Descargar Imprimir esta página

Xylem JABSCO Deluxe Flush 580 Serie Manual De Instrucciones página 29

Inodoros eléctricos

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 38
GEVAAR: leidingsysteem raakt los.
GEBRUIK SLANGKLEMMEN!
Als het toilet is aangesloten op EEN pijpverbinding door de romp en als het
leidingsysteem losgekoppeld raakt, ofwel door een pijpverbinding door de romp of buiten-
boordkraan, of door het toilet of een secundair ventiel, kan er water binnenstromen en kan
de boot zinken, wat tot de dood kan leiden.
Daarom MOETEN ALLE uiteinden van de flexibele slangen die rechtstreeks of onrechtstreeks
tussen het toilet en EENDER WELKE pijpverbinding door de romp die mogelijk op EEN mo-
ment onder de waterlijn ligt zijn aangesloten, worden bevestigd op de slangpilaren waaraan
ze zijn aangesloten met twee wormwielslangklemmen van roestvrij staal.
Leidingsysteem - Algemene instructies voor alle opties
U HEBT het volgende nodig:
Spiraalversterkte zachte flexibele boorslangen voor zowel het ¾" 19 mm inlaat als het
1½" (38 mm) uitlaatleidingsysteem.
Twee wormwielslangklemmen van roestvrij staal voor elke slangspiraalaansluiting.
Bevestig de slangdoorloop zodat de slangen niet kunnen bewegen en schuren en
zodat ze geen hefkracht uitoefenen op de slangspiraalaansluiting waaraan ze zijn
aangesloten, aangezien dit ervoor kan zorgen dat aangrenzende voegen gaan lekken.
Vermijd scherpe hoeken in de slangen, aangezien dit er voor kan zorgen dat ze gaan
knikken.
Houd alle leidingsysteemdoorlopen zo recht en zo kort als mogelijk om te vermijden
dat ze over obstructies omhooggaan en vallen, wat luchtsluizen creëert.
Als het moeilijk is om de slang op de slangpilaren van het toilet of buitenboordkranen
te monteren, smeer ze dan in met water of maak de slang zacht door het uiteinde in
warm water te dompelen.
OPGELET: gebruik geen vlam op de slang. Gebruik geen vlam of
warmte op de plastic slangpilaren op het toilet, de spoelpomp of het
magneetventiel. Gebruik geen oliën, vetten of synthetische smeermid-
delen. Gebruik geen afdichtingsmiddelen op de slangaansluitingen.
Bevestig de slangklemmen niet te strak. Deze handelingen kunnen
leiden tot barsten of breuken in de plastic onderdelen.
Bevestig alle uiteinden van de slangen op de slangpilaren met twee wormwielslangk-
lemmen van roestvrij staal en zorg ervoor dat alle inlaataansluitingen luchtdicht zijn en
dat alle uitlaatverbindingen waterdicht zijn.
Spoelleidingssysteem zoet water
U HEBT het volgende nodig:
Een T-stuk dat op het leidingsysteem onder waterdruk van uw boot past.
OPGELET: Schakel de stroom naar de waterdruksysteempomp uit en
open de koudwaterkranen om het systeem drukloos te maken.
Plaats een T-stuk in het koudwaterleidingsysteem onder druk dicht bij het toilet om een
½" (13 mm) voeding te bieden aan het magneetventiel.
OPGELET: Als u ooit uw watersysteem aansluit op niet-gereguleerde
stadswatervoorziening, MOET u een drukregelaar aanbrengen of gebrui-
ken om overstromingsgevaar te voorkomen.
Monteer de magneetklepeenheid (legende 31) op een droge plaats.
Plaats een geschikt leidingsysteem tussen het T-stuk en de ½" (13 mm) inlaatpoort op
het magneetventiel.
Leg een ¾" (19 mm) slang op de meest rechtstreekse weg van de ¾" (19 mm) uitlaat-
poort op het magneetventiel naar de spoelaanzuigelleboog.
Spoelleidingwerk ongezuiverd water - 2 opties
Plaats de spoelpomp voor ongezuiverd water (legende 32) in een droge positie dicht
bij het toilet waar ze op elk moment niet meer dan 6 ft (2 m) boven de hellende
waterlijn ligt.
Monteer de geleverde Pumpguard ™ (legende 33) op de inlaat van de spoelpomp.
