Descargar Imprimir esta página

EBARA EP-PRO Manual De Uso Y Mantenimiento página 107

Publicidad

PARAMETERBESCHRIJVING
ACTIVERING VAN DE ROTATIE VAN DE POMPEN
Met deze parameter kunt u de wisseling van de pompen active-
ren bij elke oproep van de vlotters of drukschakelaars. Boven-
dien, als de thermische beveiliging van de hoofdpomp in werking
treedt (overstroom), wordt de tweede pomp ingeschakeld (door N
in te stellen, schakelt de START/STOP-functie uit).
ACTIVERING VAN AUTOMATISCHE RESET VANWEGE
DROOGLOPEN
Voor het droogloopalarm (minimale stroom) kan het paneel een
poging doen tot de automatische reset, programmeerbaar in
minuten.
Er kunnen 4 resettijden worden ingesteld, zodat het systeem
automatisch opnieuw wordt geactiveerd nadat het is geblokkeerd.
AUTOMATISCHE RESET VANWEGE DROOGLOPEN TIJD 1
Eerste resetpoging vanaf droogloopalarm (standaard 5 minuten).
AUTOMATISCHE RESET VANWEGE DROOGLOPEN TIJD 2
Tweede resetpoging geteld vanaf vorige resetpoging (standaard
10 minuten).
AUTOMATISCHE RESET VANWEGE DROOGLOPEN TIJD 3
Derde resetpoging geteld vanaf vorige resetpoging (standaard
20 minuten).
AUTOMATISCHE RESET VANWEGE DROOGLOPEN
TIJD 4
Vierde resetpoging geteld vanaf vorige resetpoging (standaard
30 minuten).
ACTIVERING VAN CYCLISCHE RESET VANWEGE DROOG-
LOPEN
Als de waarde N wordt ingesteld, stopt de automatische herstart
aan het einde van de vierde poging, als de waarde S echter wordt
ingesteld, wordt de cyclus voor het herstarten aan het einde van
de vierde poging hervat vanaf de vierde tijd die is ingesteld op
oneindig.
Het droogloopbeveiligingssysteem van het paneel activeert de
herstart volgens de ingestelde programmeertijden en reset de
herstartcyclus wanneer het systeem de aanwezigheid van water
gedurende meer dan 10 seconden detecteert.
ACTIVERING ANALOOG SIGNAAL
Deze parameter maakt het mogelijk om de ingang met analoog
signaal in te schakelen.
(Met ingeschakeld analoog signaal, in geval van een storing van
de sensor C en MAX werkt het als een noodstop en G/P1 als een
noodstart van de pompen).
TYPE ANALOOG SIGNAAL
Met deze parameter kunt u het type analoog signaal selecteren
bij de ingang van het paneel
Actieve sensor 2 draden:
0-10V: Eindklem 'A/B' = signaal; Eindklem '-' = min; 4-20 mA:
Eindklem '+' = plus; Eindklem 'A/B' = signaal;
Passieve sensor 3 draden:
0-10V: Eindklem '+' = plus; Eindklem 'A/B' = signaal; Eindklem
'-' = min;
4-20 mA: Eindklem '+' = plus; Eindklem 'A/B' = signaal; Eindklem
'-' = min;
MEETEENHEID ANALOOG SIGNAAL
Met deze parameter kunt u de meeteenheid van het analoge
signaal selecteren bij de ingang van het paneel.
Door 'bar' te selecteren, werkt het paneel met DRUKREGELING:
de motoren worden ingeschakeld wanneer het analoge signaal
afneemt ten opzichte van de ingestelde waarde (instelpunt boven
de startdrempel).
ANALOOG SIGNAAL LEGEN OF VULLEN
Zichtbaar als 'DRUKREGELING' niet is geactiveerd.
Met deze parameter kunt u de bedieningslogica van het analoge
signaal selecteren als u 'none', 'cm', 'm' als meeteenheid heeft
geselecteerd.
Bij VULLEN worden de motoren ingeschakeld wanneer het
analoge signaal afneemt ten opzichte van de ingestelde waarde
(instelpunt boven de startdrempel).
Bij LEGEN worden de motoren ingeschakeld wanneer het ana-
loge signaal toeneemt ten opzichte van de ingestelde waarde
(instelpunt onder de startdrempel).
WAARDE
SCHAALUITSLAG ANALOOG SIGNAAL
Zichtbaar als 'ANALOOG SIGNAAL' is geactiveerd.
