Volgende, te veranderen menu-item
door draaien van de infoknop kiezen.
Voor het opslaan van de bevoegdhe-
den menu "Opslaan" door draaien van
de informatieknop oproepen en op in-
formatieknop drukken.
„Sleutelmenu verderzetten":
Yes: Andere Intelligent Key program-
meren
No: Sleutelmenu verlaten
Infoknop indrukken.
Vorm van de borstels kiezen
Deze functie is bij het wisselen van de rei-
nigingskop nodig.
Aan de informatieknop draaien tot "Bor-
stelkop" op het display getoond wordt.
Infoknop indrukken.
Aan de informatieknop draaien tot de
gewenste borstelvorm gemarkeerd is.
Infoknop indrukken.
Beweeg de hefaandrijving door aan de
infobutton te draaien om de reinigings-
kop te vervangen:
up: optillen
down: neerlaten
OFF: stoppen
Menu verlaten: „OFF" door draaien aan
infobutton selecteren en infobutton in-
drukken.
Bij het verlaten van het menu voert de be-
sturing een herstart uit.
Nalooptijden
Aan de informatieknop draaien tot "Na-
looptijden" op het display getoond
wordt.
Infoknop indrukken.
Aan de informatieknop draaien tot de
gewenste opstelling gemarkeerd is.
Infoknop indrukken.
Aan de informatieknop draaien, tot de
gewenste nalooptijd bereikt is.
Infoknop indrukken.
Batterijtype instellen
Draai aan de Infobutton tot „Batterijme-
nu" wordt weergegeven.
Infoknop indrukken.
Draai aan de infobutton tot het gewens-
te batterijtype gemarkeerd is.
Infoknop indrukken.
Basisinstelling
Tijdens het bedrijf uitgevoerde veranderin-
gen van de parameters van de individuele
reinigingsprogramma's worden na het uit-
schakelen van het apparaat in de default
instelling gereset.
Draai aan de Infobutton tot „Default in-
stelling" wordt weergegeven.
Infoknop indrukken.
Draai aan de Infobutton tot het gewens-
te reinigingsprogramma wordt weerge-
geven.
Infoknop indrukken.
De infoknop draaien totdat de gewens-
te parameter getoond wordt.
Infotoets indrukken – de ingestelde
waarde knippert.
Gewenste waarde door draaien van de
Infoknop instellen.
Infoknop indrukken.
Taal instellen
Draai aan de Infobutton tot „Taal" wordt
weergegeven.
Infoknop indrukken.
Draai aan de infobutton tot de gewenste
taal gemarkeerd is.
Infoknop indrukken.
Menu "Schakelaar"
In dit menupunt wordt de werklamp vrijge-
geven of geblokkeerd.
Infoknop draaien tot "Werklamp" is ge-
markeerd.
Infoknop indrukken.
Fabrieksinstelling
De fabrieksinstelling van alle parameters
wordt hersteld.
Reinigingsprogramma's
Parameters, die met de grijze Intelligent
Key ingesteld worden, blijven behouden,
totdat een andere instelling gekozen wordt.
Programmakeuzeschakelaar op het ge-
wenste reinigingsprogramma draaien.
Op infoknop drukken - de eerste instel-
bare parameter wordt getoond.
Infotoets indrukken – de ingestelde
waarde knippert.
Gewenste waarde door draaien van de
Infoknop instellen.
Veranderde instelling door indrukken
van de Infobutton bevestigen of wach-
ten tot de ingestelde waarde na 10 se-
conden automatisch overgenomen
wordt.
Volgende parameter door draaien van
de infoknop kiezen.
Na verandering van alle gewenste pa-
rameters infoknop draaien totdat "Menu
verlaten" getoond wordt.
Op infoknop druk - het menu wordt ver-
laten.
Transport
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Het apparaat mag
voor laden en lossen enkel gebruikt worden
op stijgingen tot 10% (Adv 15%). Rijd lang-
zaam.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
1
1 Sjorband
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
8
-
NL
Bij gemonteerde D-reinigingskop
Schijfborstels uit de borstelkop verwij-
deren.
Opslag
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Het apparaat mag alleen binnen wor-
den opgeborgen.
Bij het kiezen van de opbergplaats
moet rekening gehouden worden met
het max. toegelaten gewicht van het ap-
paraat om de stabiliteit niet te beïnvloe-
den.
Onderhoud
GEVAAR
Gevaar voor letsel! Voor alle werken aan
het apparaat Intelligent Key aftrekken en
stekker van het oplaadapparaat uittrekken.
Batterijstekker uittrekken.
Vuilwater en resterend schoon water
aflaten en verwijderen.
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door nalopen van de
zuigturbine.
De zuigturbine loopt na het uitschakelen
na. Onderhoudswerkzaamheden pas na de
stilstand van de zuigturbine uitvoeren.
Onderhoudsschema
Na het werk
LET OP
Beschadigingsgevaar. Spuit het apparaat
niet met water schoon en gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen.
Vuil water aflaten.
Reinig de beschermzeef van de turbi-
ne.
Alleen R-reinigingskop: lade voor grof
vuil verwijderen en leegmaken.
Apparaat aan de buitenkant met een
vochtige, in mild zeepsop gedrenkte
doek reinigen.
Zuiglippen en schraaplippen reinigen,
op slijtage controleren en indien nodig
vervangen.
Borstels op slijtage controleren, indien
nodig vervangen.
Batterij laden:
Als de ladingstoestand minder is dan
50%, de batterij volledig en zonder on-
derbrekingen opladen.
Als de ladingstoestand meer is dan
50%, de batterij alleen opladen wan-
neer u bij het volgende gebruik de vol-
ledige bedrijfsduur nodig hebt.
Wekelijks
Bij regelmatig gebruik de batterij min-
stens een keer per week volledig en
zonder onderbreking opladen.
63