Handleiding Geleiding en verklaring van de fabrikant – Elektromagnetische immuniteit
Wisselstroomvoedingspoort
Het Translux Wave-apparaat is bedoeld voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving.
De klant of gebruiker van het Translux Wave-apparaat dient ervoor te zorgen dat het apparaat alleen in een dergelij ke
omgeving wordt gebruikt.
Fenomeen
EMC-basisnorm
of testmethode
Snelle elektrische
IEC 61000-4-4
transiënten /
a) l) o)
pieken
Stootspanningen
IEC 61000-4-5
a)
Leiding-naar-leiding
b) j) o)
Stootspanningen
IEC 61000-4-5
a) b)
Leiding-naar-aarde
j) k) o)
Geleide storingen die
IEC 61000-4-6
worden veroorzaakt
c) d) o)
door RF-velden
f) p) r)
Spanningsdalen
IEC 61000-4-11
Spanningsonderbre-
IEC 61000-4-11
f) i) o) r)
kingen
a) De test kan worden uitgevoerd met elke ingangsspanning binnen het NOMINALE spanningsbereik van de Translux Wave. Als de Translux Wave wordt getest bij
een bepaalde ingangsspanning, hoeft niet opnieuw te worden getest bij andere spanningen.
b) Alle kabels van de Translux Wave zij n aangesloten tij dens de test.
c) De kalibratie voor stroominjectieklemmen dient te worden uitgevoerd in een 150 Ω-systeem.
d) Als de frequentiestappen een ISM- of amateurband, zoals van toepassing, overslaan, moet een extra testfrequentie worden gebruikt in de ISM- of amateurra-
dioband. Dit geldt voor elke ISM- en amateurradioband binnen het gespecifi ceerde frequentiebereik.
e) Er kunnen tests worden uitgevoerd op andere modulatiefrequenties zoals aangeduid in het RISICOBEHEERPROCES.
f) Translux Wave-apparaten met een gelij kspanningsvoeding die zij n bestemd voor gebruik met wisselstroom-gelij kstroomomvormers moeten worden getest met
een omvormer die voldoet aan de specifi caties van de FABRIKANT van de Translux Wave. De IMMUNITEITSTESTNIVEAUS worden toegepast op de wisselstroo-
mingang van de omvormer.
g) Geldt alleen voor Translux Wave-apparaten die zij n aangesloten op een eenfase-wisselstroomvoorziening.
h) Bij voorbeeld, 10/12 betekent 10 perioden bij 50 Hz of 12 perioden bij 60 Hz.
i) Translux Wave-apparaten met een NOMINALE ingangstroom van meer dan 16 A / fase moeten eenmaal worden onderbroken voor 250/300 cycli bij een wille-
keurige hoek en bij alle fasen tegelij kertij d (indien van toepassing). Translux Wave-apparaten met accureservevoeding gaan na de test terug naar netstroom-
werking. Voor Translux Wave-apparaten met een NOMINALE ingangstroom van niet meer dan 16 A, moeten alle fasen gelij ktij dig worden onderbroken.
j) Translux Wave-apparaten die niet beschikken over een overspanningsbeveiligingsapparaat in het primaire voedingscircuit mogen enkel worden getest bij ± 2
kV leiding(en) naar aarde en ± 1 kV leiding(en) naar leiding(en).
k) Niet van toepassing op KLASSE II Translux Wave.
l) Er dient gebruik te worden gemaakt van directe koppeling.
m) r.m.s. , voordat modulatie wordt toegepast.
n) De ISM-banden (industriële, wetenschappelij ke en medische banden) tussen 0,15 MHz en 80 MHz zij n 6,765 MHz tot 6,795 MHz; 13,553 MHz tot 13,567 MHz;
26,957 MHz tot 27,283 MHz en 40,66 MHz tot 40,70 MHz. De amateurradiobanden tussen 0,15 MHz en 80 MHz zij n 1,8 MHz tot 2,0 MHz, 3,5 MHz tot 4,0 MHz,
5,3 MHz tot 5,4 MHz, 7 MHz tot 7,3 MHz, 10,1 MHz tot 10,15 MHz, 14 MHz tot 14,2 MHz, 18,07 MHz tot 18,17 MHz, 21,0 MHz tot 21,4 MHz, 24,89 MHz tot
24,99 MHz, 28,0 MHz tot 29,7 MHz en 50,0 MHz tot 54,0 MHz.
o) Van toepassing op Translux Wave met NOMINALE ingangstroom die lager is dan of gelij k is aan 16 A / fase en Translux Wave met NOMINALE ingangstroom van
meer dan 16 A / fase.
p) Van toepassing op Translux Wave met NOMINALE ingangstroom die lager is dan of gelij k is aan 16 A / fase.
q) Bij sommige fasehoeken kan het toepassen van deze test op Translux Wave met netstroomingang via een transformator het openen van een overspanningsbe-
veiligingsapparaat veroorzaken. Dit kan gebeuren als gevolg van de verzadiging van de magnetische fl ux van de transformatorkern na het spanningsdal. In dit
geval moet de Translux Wave BASISVEILIGHEID bieden tij dens en na de test.
r) Voor Translux Wave-apparaten die meerdere spanningsinstellingen of automatische spanningsbereikbepaling hebben, moet de test worden uitgevoerd bij de
minimale en maximale NOMINALE ingangsspanning. Translux Wave-apparaten met een NOMINALE ingangsspanning van minder dan 25% van de hoogste
NOMINALE ingangsspanning moet wordt getest bij één NOMINALE ingangsspanning binnen het bereik.
Immuniteitstestniveaus
±2 kV bij contact
100 KHz pulsfrequentie
± 0,5 kV, ± 1 kV
± 0,5 kV, ± 1 kV, ± 2kV
3 V
m)
0,15 MHz - 80 MHz
m)
6 V
in ISM-banden tussen
n)
0,15 MHz en 80 MHz
e)
80% AM bij 1 KHz
g)
0% U
; 0,5 cyclus
T
Bij 0°, 45°, 90°, 135°, 180°,
225°, 270° en 315°
0 % U
; 1 cyclus
T
en
70% U
; 25/30 cycli
h)
T
Eenfase: bij 0°
h)
0% U
; 250/300 cycli
T
Elektromagnetische omgeving –
Richtlij nen
De kwaliteit van de stroomvoorziening
moet gelij k zij n aan die van een typische
zakelij ke of ziekenhuisomgeving.
De kwaliteit van de stroomvoorziening
moet gelij k zij n aan die van een typische
zakelij ke of ziekenhuisomgeving.
De kwaliteit van de stroomvoorziening
moet gelij k zij n aan die van een typische
zakelij ke of ziekenhuisomgeving.
Draagbare of mobiele communicatieappa-
raten met radiofrequentie mogen niet wor-
den gebruikt in de directe nabij heid van het
product inclusief de kabels ervan, tenzij de
aanbevolen scheidingsafstanden in acht
genomen worden, die met de vergelij king
berekend worden die voor de frequentie
van de zender toepasselij k is.
De kwaliteit van de stroomvoorziening
moet gelij k zij n aan die van een typische
zakelij ke of ziekenhuisomgeving.
De kwaliteit van de stroomvoorziening
moet gelij k zij n aan die van een typische
zakelij ke of ziekenhuisomgeving.
NL
- 25 -