Gebruiksaanwijzing
Start de motor en schakel het
maaimechanisme gedurende
enkele minuten in om het
maaimechanisme te laten
drogen.
Onderhoud
Neem de onderhoudsvoorschriften
in het handboek van de motor in
acht. Laat de machine aan het
einde van het seizoen door een
gespecialiseerd bedrijf inspecteren
en onderhouden.
Let op
Gevaar voor het milieu door
motorolie.
Lever na het verversen van de olie
de oude olie in bij een inzamel-
plaats voor oude olie of een
afvalverwerkingsbedrijf.
Gevaar voor het milieu door accu's
Lege accu's horen niet bij het
huisvuil. Geef lege accu's af bij
uw leverancier of bij een afval-
verwerkingsbedrijf.
Verwijder de accu voordat u de
machine naar de sloop brengt.
Gebruik van een starthulpkabel
Gevaar
Nooit een defecte of bevroren accu
met een starthulpkabel over-
bruggen.
Let erop dat de machines en de
kabelklemmen elkaar niet raken en
de ontstekingen uitgeschakeld zijn.
Rode starthulpkabel aan de
pluspool (+) van de lege en de
voedende accu vastklemmen.
De zwarte starthulpkabel eerst
aan de minpool (–) van de
voedende accu vastklemmen.
De andere klem aan het frame
van het motorblok van de tractor
met de lege accu (liefst zo ver
mogelijk van de accu verwijderd)
vastklemmen.
Opmerking
Als de voedende accu in een
voertuig is ingebouwd, mag dit
voertuig tijdens de startonder-
steuning niet worden gestart.
Start de tractor met de lege accu
en trek de vastzetrem aan.
Maak klemmen van de start-
hulpkabels in de omgekeerde
volgorde los.
Bandendruk
Let op
De maximaal toegestane banden-
druk (zie zijkant van de band) mag
nooit worden overschreden. Ga bij
het oppompen van de banden niet
voor of op de banden staan.
Te hoge bandendruk vermindert
de levensduur van de banden.
De bandendruk dient u altijd te
controleren voordat u gaat rijden.
Na 5 bedrijfsuren
Voor het eerst motorolie
verversen. Zie het motor-
handboek voor overige
intervallen.
Gebruik de Quick-oliegoot
(afb. 14) (optioneel) voor het
aftappen van de olie.
Na 10 bedrijfsuren
Smeer alle draaipunten en lagers
van het rij- en rempedaal met
enkele druppels dunne olie.
Batterijpolen en -klemmen
reinigen.
Elke 25 bedrijfsuren
Smeer de smeernippels van
alle mesassen, spanrollen en
spanrolhouders met vet type
251H EP. Laat deze werkzaam-
heden door een gespecialiseerd
bedrijf uitvoeren.
Smeer de smeernippels van
wiellagers en assen van de
voorwielen met vet type
251H EP.
Gras en vuil rondom de assen
van de messen onder de
afdekkingen verwijderen. Laat
deze werkzaamheden door een
gespecialiseerd bedrijf uitvoeren.
Sturing aan de smeernippels van
de sturingsdrager met vet type
251H EP smeren. Laat deze
werkzaamheden door een
gespecialiseerd bedrijf uitvoeren.
Elke 50 bedrijfsuren
Laat vuil en grasresten door een
gespecialiseerd bedrijf van de
aandrijftransmissie verwijderen.
Volgens behoefte
Accu opladen
Geadviseerd wordt om, indien u de
machine lange tijd niet gebruikt, de
accu uit de machine te demon-
teren. Vóór het opbergen, tijdens
het opbergen elke twee maanden
en vóór het opnieuw in gebruik
nemen de accu opladen.
Controleer de accuspanning met
een voltmeter. Laad de accu op
volgens de tabel met een acculader
(maximale laadstroom 12 volt,
6 ampère) bij een spanning van
minder dan 12,6 volt (gelijkstroom).
Voltmeter-
Oplaadtoest
Vereiste
aandui-
and van de
oplaadtijd
ding
accu
12,7 Volt
100 %
–
12,4 Volt
75 %
12,2 Volt
50 %
12,0 Volt
25 %
Opmerking
Neem de voorschriften in de
gebruiksaanwijzing van de
acculader in acht.
Zekeringen vervangen
Vervang defecte zekeringen
alleen door zekeringen van
dezelfde sterkte.
Eenmaal per seizoen
Alle draaipunten en lagers
(bedieningshendels en
hoogteinstelling van het
maaiwerk) met enkele druppels
lichte olie smeren.
Bougie reinigen en ontstekings-
afstand instellen, of indien nodig
bougie vervangen. Zie het
handboek bij de motor.
Laat de assen van de
achterwielen door een
reparatiebedrijf smeren met
speciaal (waterafstotend) vet.
Maaimessen door een vakman
laten slijpen of vervangen.
Opmerking
Laat de toestand van de V-riem van
het maaiwerk regelmatig (bij uw
bezoeken aan de werkplaats)
controleren.
Nederlands
ca. 90 min.
ca. 180 min.
ca. 280 min.
51