Publicidad
gingssensor kan zo worden ingesteld, dat ofwel het
volledige detectiebereik van de camera voor de ac-
tiviteitsdetectie is ingesteld ofwel alleen deelberei-
ken die voor elke camera afzonderlijk kunnen wor-
den ingesteld. Wanneer zich in dit gevoelige bereik
een wijziging voordoet, wordt het alarm in werking
gesteld. Voor elke camera kan u twee onafhankelij-
ke bereikinstellingen opslaan die in met betrekking
tot weekdag en tijdstip verschillend kunnen worden
geactiveerd.
Belangrijk: De activering van het alarm via een in-
terne bewegingssensor is enkel moge-
lijk, wanneer deze alarmfunctie inge-
schakeld is (zie hoofdstuk 8.8, menu-
item 7: instelling "Enable" in de regel
"DSS" en de bewegingsdetectie is in-
geschakeld (zie hoofdstuk 8.9, menu-
item 8: instelling "Enable").
Wanneer een alarm in werking treedt in de modus
Live-bewaking, worden de volgende functies geac-
tiveerd:
- Er weerklinkt een signaal [voor zover de zoemer
voor deze alarmfunctie werd ingeschakeld (zie
hoofdstuk 8.8, menu-punt 7: instelling "BUZ" in
de regel "DSS")]. Door op een willekeurige toets
te drukken, stopt u het geluidssignaal, wanneer
het toetsenbord niet werd geblokkeerd via het in-
stelmenu (zie hoofdstuk 8.10, menu-item 9: in-
stelling "Key Lock").
- Het alarmrelais schakelt [voor zover het voor
deze alarmfunctie voor geactiveerd werd (zie
hoofdstuk 8.8, menu-item 7: instelling "RLY" in
de regel "DSS")].
- De spot-monitor schakelt bij enkelvoudig alarm
naar het schermvullende beeld van betreffende
camera. Bij meervoudig alarm schakelt de spot-
monitor constant met het schakelinterval dat in
menu 7 onder "Alarm Dwell" is ingesteld, tussen
de schermvullende beelden van de camera's. In
het beeld van de betreffende camera wordt de
melding "M" ingevoegd. [De wijziging van de
weergave van de spotmonitor in geval van alarm
is enkel mogelijk, wanneer de spotmonitor op de
que la zona de vigilancia entera de la cámara esté
sensibilizada para el reconocimiento de activada o
solamente regulado para segmentos regulados indi-
vidualmente para cada cámara. Si en esta zona
sensibilizada, una modificación se produce, una
alarma está conectada. Para cada cámara es posi-
ble memorizar dos reglajes de zona independientes
que pueden estar activadas según el día y la hora
de manera distinta.
Importante: la conexión de la alarma por el detector
interno de movimientos es posible solo
cuando esta función de alarma está ac-
tivada (vea capítulo. 8.8, punto 7:
reglaje "Enable" en la línea "DSS" y el
reconocimiento de movimiento conec-
tado (vea capítulo 8.9, punto 8: reglaje
"Enable").
Si una alarma se activa en el modo de funcio-
namiento de vigilancia en directo, las funciones si-
guientes se activan:
- Una señal se emite [si el buzzer está activado
para esta función de alarma (vea capítulo 8.8,
punto 7: reglaje "BUZ" en la línea "DSS")].
Pulsando en una tecla cualquiera, la señal se
para, cuando el teclado no está desactivado con
el menú de reglaje (vea capítulo 8.10, punto 9:
reglaje "Key Lock").
- El relé de alarma conmuta [si está activado para
esta función de alarma (vea capítulo 8.8, pun-
to 7, reglaje "RLY" en la línea "DSS")].
- El monitor spot conmuta en caso de alarma
única en la imagen pantalla completa de la cá-
mara correspondiente. En caso de alarma múlti-
ple, conmuta en continuo entre la imágenes
pantalla completa de las cámaras correspon-
dientes en el intervalo de conmutación regulada
en el menú 7 en "Alarm Dwell". En la imagen de
la cámara, le mensaje "M" se visualiza. [La mo-
dificación de la pantalla del monitor spot en caso
de alarma es posible solo si el monitor spot está
regulado en la pantalla de esta función de
alarma (vea capítulo 8.8, punto 7: reglaje "S.M"
en la línea "DSS")].
weergave van deze alarmfunctie werd ingesteld
(zie hoofdstuk 8.8, menu-item 7: instelling "S.M"
in de regel "DSS")].
