Vereisten Voor Vluchtomstandigheden - DJI MATRICE 30 Serie Manual Del Usuario

bereisde wegen, overheidsfaciliteiten en militaire zones).
4. Vlieg met de drone NIET boven de toegestane hoogte.
5. Houd uw drone binnen de visuele zichtlijn (VLOS).
6. Gebruik de drone NIET om illegale of gevaarlijke goederen of ladingen te
vervoeren.
1. Zorg ervoor dat u de aard/het soort van uw vliegactiviteit begrijpt (zoals
voor recreatieve doeleinden, voor openbaar gebruik of voor commercieel
gebruik) en dat u voorafgaand aan de vlucht de vereiste goedkeuringen en
toestemmingen van de betreffende overheidsinstellingen verkregen hebt.
Raadpleeg uw lokale toezichthouders voor alle uitgebreide definities en
specifieke vereisten. Voor op afstand bestuurde drones kan in bepaalde
landen en regio's een verbod gelden voor het uitvoeren van commerciële
activiteiten. Controleer alle toepasselijke wetten en verordeningen en volg
deze na voordat u gaat vliegen, aangezien deze regels kunnen verschillen van
de hier vermelde regels.
2. Respecteer de privacy van anderen wanneer je de camera gebruikt. Voer
GEEN surveillance-activiteiten uit zoals beeldregistratie, geluidsopnamen of
video-opnamen maken van personen, entiteiten, evenementen, voorstellingen,
tentoonstellingen of eigendommen zonder vergunning of wanneer er een
verwachting van privacy bestaat, zelfs indien de afbeelding of video slechts
wordt vastgelegd, of indien het geluid slechts wordt opgenomen, voor
persoonlijk gebruik.
3. Houd er rekening mee dat het maken van beelden en video's van
evenementen, optredens, tentoonstellingen of commerciële eigendommen
door middel van een camera in bepaalde gebieden in strijd kan zijn met het
auteursrecht of andere wettelijke rechten, zelfs als het beeld of de video voor
persoonlijk gebruik opgenomen wordt.
Vluchtlimieten
DJI neemt vliegveiligheid serieus en heeft daarom verschillende hulpmiddelen
ontwikkeld om gebruikers veiliger te laten vliegen. Deze hulpmiddelen bieden
geen garantie dat u alle toepasselijke wetten, voorschriften en tijdelijke
vluchtbeperkingen naleeft. U bent zelf verantwoordelijk voor uw gedrag bij het
vliegen met een DJI-drone.
Het is ten zeerste aan te raden om de firmware te updaten naar de nieuwste
versie met de DJI Pilot 2 or DJI ASSISTANT
de volgende functies volledig zijn geüpdatet. Het wordt aanbevolen om
regelmatig verbinding te maken met het internet, zodat de drone de tijdelijke
vluchtbeperkingen automatisch kan bijwerken.
GEO-zones
1. Alle GEO-zones staan vermeld op de officiële DJI-website op https://www.
dji.com/flysafe en kunnen te allen tijde geactualiseerd worden. GEO-zones
omvatten, maar zijn niet beperkt tot, luchthavens, locaties van belangrijke
gebeurtenissen, gebieden waar zich noodsituaties hebben voorgedaan (zoals
bosbranden), kerncentrales, correctiefaciliteiten, overheidsfaciliteiten en
militaire zones.
2. De instellingen en waarschuwingen van DJI voor activiteiten binnen GEO-
zones zijn alleen bedoeld om de gebruiker te helpen bij het waarborgen
van de vliegveiligheid en garanderen niet dat alle lokale wet- en regelgeving
volledig wordt nageleefd. Voor elke vlucht is de gebruiker verantwoordelijk
voor het inwinnen van advies over de relevante lokale wetten, voorschriften en
vereisten, en voor de veiligheid van zijn eigen vliegtuig.
3. Vluchtbeperkingen verschillen per zone. Deze omvatten, maar zijn niet
beperkt tot, situaties waarin waarschuwingen worden uitgegeven, opstijgen
verboden, vluchthoogte beperkt of geforceerde landing vereist is in GEO-
zones.
4. Vluchtgerelateerde functies worden in verschillende mate beïnvloed wanneer
de drone zich in de buurt van of binnen een GEO-zone bevindt. Dit omvat,
maar is niet beperkt tot, het vertragen van de drone, het niet kunnen creëren
van een thuisbasis of vluchttaak en het onderbreken van een vluchttaak.
Hoogtelimiet
1. Vlieg niet hoger dan 120 meter boven de grond en blijf uit de buurt van alle
TM 2 om ervoor te zorgen dat
omringende obstakels. * De wettelijk maximaal toegestane vlieghoogte kan
volgens lokale wet- en regelgeving lager zijn. Volg strikt alle toepasselijke
wetgeving.
2. Accepteer het disclaimerbericht als u boven de standaard hoogtelimiet wilt
vliegen, om de nieuwe hoogtelimiet in te schakelen.
* De beperkingen met betrekking tot de vlieghoogte verschillen per rechtsgebied.
Vlieg NIET boven de maximale hoogten die in de lokale wet- en regelgeving zijn
bepaald.

