Teststimulatie via de foramennaald
110-0085 rev E.indd 455
8
•
5
NB: Om de verbinding tussen de CP en de foramennaald te controleren,
6
1
drukt u op de knop 'Impedance' (impedantie) ( 4 ). Een kwalitatieve indicatie
van de impedantie ('Good' (goed), 'OK' (ok) of 'Bad' (slecht)) verschijnt 4 tot
6 seconden naast de tip van de afgebeelde foramennaald ( 5 ). Zie de paragraaf
Inzicht in impedantiewaarden voor nadere informatie over de kwalitatieve
9
4
impedantie-indicatoren.
•
7
2
3
NB: De stimulatiekabel kan van de foramennaald worden losgekoppeld zonder
dat de stimulatie uitgezet hoeft te worden. Zo kan de stimulatie op aanvraag
worden geleverd door het gedeelte met de miniclip van de kabel tegen de
betreffende plaats op de naald aan te tikken.
NB: Als de teststimulatie niet met behulp van de stimulatieknop kan worden
gestopt, koppel de kabels dan los van de CP.
•
Om stimulatie te leveren, stelt u de gewenste stimulatieamplitude
in op de stimulatiebalk ( 6 ) (zie De stimulatieamplitude reguleren
voor nadere informatie). Druk vervolgens op de stimulatieknop
( 7 ) om de stimulatie aan te zetten. De stimulatieknop licht op
wanneer de stimulatie aan staat.
Alleen de stimulatieamplitude kan tijdens stimulatie via de
foramennaald worden aangepast. De stimulatiefrequentie is
14 Hz en de pulsbreedte is 210 μs. De stimulatiefrequentie kan
in 5 Hz worden gewijzigd door Lead Placement (leadplaatsing)
af te sluiten en naar CP Settings (CP‐instellingen) te gaan.
De plaats rondom de tip van de afgebeelde foramennaald ( 5 )
is gekleurd om de nabijheid van de naald ten opzichte van de
sacrale zenuw weer te geven. Deze informatie wordt gebruikt
om de nabijheid van de naald ten opzichte van de sacrale zenuw
te evalueren wanneer de juiste spierresponsen (samentrekken
en uitzetten van de anus en flexie van de grote teen) worden
geobserveerd.
455
455
5/7/2020 11:58:56 AM