30 mm
27 mm
33 mm
24 mm
afbeelding 4. De markeringen op de watcHMan™-toegangshuls
7. Maak het WATCHMAN-plaatsingssysteem gereed
A. Haal het plaatsingsysteem onder steriele omstandigheden uit de verpakking.
B. Inspecteer het plaatsingssysteem vóór gebruik om u ervan te verzekeren dat de
greep, de katheterverbindingen en het hulpmiddel (via het plaatsingssysteem
inspecteren) niet beschadigd zijn.
opmerking: NIET GEBRUIKEN als de steriele barrière op enige wijze is aangetast
of als het plaatsingssysteem beschadigd lijkt.
C. Controleer of de distale tip van het hulpmiddel in lijn staat met de markering op
het plaatsingssysteem.
let op: Het WATCHMAN-hulpmiddel mag niet buiten het plaatsingssysteem
uitsteken omdat dit de plaatsingskatheter zou kunnen beschadigen.
D. Spoel het systeem door met zoutoplossing om alle lucht te verwijderen en
zorg dat het gehele plaatsingssysteem met zoutoplossing gevuld is. Open de
proximale afsluiter en spoel hem door.
opmerking: Vermijd het binnendringen van lucht, door een onder druk staande
zak met zoutoplossing aan te sluiten op de zijpoort van de toegangshuls, of
door het aanzetstuk van de toegangshuls in zoutoplossing te dompelen. U kunt
zoutoplossing uit het plaatsingssysteem laten druppelen tijdens het inbrengen in
de toegangshuls door injectie via de spoelpoort.
8. Draai de proximale klep op de toegangshuls los om enige terugstroming te
verkrijgen voordat u het plaatsingssysteem insteekt. Opmerking: De hemostaseklep
moet onbelemmerd draaien (helemaal geopend kunnen worden).
opmerking: Door de klep vast te draaien op het WATCHMAN-plaatsingssysteem
kunnen de klepdraden worden beschadigd wat kan leiden tot moeilijk sluiten van de
klep en een onvolledige afdichting als het WATCHMAN-plaatsingssysteem wordt
weggehaald.
9. Vermijd het binnendringen van lucht door het plaatsingssysteem onder fluorescopie
langzaam in de toegangshuls op te voeren.
opmerking: Zorg dat u bij het inbrengen van het plaatsingssysteem geen
hartstructuren beschadigt.
10. Zet de meest distale markering op het plaatsingssysteem onder fluorescopie in lijn
met de meest distale markering op de toegangshuls. Nadat de markeringen in lijn
zijn gezet, stabiliseert u het plaatsingssysteem, trekt u de toegangshuls terug en
drukt u de toegangshuls vast op het plaatsingssysteem: u vormt zo de toegangshuls
en het plaatsingssysteem als één geheel op.
11. Controleer de positie van de tip van het plaatsingssysteem onder fluorescopie en
TEE voordat u het hulpmiddel ontplooit.
opmerking: Spoel de katheter of meet de druk van het injectie-apparaat tijdens
het inbrengen van het plaatsingssysteem in de toegangshuls om contrastmiddel
te injecteren. De spuit of het verdeelstuk voor het contrastmiddel moet op de
spoelpoort van het plaatsingssysteem worden aangesloten. Bij gebruik van een
injectie-apparaat mag de maximale druk niet meer dan 100 psi zijn.
12. Als verplaatsing vereist is, trekt u het plaatsingsysteem los van de toegangshuls
en verwijdert u het langzaam. Plaats de krulstaartkatheter zo nodig opnieuw om
de toegangshuls te verplaatsen. Breng het plaatsingssysteem opnieuw in zoals
beschreven in stap 9 en 10.
13. Ontplooi het WATCHMAN-hulpmiddel door de klep op het plaatsingssysteem los
te draaien en de ontplooiingsknop op zijn plaats te houden terwijl u het samenstel
van plaatsingssysteem en toegangshuls terugtrekt om het hulpmiddel geheel te
ontplooien. Laat de kerndraad op zijn plaats zitten.
Distal
Distale
Marker
markering
Band
21 mm
14. Criteria voor het loshalen van het hulpmiddel:
A. positie: Het vlak met de grootste diameter ligt bij of net distaal van het LAA-
ostium en bestrijkt dit helemaal (zie afbeelding 5).
afbeelding 5. De positie en maat van het watcHMan-hulpmiddel voor laa-afsluiting
B. anker: Trek de ontplooiingsknop voorzichtig iets naar achteren en laat hem dan
los om te controleren of het hulpmiddel en LAA samen bewegen.
C. Maat (compressie): Meet het vlak met de grootste diameter van het hulpmiddel
(zie afbeelding 5). Gebruik hierbij tabel 2 als richtlijn.
D. afdichting: Controleer of alle lobben distaal van het hulpmiddel liggen en zijn
afgedicht.
tabel 2. Diameter van het watcHMan-hulpmiddel voor laa-afsluiting
Oorspronkelijke diameter (mm)
21
24
27
30
33
15. Gedeeltelijk insluiten van het hulpmiddel
opmerking: Sluit het WATCHMAN-hulpmiddel gedeeltelijk in en ontplooi het
opnieuw als het te ver distaal in het LAA-ostium ligt
A. Voer de tip van het samenstel van toegangshuls en plaatsingssysteem op naar
het hulpmiddel (niet lostrekken). Houd de ontplooiingsknop met uw rechterhand
op zijn plaats en voer het samenstel van toegangshuls en plaatsingssysteem
over de schouders van het hulpmiddel op. Plaats uw rechterduim ter stabilisatie
op het aanzetstuk van het plaatsingssysteem. U voelt enige weerstand wanneer
de schouders van het hulpmiddel collaberen. Voer het samenstel verder op tot,
maar niet voorbij, de fixatieankers. Draai de hemostaseklep aan wanneer u voor
de tweede keer weerstand ondervindt (ankercontact).
opmerking: Als het hulpmiddel tot voorbij de fixatieankers wordt ingetrokken,
moet het in zijn geheel worden ingesloten en moet het plaatsingssysteem
worden vervangen. Zie stap 16. Het WATCHMAN-hulpmiddel en
-plaatsingssysteem dienen uitsluitend voor eenmalig gebruik. Niet opnieuw
gebruiken of steriliseren.
B. Verplaats het samenstel van toegangshuls/plaatsingssysteem proximaal en
ontplooi het hulpmiddel opnieuw door de ontplooiingsknop tegen te houden en
de toegangshuls terug te trekken totdat het hulpmiddel geheel is ontplooid. Laat
de kerndraad op zijn plaats zitten.
waarscHUwInG: Haal het WATCHMAN-hulpmiddel niet los van de kerndraad
als er niet is voldaan aan de criteria voor het loshalen (stap 14).
16. Volledig insluiten van het hulpmiddel.
opmerking: Sluit het hulpmiddel in zijn geheel opnieuw in als het te proximaal is
geplaatst of als er niet aan de criteria voor het loshalen kan worden voldaan
35
Vlak met grootste diameter distaal
van ostium
Bevestigingsankers raken LAA-wand
Ontplooide diameter (80-92% van
oorspronkelijke diameter) (mm)
16,8-19,3
19,2-22,1
21,6-24,8
24,0-27,6
26,4 -30,4
Black (K) ∆E ≤5.0