Vereisten voor vluchtomstandigheden

Weersomstandigheden en omgeving
De drone is ontworpen om te functioneren bij goede tot milde weersom-
standigheden. Neem de volgende regels in acht om botsingen, ernstig letsel
en materiële schade te voorkomen:
1. Gebruik de drone NIET bij extreme weersomstandigheden. Hieronder
vallen een windsnelheid van meer dan 15 m/s, sneeuw, regen, smog,
sterke wind, hagel, bliksem, tornado's of orkanen.
2. Plaats de drone op een open en vlakke ondergrond. Zorg ervoor dat de
drone ver verwijderd is van omliggende obstakels, gebouwen of bomen.
Houd de drone binnen de VLOS en let goed op het vluchtpatroon.
3. Als de omgevingsverlichting slecht is, wordt het navigatiescherm in
DJI Pilot 2 weergegeven als het zicht- of infrarooddetectiesysteem
d e f e c t i s . G e d u re n d e d e z e t i j d w e r k t h e t z i c h t s y s t e e m o f h e t
infrarooddetectiesysteem mogelijk niet goed, en de drone kan dan geen
obstakels vermijden. Observeer te allen tijde de omgeving via het livebeeld
en houd de controle over de drone om de vliegveiligheid te waarborgen.*
4. Zorg ervoor dat de bakens en de hulplampen 's avonds en 's nachts zijn
ingeschakeld voor de vliegveiligheid.
5. Stijg NIET met de drone op vanuit een bewegend voertuig.
6. Ter behoud van de reguliere levensduur van de motor mag je de drone niet
laten opstijgen of landen op zanderige of stoffige plaatsen.
* Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie over het
navigatiescherm.
1. De prestaties van de drone en de accu zijn afhankelijk van omgevingsfactoren,
zoals luchtdichtheid en temperatuur. Gebruik de drone NIET bij een
temperatuur die onder de -20°C of boven de 50°C ligt.
2. Wees EXTRA voorzichtig wanneer je de drone gebruikt in de buurt
van ongevallen, brand, explosies, overstromingen, tsunami's, lawines,
aardverschuivingen, aardbevingen, stof of zandstormen. Let op de
veiligheidsomstandigheden van de opstijg- en landingsplaatsen en de
omgeving om persoonlijke veiligheid als eerste prioriteit te garanderen.
Vereisten voor draadloze communicatie
1. Zorg ervoor dat de antennes aan de onderkant van de voorste frame-armen
en de dronebehuizing niet beschadigd zijn of los zitten.
2. Gebruik de drone in open gebieden. Hoge gebouwen of stalen constructies,
bergen, rotsen of hoge bomen kunnen de nauwkeurigheid van de
ingebouwde GNSS beïnvloeden en het videotransmissiesignaal blokkeren.
3. Voorkom verstoring tussen de afstandsbediening en andere draadloze
apparatuur. Zorg ervoor dat je wifi- en Bluetooth-apparaten in de buurt
uitschakelt wanneer je de drone met de afstandsbediening bedient.
4. Wees zeer alert als je in de buurt vliegt van gebieden met magnetische
of radio-interferentie. Daaronder zijn, zonder beperking, inbegrepen:
hoogspanningslijnen, grote onderstations of mobiele basisstations en
zendmasten. Als je dit niet doet, kan dit ertoe leiden dat de drone zich
abnormaal gedraagt of de controle verliest in gebieden met te veel
interferentie. Keer terug naar de thuisbasis en land de drone als dit in DJI Pilot
2 wordt gevraagd.
73