1. Blokkeer GEEN ventilatiegaten op de camera, want de warmte die vrijkomt
kan het toestel beschadigen en de gebruiker verwonden.
2. Stel de infraroodcameralenzen NIET bloot aan een sterke energiebron zoals
de zon, lava, of laserstraal. De temperatuur van het waargenomen doel mag
niet hoger zijn dan 800°C. Anders verbrandt de camera en veroorzaakt het
permanente schade.
3. Plaats het product NIET in de buurt van een warmtebron zoals een kachel.
4. Schakel het product NIET regelmatig in en uit. Nadat het is uitgeschakeld,
wordt aanbevolen om minimaal 30 seconden te wachten voordat u het
weer inschakelt. Anders wordt de levensduur van de camera beïnvloed.
1. DJI is niet verantwoordelijk voor het mislukken van foto's of video's, ongeacht
de reden waarom een foto of video mislukt is, of voor het feit dat ze op
dusdanige wijze zijn opgenomen dat ze niet door een machine leesbaar zijn, of
dat de drone tijdens het opnemen werd uitgeschakeld.
2. Raak het oppervlak van de lens NIET aan met je hand. Je mag het
lensoppervlak niet met scherpe voorwerpen bekrassen. Anders kan de
kwaliteit van de afbeeldingen afnemen.
3. Maak het oppervlak van de cameralens schoon met een zachte, droge,
schone doek. Gebruik GEEN alkalische reinigingsmiddelen.
Gimbal
1. Precisie-elementen in de gimbal kunnen beschadigd raken door een botsing
of stoten, waardoor de gimbal abnormaal zal functioneren. Schakel de gimbal
uit en draai de pitch-as van de gimbal naar +90° om de gimbal na elk gebruik
te vergrendelen om de gimbal te beschermen.
2. Oefen GEEN externe kracht uit op de gimbal nadat deze is ingeschakeld.
3. Voeg GEEN extra lading toe aan de gimbal. Hierdoor kan de gimbal abnormaal
gaan functioneren en kan dit zelfs leiden tot blijvende motorschade.
4. De gimbal, gimbalaansluiting en gimbaldempers zijn heel kwetsbaar. Houd
de gimbaldempers uit de buurt van scherpe voorwerpen om doorprikken te
voorkomen. Het wordt aanbevolen om de draagkoffer te gebruiken wanneer
u de drone vervoert. Neem contact op met DJI Support of een erkende DJI-
dealer om de beschadigde gimbaldemper te vervangen of voor verdere
assistentie indien nodig.
Lasermodule
Neem de volgende regels in acht om botsingen, ernstig letsel en materiële
schade te voorkomen:
1. Demonteer de lasermodule NIET. Anders kun je letsel oplopen door de
laser.
2. Kijk NIET rechtstreeks naar het optische venster van de lasermodule via
een vergrootglas, verrekijker of andere optische apparatuur. Anders kunnen
je ogen door de laser beschadigd raken.
Kompas
Neem de volgende regels in acht om botsingen, ernstig letsel en materiële schade
te voorkomen:
1. Zet de drone onmiddellijk aan de grond als er tijdens de vlucht duidelijke drifts
optreden. Volg de aanwijzingen in DJI Pilot 2 of neem contact op met DJI
Support om het probleem op te lossen.
2. Vlieg NIET in een omgeving met sterke elektromagnetische interferentie of
talrijke obstakels, zoals hoogspanningstransmissiestations in bergachtige
gebieden.
3. Voer de kalibratie uit voor het opstijgen als dit wordt gevraagd in DJI Pilot 2 en
stijg op in een omgeving zonder elektromagnetische interferentie. Kalibreer het
kompas NIET op plaatsen waar magnetische interferentie is, zoals interferentie
door magnetiet, parkeerstructuren of stalen versterkingen onder de grond.
Draag GEEN ferromagnetische materialen zoals mobiele telefoons bij je tijdens
het kalibreren.
