Let op:
Als de schoon- en vuilwatertank niet wor-
den geleegd, moet de volgende stap altijd
met twee personen worden uitgevoerd.
• Breng de machine in de laadpositie.
• Trek hiervoor aan de tankontgrendeling voor meer bodem-
vrijheid en til de tank op totdat deze op de houder ligt.
• Sluit de deur aan de voorzijde.
NB:
In de volgende stap worden de vloersen-
soren getest op hun werking.
Op het display wordt weergegeven of de
test succesvol was of niet.
NB:
Als de testprocedure niet succesvol was,
moet deze opnieuw worden gestart.
Als de test succesvol was, kunt u verder
gaan met de volgende stap.
• Open de deur aan de voorzijde.
• Breng de machine weer in de werkpositie.
• Trek hiervoor aan de tankontgrendeling voor meer bodem-
vrijheid en laat de tank voorzichtig zakken totdat deze in de
houder vergrendelt.
• Sluit de deur aan de voorzijde.
• Sluit de testprocedure af door op de pijlknop te tikken.
Veiligheidselementen
NB:
Deze machine is voorzien van diverse vei-
ligheidselementen. Deze veiligheidsele-
menten zorgen voor de veilige werking
van de machine door het detecteren van
obstakels in de reinigingsomgeving.
Daarnaast is deze machine uitgerust met
vloerdetectiesensoren. De vloerdetectie-
sensoren herkennen lager gelegen ge-
deeltes in de vloer (zoals een traptrede)
vanaf 10 cm.
Als laatste instantie voor obstakelherken-
ning wordt op deze machine redundante
contactherkenning gebruikt.
NB:
Bij herkenning van een lager gelegen ge-
deelte in de vloer of contact met een ob-
stakel, wordt de machine door de
vloerdetectiesensoren en/of de con-
tactherkenning onmiddellijk gestopt. Dit
voorkomt schade aan personen, de ma-
chine en de omgeving.
Let op:
Veiligheidselementen als redundante con-
tactherkenning en vloersensoren moeten
regelmatig worden gecontroleerd op hun
werking. Storingen moeten direct worden
verholpen.
Door defecte veiligheidselementen kun-
nen persoonlijk letsel en schade aan de
omgeving en de machine optreden.
Gevaar:
De sensoren mogen niet worden bijge-
steld. Dit kan een negatief effect hebben
op de veilige werking!
LASER
1
• In deze machine kan ook een klasse 1 laser (optioneel)
worden geïnstalleerd. Op de laser wordt de klasse aange-
duid met het hier afgebeelde bordje.
De functies van de machine kunnen door de laser worden
uitgebreid.
Verplaatsing
Handmatige modus:
De rijrichting regelt u met de handgrepen en de snelheid met
de rijschakelaars. De snelheid wordt traploos geregeld.
Bij het loslaten van de rijschakelaars wordt de machine afge-
remd tot deze stilstaat en wordt de parkeerrem geactiveerd.
NB:
Bij het achteruit rijden tijdens de werking
van de machine wordt de zuigmond auto-
matisch opgeheven en de toevoer van de
reinigingsoplossing onderbroken.
Transportmodus
Voor het verplaatsen en laden van de machine over een hel-
lingbaan of in een transportmiddel moet deze in de transport-
positie worden gebracht. Trek hiervoor aan de
tankontgrendeling voor meer bodemvrijheid (Zie het Opbouw-
overzicht op pagina 257).
NB:
Alle machinefuncties zijn in de transport-
modus gedeactiveerd.
NL
261