-
ren boven.
4. Zet lading zodanig vast dat de lading tijdens transport
niet kan schuiven, kantelen, rollen enz. Noodstoppen,
scherpe uitwijkmanoeuvres en onvoorzienbare slechte
weersomstandigheden behoren tot de normale verkeer-
somstandigheden; de lading dient hiertegen bestand te
zijn.
5. Probeer lading zoveel mogelijk "op te sluiten". Dit werkt
het meest effectief. Het voorkomen dat de lading naar
voren schuift heeft hierbij prioriteit.
6. Zet geschikte hulpmiddelen in voor het vastzetten
van de lading. Maak gebruik van gekeurde spanbanden,
antislip matten, vloerogen en vastzetrails. Deze zijn zeer
effectief bij alle methoden van ladingzekering.
7. Zorg ervoor dat de lading door het stuwen en zekeren
niet wordt beschadigd.
8. Pas de voertuigsnelheid afhankelijk van de te vervoeren
lading aan de weg- en verkeersomstandigheden aan.
Stem de snelheid ook af op de rijeigenschappen van het
voertuig.
EN-normen
DIN EN 12195-1 - Berekening van de sjorkrachten
DIN EN 12195-2 - Sjorbanden van chemische vezels
DIN ISO 27955 - Vastzetten van lading in personenauto's,
DIN ISO 27956 - Vastzetten van lading in bestelwagens

4.2 Fysieke basisprincipes.

Waarom moet de lading worden vastgezet? Tijdens het
rijden treden onderstaande massakrachten van meer dan
3,5 t op bij de voertuigen uit het voorbeeld:
bestelwagens en multifunctionele
personenauto's
(bestelwagens met gesloten laadbak)
103