Voor meer informatie, raadpleeg het aparte informatieblad geleverd met de spoelpomp.
Optie 1:
Toilet onder de hellende waterlijn
U MOET een ¾" (19 mm) geventileerde lusmontage plaatsen, Jabsco onderdeelnummer
29015-0000.
Leg de ¾" (19 mm) slang op de meest rechtstreekse weg van de inlaatbuitenboord-
kraan naar de inlaat van de Pumpguard™ die is gemonteerd op de spoelpomp.
OPGELET: Plaats de geventileerde antisifonlus niet tussen de inlaat-
buitenboordkraan en de spoelpomp, want dit kan voorkomen dat de
spoelpomp aanzuigt.
Plaats een slang met een lengte van 3/4" (19 mm) tussen de spoelpompuitlaat en de
spoelaanzuigelleboog (legende 3), om een antisifonlus te vormen waarvan het hoog-
ste punt ten minste 20 cm (8") boven de hoogst mogelijke waterlijn ligt en monteer de
¾" (19 mm) geventileerde lus op het hoogste punt.
Optie 2:
Toilet altijd boven de hellende waterlijn
Leg de ¾" (19 mm) slang op de meest rechtstreekse weg van de inlaatbuitenboord-
kraan naar de inlaat van de Pumpguard™ die is gemonteerd op de spoelpomp.
Leg een ¾" (19 mm) slang op de meest rechtstreekse weg van de uitlaat van de spoel-
pomp naar de spoelaanzuigelleboog.
Lozingsleidingsysteem - 4 opties
Optie 1:
Toilet onder de waterlijn en lozing overboord
U MOET een 1½" (38 mm) geventileerde lusmontage plaatsen, Jabsco onderdeelnummer
29015-0010.
Leg de 1½" (38 mm) uitlaatslang van de terugslagklepmontage (legende 24) om een
lus te vormen die ten minste 20 cm (8") boven de hoogst mogelijke waterlijn ligt en
monteer de 1½" (38 mm) geventileerde lus op het hoogste punt.
Optie 2:
Toilet altijd boven de hellende waterlijn en lozing overboord.
Leg een 1½" (38 mm) uitlaatslang van de terugslagklepmontage (legende 24) naar
beneden naar de uitlaatbuitenboordkraan op de meest rechtstreekse weg.
Optie 3:
Toilet loost in een opslagtank EN bovenkant van de opslagtank altijd
boven de terugslagklep.
U MOET een 1½" (38 mm) geventileerde lusmontage plaatsen, Jabsco onderdeelnummer
29015-0010.
Als er EEN mogelijkheid is dat de lozingsterugslagklepmontage (legende 24) op EEN
moment onder de bovenkant van de tank ligt, moet er een geventileerde antisifonlus
op het uitlaatleidingsysteem worden geplaatst om ervoor te zorgen dat de inhoud van
de tank niet in de pot overhemelt.
Leg de uitlaatslang om een lus te vormen die ten minste 8" (20 cm) boven het hoogst
mogelijke niveau dat de tank kan bereiken ligt en plaats de geventileerde lus op dat
hoogste punt.
Optie 4:
Toilet loost in een opslagtank EN terugslagklep altijd boven bovenkant
van de opslagtank.
Leg de uitlaatslang op de meest rechtstreekse weg van de terugslagklepmontage
(legende 24) naar beneden naar de inlaat van de opslagtank.
Bediening en elektriciteit
U MOET:
De bedieningsdoos (legende 26) ofwel rechtstreeks op de batterij of op een primair
verdeelbord aansluiten met voldoende extra stroomsterkte.
Beperk de totale lengte van zowel de positieve als de negatieve kabels tot een mini-
mum en selecteer uw kabelgrootte uit de tabel met elektriciteitspecificaties hieronder.
OPGELET: Een ongeschikte kabelgrootte zal leiden tot een span-
ningsval en dit zal de prestaties verlagen.
Maak alle verbindingen met gepaste klemmenblokken geschikt voor marine en
krimpconnectoren.
Gebruik meeraderige koperdraad geschikt voor marinegebruik.
Ondersteun alle draden ongeveer elke 18" (46 cm) met plastic kabelklemmen.
U MOET de correcte grootte van zekeringhouder of stroomonderbreker plaatsen, geselect-
eerd uit de tabel met elektriciteitspecificaties. Als u de bedieningsdoos rechtstreeks op de
batterij aansluit, monteert u de zekeringhouder of stroomonderbreker binnen 7" (17 cm)
van de batterij.
29

Publicidad

loading