- De hoofdmonitor schakelt naar het alarmweerga-
veformaat dat in het menu 7 onder "Alarm Dis-
play" is geselecteerd: Bij selectie van de optie
"4 x 4" schakelt de monitor naar het beeldformaat
"Mozaïekbeeld 4 x 4". Bij selectie van de optie
"Full" schakelt de monitor bij enkelvoudig alarm
naar het schermvullend beeld van de betreffende
camera. Bij meervoudig alarm schakelt de spot-
monitor constant met het schakelinterval dat in
menu 7 onder "Alarm Dwell" is ingesteld, tussen
de schermvullende beelden van de betreffende
camera's. In het beeld van de camera wordt de
melding "M" ingevoegd. [De wijziging van de
weergave van de hoofdmonitor in geval van
alarm is enkel mogelijk, wanneer de hoofdmoni-
tor op de weergave van deze alarmfunctie werd
ingesteld (zie hoofdstuk 8.8, menu-item 7: instel-
ling "M.M" in de regel "DSS")].
- Voor opnames via de jack VCR OUT (22) resp.
(25) wisselen beeldfrequentie (overeenkomstig
de instelling "Alarm Mode" in het menu 4, hoofd-
stuk 8.5) en opnameformaat (naargelang het in-
gestelde opnameformaat voor alarm bij bewe-
gingsdetectie; zie hiervoor menu 7, hoofdstuk
8.8: instelling "REC" in de regel "DSS").
- In het alarmprotocol van het instelmenu (zie
hoofdstuk 8.10, menu-item 9: optie "Alarm History
List") en in de alarmstatustabel (zie hoofdstuk
6.2.9 "Status van de toestelinstellingen") wordt de
activering van het alarm geregistreerd: Vermeld
worden het alarmtype (markering "M" voor alarm
bij bewegingsdetectie), het betrokken camera-
kanaal en het tijdstip, inclusief de datum.
7.2.1
Alarm bij bewegingsdetectie resetten
Wanneer de alarmduur is verstreken die voor het
alarm bij bewegingsdetectie is ingesteld (zie hoofd-
stuk 8.9, menu-item 8: instelling "Activity Hold"), wor-
den de hierboven beschreven processen beëindigd.
Druk tweemaal kort na elkaar op de toets SE-
LECT (2) om het alarm vóór afloop van de inge-
- El monitor principal conmuta en el formato de
pantalla de alarma seleccionada en el menú 7 en
"Alarm Display"; si elige la opción "4 x 4", el mo-
nitor pasa en formato de pantalla "imagen múlti-
ple 4 x 4". Si la opción "Full" está seleccionada, el
monitor pasa en caso de alarma única en el for-
mato imagen pantalla completa de la cámara co-
rrespondiente. En caso de alarma múltiple, con-
muta en continuo con el intervalo de conmutación
regulado en el menú 7 en "Alarm Dwell", entre las
imágenes en pantalla completa de las cámaras
correspondientes. En la imagen de la cámara, el
mensaje "M" se visualiza. [La modificación de la
pantalla del monitor principal en caso de alarma
es posible solo si el monitor principal está regu-
lado en la pantalla de esta función de alarma (vea
capítulo 8.8, punto 7: reglaje "M.M" en la línea
"DSS")].
- Para de las grabaciones vía la toma VCR OUT
(22) o (25), la cantidad de imágenes (según el
reglaje "Alarm Mode" en el menú 4, capítulo 8.5)
y el formato de grabación (según el formato re-
gulado para la alarma en caso de detección de
movimientos, vea capítulo 8.8, punto 7: reglaje
"REC" en la línea "DSS") cambian.
- En el protocolo de alarma del menú de reglaje
(vea capítulo 8.10, punto 9: opción "Alarm Hi-
story List") y en la tabla de estado de alarma
(vea capítulo 6.2.9 "Estado de los reglajes del
aparato"), la conexión de alarma está grabada:
el tipo de alarma (señal "M" para alarma de de-
tector de movimientos), el canal correspon-
diente, el momento y la fecha están en pantalla.
7.2.1
Reinicialización de alarma en caso de re-
conocimiento de movimientos
Si la duración de alarma regulada para la alarma en
caso de reconocimiento de movimiento está aca-
bada (vea capítulo 8.9, punto 8: reglaje "Activity
Hold"), los procesos explicados arriba están acaba-
dos.