Afstandsbediening
1. Als de afstandsbediening gedurende vijf minuten niet wordt gebruikt terwijl
deze is ingeschakeld terwijl de touchscreen uit staat en niet is aangesloten
op de drone, klinkt er een waarschuwing. 30 seconden later schakelt hij
automatisch uit. Beweeg de joysticks of voer een andere actie uit op de
afstandsbediening om de waarschuwing te annuleren.
2. Zorg ervoor dat de antennes van de afstandsbediening zijn uitgeklapt en
ingesteld op de juiste plaats voor optimale transmissie.*
3. Duw de antennes NIET verder dan hun limiet. Anders kunnen ze beschadigd
raken. Neem contact op met DJI Support om de afstandsbediening te
repareren als deze beschadigd is. Een beschadigde antenne zal de prestaties
sterk verminderen.
4. Koppel de afstandsbediening en de drone elke keer als je van drone verandert.
5. Zorg ervoor dat je de drone uitschakelt voordat je de afstandsbediening
uitschakelt.
6. Laad de afstandsbediening elke drie maanden volledig op. De accu loopt leeg
als het voor langere tijd wordt opgeborgen.
7. Laad de afstandsbediening onmiddellijk op als de spanning op 0% staat.
Anders kan afstandsbediening beschadigd raken doordat hij te lang leeg is.
Ontlaad of laad de afstandsbediening tot een vermogensniveau tussen de
40% en 60% indien deze voor een langere periode wordt opgeslagen.
8. Bedek NIET de ventilatieopening of de luchtinlaat van de afstandsbediening.
Anders kunnen de prestaties van de afstandsbediening door oververhitting
verslechteren.
9. Neem voor de vervanging van de componenten bij beschadiging van de
afstandsbediening contact op met DJI of een erkende DJI-dealer. Demonteer
de afstandsbediening NIET zonder de hulp van een erkende DJI-dealer.
10. Voor optimale communicatie- en positioneringsprestaties mag je de interne
RC-antennes en de interne GNSS-antenne van de afstandsbediening NIET
blokkeren of afdekken.*
* Raadpleeg de M30/M30T Snelstartgids voor meer informatie over de positie van
de interne antennes en de opgetilde externe antennes.
DJI Pilot 2-app
1. Lees alle veiligheidsinstructies, waarschuwingsberichten en disclaimers
zorgvuldig door. Zorg dat je bekend bent met de lokale regelgeving. Het is
je eigen verantwoordelijkheid dat je op de hoogte bent van alle relevante
regelgevingen en voor het besturen van je drone op een manier die daaraan
voldoet.
a. Lees en begrijp de waarschuwingsberichten voordat je de thuisbasis reset.
b. Lees en begrijp de waarschuwingen en disclaimer voordat je de hoogte
boven de standaardlimiet instelt.
c. Lees en begrijp de waarschuwingen en disclaimer voordat je van vliegstand
wisselt.
d. Begrijp dat de uitvalbeveiliging is hoe de drone zal presteren wanneer deze
niet is verbonden met de afstandsbediening en dat de uitvalbeveiliging niet
kan worden geannuleerd voordat de drone opnieuw wordt verbonden met
de afstandsbediening. De standaardinstelling van de uitvalbeveiliging is
Return To Home (RTH).
2. Laat de drone onmiddellijk op een veilige locatie landen als daarvoor in DJI
Pilot 2 een melding verschijnt.
3. Vlieg NIET met de drone wanneer het accuniveau kritiek laag is. Anders kan de
drone gedwongen worden om te landen, wat de vliegveiligheid beïnvloedt.
4. Bekijk en geef gehoor aan alle waarschuwingsberichten op de checklist
ter voorbereiding van de vlucht die vóór elke vlucht in DJI Pilot 2 wordt
weergegeven.
5. Gebruik de DJI Assistant 2 voor het oefenen van je vliegvaardigheden als je
de drone nog nooit hebt gebruikt of als je nog NIET over voldoende ervaring
75