Druk de START-toets in: de training begint en
4.
de loopmat zet zich in beweging. U kunt het
snelheidsniveau van het profiel telkens met 1 % naar
boven of naar beneden op schaal aanpassen.
Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
5.
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt
u de onderbroken training voortzetten door de
START-toets te drukken. U kunt de training in het
geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). Door
twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt
u het trainingsprogramma; het display toont de
gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug
in de startmodus.
Aan het eind van het programma begint de
6.
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij
Geheugenfunctie).
pROFIELEN
(aan het eind van de gebruiksaanwijzing vind u
gedetailleerde uitleg over de programma's)
(Hill Walk). Profiel met regelmatige
pROFIEL 1
wijzigingen van de helling en een gelijkmatig, flink
wandeltempo. Het profiel is geschikt voor beginners
en actieve wandelaars. Met standaardinstellingen is
de gemiddelde snelheid 5,2 km/h en de topsnelheid
5,8 km/h, de gemiddelde helling is 2,7 %.
(Hill Jog). Profiel met afwisselende helling
pROFIEL 2
en tamelijk gelijkmatig, licht jogtempo. Het profiel
is geschikt voor beginners en om de conditie op
peil te houden. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde snelheid 6,9 km/h en de topsnelheid
7,2 km/h, de gemiddelde helling is 1,9 %.
(Hill Run). Profiel met gelijkmatige
pROFIEL 3
en lichte helling en een gelijkmatig afwisselend
flink hardlooptempo. Het profiel is geschikt voor
hardlopers. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde snelheid 11,6 km/h en de topsnelheid
12,5 km/h, de gemiddelde helling is 1,8 %.
(Rolling Hills). Afstandsprofiel: u kunt de
pROFIEL 4
lengte van het profiel in kilometers instellen. Het
profiel is vooral bedoeld voor training in deze tak
van sport, maar zorgt ook voor afwisseling bij de
conditietraining. De maximale afstand is 42 km. Met
standaardinstellingen is de afstand 3 km, instelbaar
in stappen van 1 km. De hellingsinstellingen zijn van
het intervaltype, de gemiddelde helling is 2,4 %.
(Fatburner 1). Hartslagprofiel met lage
pROFIEL 5
intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en
afnemen van de hartslag. Het profiel is geschikt voor
gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is
de gemiddelde hartslag 114, maximaal 125.
(Fatburner 2). Hartslagprofiel met
pROFIEL 6
middelzware intensiteit, gebaseerd op toe- en
afnemen van de hartslag in intervallen. Het
profiel is geschikt voor conditietraining en
gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is
56
de gemiddelde hartslag 122, maximaal 136.
(Cardio). Hartslagprofiel met middelzware
pROFIEL 7
intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en
afnemen van de hartslag, de hartslag blijft bijna de
hele tijd rond de 130-140. Het profiel is uitstekend
voor conditietraining. Met standaardinstellingen is
de gemiddelde hartslag 129, maximaal 145
(Fit). Hartslagprofiel met zware intensiteit,
pROFIEL 8
gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van
de hartslag. De hartslag blijft bijna de hele tijd
rond de 135-145. Het profiel is geschikt voor
conditietraining en -verbetering, voor mensen met
een goede conditie. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde hartslag 133, maximaal 150.
GEHEUGENFUNCTIE
Voor de geheugenfunctie is de gebruikerscode
vereist: de training wordt opgeslagen onder de
gekozen gebruikerscode. U kunt in de meter 5
trainingen per gebruikerscode opslaan.
UW EIGEN pROFIEL OpSLAAN:
Geprogrammeerde profielen kunnen direct
1.
na afloop van het profiel worden opgeslagen. U
kunt de profielen, manuele en HRC-trainingen
beëindigen door een keer op STOP te drukken;
daarna kunt u de training opslaan. Als u op de knop
MEM drukt, komt u in het geheugenmenu.
In het tekstveld van de meter wordt gevraagd
2.
op welke geheugenlocatie u de training wilt
opslaan (SAVE AS OWN 1-5). Selecteer de gewenste
geheugenlocatie met de pijltoetsen en bevestig
uw keuze met ENTER: de training wordt nu op die
geheugenlocatie opgeslagen.
Als alle geheugenlocaties al vol zijn, kunt u
3.
een eerder gemaakt profiel vervangen door het
nieuwe. In het tekstveld van de meter wordt dan
om bevestiging gevraagd (REPLACE OWN 1-5).
Bevestig met ENTER. De training wordt nu op die
geheugenlocatie opgeslagen.
In het tekstveld van de meter wordt dit bevestigd
4.
(SAVED AS OWN 1-5). De meter gaat automatisch in
de startmodus.
In een profiel worden hoogstens 30
LET Op!
wijzigingen van snelheid of hellingen opgeslagen!
Het te bewaren profiel moet minstens 10 minuten
duren.
Uw eigen profiel gebruiken:
Kies uw gebruikerscode.
1.
Druk op de MEM-knop.
2.
Druk op de SELECT-knop tot het lampje van het
3.
door u gewenste eigen profiel (O1-5 MEMORY) aan
gaat. Druk op ENTER om uw selectie te bevestigen.
Kies nu oftewel RERUN (profiel gebruiken zonder
wijzigingen) of RACE (profiel gebruiken als basis
voor wedstrijdfunctie) met de SELECT-knop.
Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
4.
Start het profiel met de START-knop.
5.
In de functie RERUN kunt u uw eigen profiel
6.
.