Temperatuurgegevens; Warmteweerstand; Temperatuurverhoging Bij Storing - ABB Sensytemp TSC400 Serie Instrucciónes De Licenciamiento

6 – NL Sensytemp TSC400 MANTELKABEL-TEMPERATUURSENSOR | CI/TSC400-X1 REV. B
... 2 Inzet in explosiegevaarlijke gebieden

Temperatuurgegevens

Warmteweerstand

De volgende tabel toont de thermische weerstand voor
kabelmantels met mineraal geïsoleerd materiaal.
De waarden zijn aangegeven onder de voorwaarden „gas met een
stroomsnelheid van 0 m/s".
Warmteweerstand R
th
Δt = 200 K/W x 0,038 W = 7,6 K
Weerstandsthermometer
Thermo-element
K/W = Kelvin per Watt

Temperatuurverhoging bij storing

Bij storing geven de temperatuursensoren, overeenkomstig het
aangelegde vermogen, een temperatuurverhoging Δt weer. Deze
temperatuurverhoging Δt moet bij de maximale
procestemperatuur en voor elke temperatuurklasse worden
betrokken.
Aanwijzing
De tijdens een storing (kortsluiting) in de meetstroomkring in
het millisecondenbereik optredende dynamische kortsluitstroom
is voor de opwarming irrelevant.
De temperatuurverhoging Δt kan met de volgende formule
worden berekend:

  
t R P K /
th o
Temperatuurverhoging
∆t
Warmteweerstand
R
th
Uitgangsvermogen van een extra aangesloten meetomvormer
P
o
Voorbeeld:
Weerstandsthermometer diameter 3 mm (0,12 in):
R = 200 K/W,
th
Temperatuurmeetomvormer TTxx00 P
Uitgangsvermogen Po bij ABB-meetomvormers op pagina 5.
Δt = 200 K/W x 0,038 W = 7,6 K
Bij een meetomvormer-uitgangsvermogen P
dit in een temperatuurverhoging van ong. 8 K.
Dit resulteert in de maximaal mogelijke procestemperaturen
T , zoals in de tabel Maximale procestemperatuur
medium
Tmedium in zone 0 en zone 1 op pagina 6 weergegeven.
94
Diameter van de mineraal geïsoleerde
< 6 mm (0,24 in) ≥ 6 mm (0,24 in)
200 K/W
30 K/W


W W
= 38 mW, zie ook
o
= 38 mW resulteert
o
Aanwijzing
Voor een hoger uitgangsvermogen P
dan 38 mW, maar ook voor een over het algemeen hoger
uitgangsvermogen van een aangesloten zender dan 38 mW, moet
de temperatuurstijging Δt opnieuw worden berekend.
Maximale procestemperatuur T
Voor de bepaling van de temperatuurklassen voor T3, T4, T5 en
kabelmantel
T6 moet van de maximale oppervlaktetemperatuur steeds 5 K, en
voor T1 en T2 moet steeds 10 K van deze oppervlaktetemperatuur
84 K/W
worden afgetrokken.
30 K/W
Voor de temperatuur T
Temperatuurverhoging bij storing op pagina 6 als voorbeeld
berekende temperatuurverhoging van 8 K in aanmerking
genomen.
Temperatuurklasse
T1 (450 °C (842 °F))
T2 (300 °C (572 °F))
T3 (200 °C (392 °F))
T4 (135 °C (275 °F))
T5 (100 °C (212 °F))
T6 (85 °C (185 °F))
bij een storing van meer
o
in zone 0 en zone 1
medium
wordt hier de in
medium
-5 K −10 K
— 440 °C (824 °F) 432 °C (809,6 °F)
— 290 °C (554 °F) 282 °C (539,6 °F)
195 °C (383 °F) — 187 °C (368,6 °F)
130 °C (266 °F) — 122 °C (251,6 °F)
95 °C (203 °F) —
80 °C (176 °F) —
T
medium
87 °C (188,6 °F)
72 °C (161,6 °F)