7.2 Maattekeningen
Servomotor series 384-511 t/m 513
10
Afb. 4
Servomotor series 384-511 t/m 513
Servomotor series
384-511
384-512
384-513
Afmetingen in mm
Servomotor series 384-711 t/m 717
Afb. 5
Servomotor series 384-711 t/m 717
Servomotor series
384-711
384-712 - 384-714
384-715 - 384-717
Afmetingen in mm
158
L1
L1
222
208,5
221
L1
L1
204
221
222
8. Transport en opslag
Transporteer aandrijvingen uitsluitend in
hun originele verpakking. Gebruik de
beschermende verpakking niet als trans-
portverpakking.
Voorzichtig
Stel aandrijvingen niet bloot aan zware tril-
lingen. De servomotor niet gooien of laten
vallen.
Wanneer een pomp wordt besteld in com-
binatie met een servomotor, dan wordt de
N.B.
servomotor op de doseerpomp gemon-
teerd zodat deze aansluitklaar is.
8.1 Uitpakken
•
Bewaar het verpakkingsmateriaal voor toekom-
stige opslag of retour zenden, of voer het verpak-
kingsmateriaal af in overeenstemming met de
lokale regelgeving.
•
Monteer de servomotor zo snel mogelijk na het
uitpakken.
8.2 Opslag/stilstandtijden
•
Sla de servomotor op in een goed geventileerde
droge ruimte op een pallet of rack (beschermd
tegen vocht). Bedek de servomotor met folie om
deze te beschermen tegen stof en vuil.
•
Voorkom condensatie (bijv. wanneer de tempera-
tuur fluctueert).
Wanneer de servomotor langer dan 4 maand opge-
slagen moet worden, houd dan tevens de volgende
punten aan:
•
Plaats een laag absorberend materiaal onder het
deksel van de aandrijving.
Sla de servomotor op in een droge, koele plek.