Met deze parameter kunt u de waarde van de schaaluitslag van
J of N
de gebruikte analoge sensor selecteren.
INSTELPUNT
Zichtbaar als 'ANALOOG SIGNAAL' is geactiveerd.
Met deze parameter kunt u het instelpunt instellen dat op het
systeem moet worden gehandhaafd.
De maximale waarde die kan worden ingesteld, is afhankelijk van
J / N
de SCHAALUITSLAG ANALOOG SIGNAAL' die is vastgesteld in
de vorige parameter.
STARTDREMPEL M1 – M4
Zichtbaar als 'ANALOOG SIGNAAL' is geactiveerd.
Met deze parameter kan de herstartwaarde van de motor worden
1 - 240 min
ingesteld naarmate het analoge signaal afneemt.
DREMPEL ALARMNIVEAU
1 - 240 min
Zichtbaar als 'ANALOOG SIGNAAL' is geactiveerd.
Met deze parameter kan de alarmwaarde worden ingesteld naar-
mate het analoge signaal toeneemt.
1 - 240 min
NIVEAUSONDES BIJ VULLEN OF LEGEN
Met deze parameter kan worden gekozen of de ingang van de
C-MIN-MAX-sondes wordt gebruikt in de leeg- of vulmodus.
Bij het VULLEN wordt de ingang gebruikt om het systeem in te
schakelen bij afwezigheid van water. De C-MIN-MAX ingang
1 - 240 min
om het systeem in te schakelen moet open zijn. Gebruik bij
gebruik van een on/off-bediening van het vlottertype de ingang
C en MAX.
Bij het LEGEN wordt de ingang gebruikt om het systeem in te
schakelen bij aanwezigheid van water. De C-MIN-MAX-ingang
om het systeem in te schakelen moet gesloten zijn. Gebruik bij
gebruik van een on/off-bediening van het vlottertype de ingang
C en MAX.
J / N
NB: Als er geen minimale niveauregeling wordt gebruikt, moeten
ingang C en MAX met een jumper worden verbonden.
GEVOELIGHEID VAN DE SONDES
Met deze parameter kan de gevoeligheid van de sondes worden
gewijzigd.
ACTIVERING VAN START/STOP-FUNCTIE VLOTTERS
(zelfhoudend)
J / N
Deze parameter maakt het mogelijk om de actieve pompen
alleen te deactiveren bij het openen van contact C en MAX (vlot-
ter voor minimum/stop).
Deze functie is alleen beschikbaar met ingeschakelde pomprota-
tie en wordt alleen gebruikt voor systemen die worden geleegd.
ACTIVERING VAN HET ALARM MINIMUMNIVEAU
Met deze parameter kan het alarm voor het minimumniveau uit
de uitgang van het cumulatieve alarm worden verwijderd.
0 = 0-10 V
UITBREIDINGSTYPE
1 = 4-20 mA
Met deze parameter kan elke toegevoegde uitbreiding worden
geactiveerd.
0 = geen uitbreiding toegepast
1 = uitbreiding PRO6DO (6 digitale uitgangen)
2 = uitbreiding PROSL van de niveausondes voor het opstarten
van de motoren
3 = uitbreiding PROSL van de sondes voor waterinfiltratie in de
oliekamer
'cm' / 'm'
4 = uitbreiding PROSL van de sondes voor waterinfiltratie in de
'bar'
oliekamer en motorstop
'GEEN'
MODBUS-ADRES
MAXIMAAL AANTAL STARTS PER UUR M1 – M4
Met deze parameter kan het maximaal aantal motorstarts in een
uur worden ingesteld waarna het alarm wordt geactiveerd.
Indien ingesteld op 0 is de regeling niet actief
MOTORSTOP VANWEGE ALARM MAXIMAAL AANTAL
VULLEN
STARTS
LEGEN
Met deze parameter kan de motor worden gestopt als het alarm
voor het maximale aantal starts per uur wordt geactiveerd.
AANTAL STARTS PER UUR M1 – M4
Alleen de weergave van het aantal starts.
VERTRAGING TERUGKEER NETSPANNING
Met deze parameter kan een vaste tijd na terugkeer van de
netspanning worden geactiveerd voordat de pompen worden
geactiveerd als de bedieningen actief zijn.
PARAMETERBESCHRIJVING
WAARDE
0,0 - 999,9
0,0 - 999,9
0,0 - 999,9
0,0 - 999,9
NL
VULLEN
LEGEN
1 - 9
J / N
J / N
0 - 4
10
0 – 30
J / N
-
J / N
107

Publicidad

loading