Installatie; Algemene Opmerkingen; Het Later Voorzien Van Een Doseerpomp Met Een Elektrische Servomotor - Grundfos 384-511 Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

9. Installatie

9.1 Algemene opmerkingen

Waarschuwing
Het is een feit dat bepaalde delen een
gevaarlijke spanning voeren wanneer elek-
trische apparaten worden gebruikt. Uitslui-
tend elektriciens of getrainde personen die
zijn geïnstrueerd en onder toezicht staan
van een specialistische elektricien mogen
werkzaamheden aan de elektrische instal-
laties of apparatuur en de relevante elek-
trotechnische regels moeten worden aan-
gehouden.
Waarschuwing
Bij het uitvoeren van installatie-, inbedrijf-
stelling en testwerkzaamheden, moeten
alle van toepassing zijnde veiligheids- en
ongevallenpreventieregels moeten wor-
den aangehouden.
Waarschuwing
Zorg er voor dat u voorafgaande aan het
starten van eventuele (installatie)werk-
zaaamheden van welke aard dan ook aan
de aandrijving dat alle gerelateerde machi-
nes/installaties zijn uitgeschakeld.
Het is van essentieel belang dat u deze
instructiehandleiding leest voorafgaande
N.B.
aan het uitvoeren van installatie- en inbe-
drijfstelling.
Waarschuwing
De servomotor mag uitsluitend worden
gemonteerd door een gekwalificeerde spe-
cialist.
Wanneer een pomp wordt besteld in com-
binatie met een servomotor, dan wordt de
N.B.
servomotor op de doseerpomp gemon-
teerd zodat deze aansluitklaar is.
9.2 Het later voorzien van een doseerpomp
met een elektrische servomotor
Waarschuwing
Bij het naderhand monteren van een elek-
trische servomotor op een doseerpomp,
moet u de instructies en waarschuwingen
aanhouden zoals omschreven in paragraaf
10. Elektrische
11. Inbedrijfstelling
12. Bedrijf.
aansluitingen, paragraaf
en paragraaf
Leveringsomvang van de elektrische servomotor
Lantaarnstuk, frontplaat, schaalring met schroef,
koppeling (drie delen) met twee stifttappen.
Borgschroeven voor lantaarnstuk en servomotor.
Benodigd gereedschap
Inbussleutel 2 mm, 2,5 mm, 5 mm, schroevendraaier
Controleren van de 0 % positie
De servomotor is ingesteld op de 0 % positie vooraf-
gaande aan levering. Echter, vanwege veiligheidsre-
denen moet deze 0 % positie worden gecontroleerd
en indien nodig gecorrigeerd.
Voor een servomotor met omkeer-potentiometer:
1. Sluit de voedingsspanning aan voor de richting
"sluiten/min." zoals weergegeven in het aansluit-
schema; zie paragraaf
omkeer-potentiometer.
2. Schakel de netspanning in.
3. De servomotor gaat naar de 0 % positie.
4. Zet de voedingsspanning uit en verwijder de net-
spanningskabel.
Voor een servomotor met analoge besturing:
1. