11) Schuur het distale kokeruiteinde vlak en controleer op een vlakke onder
grond of het inderdaad vlak is.
12) Ontdoe de vier openingen in het distale kokeruiteinde van verontreinigin
gen. Daardoor wordt gewaarborgd dat de inslagbussen vlak op het cilin
derlichaam kunnen komen te zitten.
13) INFORMATIE: De inslagbussen moeten ca. 1 mm buiten het lami
naat uitsteken. Daardoor wordt de krachtoverbrenging naar het
Dynamic Vacuum System gewaarborgd.
Bestrijk de inslagbussen met siliconenlijm en steek ze met de kerf naar
voren in de openingen (zie afb. 29).
14) Schroef de ventieldummy los.
15) Verwijder de zuigerdummy en de siliconendummy uit de prothesekoker.
16) Maak de cilinderruimte schoon met een pluisvrije doek.
17) Vet de cilinderruimte en de O-ringen van de ventielbus in met het mee
geleverde Polylub GLY 801.
18) LET OP! Zorg ervoor dat het duckbill-ventiel niet met vet in aanra
king komt.
Plaats het duckbill-ventiel met de puntige kant naar voren in de ventiel
bus (zie afb. 30).
19) Schroef de ventielbus in de prothesekoker (aanhaalmoment: 3 Nm).
20) Plaats de zuiger tot de aanslag in de cilinder (zie afb. 31).
21) Zet de aanslagring in de schroefdraad van de cilinder en draai hem aan
met de momentsleutel (zie afb. 32).
5.4 Kokeradapter monteren
De verbinding met de distale prothesecomponenten wordt tot stand
gebracht met een kokeradapter. Voor het monteren wordt er een afstands
plaat op de inslagbussen in het distale kokeruiteinde gelegd. De afstands
plaat mag niet tegen het laminaat aan zitten, zodat de krachtoverbrenging
van het Dynamic Vacuum System gewaarborgd is.
Benodigd gereedschap en materiaal:
>
momentsleutel 710D4, Loctite® 636K13, afstandsplaat, platkopbouten
501S128=M6x22 of 501S128=M6x25
1) Plaats de afstandsplaat op de prothesekoker (zie afb. 33).
2) Wanneer de piramideadapteraansluiting of de piramideadapter
draaibaar is: zet de drukplaat op de adapter.
3) Plaats de adapter op de prothesekoker (zie afb. 34).
4) Optioneel: lijn de piramideadapteraansluiting of de piramideadapter uit.
89