Verbindingen Maken - DBI SALA ULTRA-LOK 3504553 Manual Del Usuario

4.4 VERBINDINGEN MAKEN: Wanneer u een haak gebruikt om een verbinding te maken, zorg er dan voor dat
deze niet los kan raken (zie Afbeelding 5). Gebruik geen haken of connectors die niet helemaal sluiten over
datgene waarop ze moeten passen. Gebruik geen musketonhaken zonder vergrendeling. Het montageoppervlak
moet voldoen aan de vereisten van verankeringssterkte beschreven in deel 2.2. Volg de instructies van de
fabrikant op die zijn meegeleverd met iedere systeemcomponent.
4.5 WERKING: Inspecteer de SRL zoals beschreven in deel 5.0. Sluit de SRL aan op een geschikte verankering of
verankeringsconnector zoals hierboven beschreven staat. Verbind de zelf-blokkerende karabijnhaak aan het einde
van de reddingslijn met de D-ring op de rug van het volledige lichaamsharnas (zie Afbeelding 7). Zorg ervoor dat
de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Controleer of de haak volledig gesloten en geborgd
is. Eenmaal aangesloten kan de medewerker vrij bewegen binnen de aanbevolen werkruimte op normale snelheid.
Wanneer de RSQ-selectieknop is ingesteld op 'Valstop', zal de SRL de val stoppen. Wanneer de RSQ-selectieknop
is ingesteld op 'Afdalen', zal de SRL de gebruiker automatisch laten afdalen naar een lager niveau wanneer er een
val plaatsvindt. Laat bij gebruik van een SRL de reddingslijn altijd gecontroleerd afl open, het apparaat in. Een kort
statisch koord kan nodig zijn om de reddingslijn uit of op te rollen tijdens het aansluiten en losmaken. Een kort
statisch koord kan worden gebruikt om ongecontroleerd oprollen van de reddingslijn in de SRL te voorkomen.
Afhankelijk van de arbeidsomgeving en de omstandigheden kan het nodig zijn om het vrije uiteinde van het
statische koord vast te zetten om interferentie en verstrikking met apparatuur of machines te voorkomen.
!
WAARSCHUWING: Leg geen knopen in de reddingslijn. Voorkom dat de valstoplijn contact maakt
met scherpe of schurende oppervlakken. Inspecteer de reddingslijn regelmatig op insnijdingen, rafeling,
brandschade of tekenen van chemische schade. Vuil, verontreinigingen en water kunnen de diëlektrische
eigenschappen van de valstoplijn verlagen. Wees voorzichtig in de buurt van elektrische leidingen.
4.6 RSQ™ VALSTOPSTAND/AFDALINGSSTAND SELECTEREN: Ultra-Lok™ RSQ™ Dual-Mode SRL's zijn
uitgerust met een RSQ-knop om de valstop- of afdalingsstand van de SRL te selecteren (zie Afbeelding 9). De
valstopstand of afdalingsstand selecteren:
1. Trek de RSQ™ vergrendelingsknop naar buiten.
2. Draai de RSQ™ vergrendelingskop totdat de pijl op de bovenkant van de knop de inkeping voor
afdalingsstand (A) of valstopstand (B) aanwijst en de RSQ™ vergrendelingsknop in de inkeping van de
betreffende selectie klikt (zoals weergegeven in Afbeelding 9).
 BELANGRIJK: Ultra-Lok RSQ valstopapparaten (SRL's) zijn alleen bedoeld voor gebruik in noodgevallen en
mogen alleen gebruikt worden voor een enkele, verticale afdaling. Wanneer de SRL wordt gebruikt om af te dalen,
stel deze dan onmiddellijk buiten werking en stuur hem naar een geautoriseerd Servicecentrum voor reparatie.
RSQ-afdalingsstand: In afdalingsstand daalt de gebruiker automatisch af naar een lager niveau in het geval
van een val.
RSQ-valstopstand: In valstopstand, stopt de SRL de val en blijft de gebruiker op dezelfde plek.
Afdaling wordt geactiveerd en gecontroleerd met de RSQ™ vergrendelingsknoptrekring of een optioneel
ontgrendelingshulpmiddel (zie Afbeelding 10):
• Trekring van de vergrendelingsknop: Afbeelding 10 illustreert de werking van de trekring van de
vergrendelingsknop. Om de valstopstand uit te schakelen en de afdaling te beginnen, pakt u de trekring vast
en trekt u de vergrendelingsknop naar buiten (A). Om de afdaling te stoppen, laat u de trekring los waardoor
de valstopstand (B) weer geactiveerd wordt. Om de afdalingsstand volledig te activeren zodat de afdaling
blijft doorgaan zonder dat er aan de trekring getrokken hoeft te worden, draait u de vergrendelingsknop
tegen de klok in (C) totdat de pijl op de bovenkant van de knop de inkeping voor afdalingsstand aanwijst
(zie Afbeelding 9).
 OPMERKING: Er is 0,36 kN - 0,45 kN trekkracht nodig om de vergrendelingsknop voldoende uit te
trekken en daarmee uit de valstopstand te halen.
• Ontgrendelingshulpmiddel van de verlengstok: Plaats het ontgrendelingshulpmiddel van de verlengstok
zodanig dat de ontgrendelingsvork zich rondom de basis van de vergrendelingsknop bevindt, onder de
gekartelde rand en de trekring (zie Afbeelding 10D). Om de valstopstand te deactiveren en de afdaling te
beginnen, drukt u de verlengstok naar voren totdat de RSQ™ vergrendelingsknop volledig vast zit in de vork.
Zolang de RSQ™ vergrendelingsknop volledig vast zit in de vork, blijft de afdaling doorgaan. Verwijderen van
de vork kan tot gevolg hebben dat de unit weer in de valstopstand komt.
 BELANGRIJK: De ontgrendelingsvork van het ontgrendelingshulpmiddel van de verlengstok is zodanig
gevormd dat de RSQ™ vergrendelingsknop recht naar buiten wordt getrokken als u de vork naar voren
duwt. U hoeft dus niet te proberen met behulp van de verlengstok de vergrendelingsknop naar buiten te
wrikken. Door te wrikken kunt u de knop afbreken.
4.7 TERUGHAALFUNCTIE: Afbeelding 11 illustreert de werking van de integrale krukarm op Ultra-Lok terughaal-
SRL-R's. Gebruik de terughaalfunctie nooit met een volledig opgerolde reddingslijn. De terughaalstand activeren
en de reddingskrukarm gebruiken:
1. Maak de blokkeerduimschroeven los om de krukarm vrij te maken.
2. Draai de terughaalhendel 90° omhoog van de SRL.
3. Trek de schuifknop uit en houd deze in de ontgrendelde positie.
4. Druk de krukarm in en laat de schuifknop los om te vergrendelen. Draai eventueel de krukarm met de klok
mee voor een betere vergrendeling.
28