Para desconectar la alarma antes el final de la
duración regulada, pulse dos veces brevemente la
tecla SELECT (2); esta posibilidad de interrupción
stelde tijdsduur te beëindigen. Deze mogelijkheid
om een alarm te beëindigen, kan in het instelmenu
worden verhinderd (zie hoofdstuk 8.7, menu-item 6:
instelling "Alarm Reset Button"). Wanneer u het in-
stelmenu via de toets MENU (1) oproept, worden
het alarmproces eveneens voortijdig beëindigd. Bij
ingeschakelde wachtwoordbeveiliging moet boven-
dien de viercijferige code worden ingevoerd.
7.3
Alarm bij beeldverlies
Het alarm wordt in werking gesteld, wanneer het vi-
deosignaal op de camera-ingang uitvalt, bijvoor-
beeld bij het uitvallen van een camera of bij onder-
breking van de camerakabels.
Belangrijk: De activering van een alarm bij beeld-
verlies is enkel mogelijk, wanneer deze
alarmfunctie ingeschakeld is (zie hoofd-
stuk 8.8, menu-item 7: instelling "En-
able" in de regel "VLOSS").
Bij activering van het alarm, worden volgende func-
ties geactiveerd:
- De LED boven de cijfertoets (15) van de over-
eenkomstige camera knippert.
- Op de hoofdmonitor en de spotmonitor wordt de
melding "VLOSS" in het beeld van de overeen-
komstige camera ingevoegd.
- Er weerklinkt een signaal [voor zover de zoemer
voor deze alarmfunctie werd ingeschakeld (zie
hoofdstuk 8.8, menu 7: instelling "BUZ" in de
regel "VLOSS")]. Door op een willekeurige toets
te drukken, stopt u de geluidssignaal, wanneer
het toetsenbord niet werd geblokkeerd via het in-
stelmenu (zie hoofdstuk 8.10, menu-item 9: in-
stelling "Key Lock").
- Het alarmrelais schakelt [voor zover het voor
deze alarmfunctie werd geactiveerd (zie hoofd-
stuk 8.8, menu-item 7: instelling "RLY" in de
regel "VLOSS")].
- Wanneer de spotmonitor werd ingesteld om
deze alarmfunctie weer te geven (zie hoofdstuk
8.8, menu-item 7: instelling "S.M" in de regel
"VLOSS") schakelt hij bij enkelvoudig alarm naar
de una alarma puede estar bloqueada en el menú
de reglaje (vea capítulo 8.7, punto 6: reglaje "Alarm
Reset Button"). Una búsqueda del menú de reglaje
vía la tecla MENU (1) desconecta también antes del
final las actividades de la alarma. Si la protección
por clave está activada, debe también introducir la
clave de 4 posiciones.
7.3
Alarma en caso de perdidas de imagen
Una alarma está conectada cuando la señal vídeo
está en falta en una entrada de cámara, p. ej. por
corte del cable o avería de la cámara.
Importante: la conexión de la alarma en caso de
perdidas de imagen es posible solo si
esta función de alarma está activada
(vea capítulo 8.8, punto 7: reglaje "Ena-
ble" en la línea "VLOSS").
En caso de alarma, las funciones siguientes están
activadas:
- El LED encima de la tecla numerada (15) de la
cámara correspondiente parpadea.
- En el monitor principal y en el monitor spot, el
mensaje "VLOSS" aparece en la imagen de la
cámara correspondiente.
- Una señal se emite [si el buzzer está conectado
para esta función (vea capítulo. 8.8, punto 7:
reglaje "BUZ" en la línea "VLOSS")]. Pulsando
en una tecla cualquiera, la señal está cortada si
el teclado no está bloqueado por el menú de
reglaje (vea capítulo 8.10, punto 9: reglaje "Key
Lock").
- El relé de alarma conmuta [sí está activado para
esta función de alarma (vea capítulo 8.8, pun-
to 7, reglaje "RLY" en la línea "VLOSS")].
- Cuando el monitor spot está regulado en la pan-
talla de esta función de alarma (vea capítulo 8.8,
punto 7, reglaje "S.M." en la línea "VLOSS"), con-
muta en la imagen pantalla completa (en falta)
de la cámara correspondiente en caso de alarma
única. En caso de alarma múltiple, conmuta en
continuo con el intervalo regulado en menú 7
"Alarm Dwell" entre las imágenes pantalla com-
pleta (en falta) de las cámaras correspondientes.
NL
B
E
61
Publicidad
Capítulos
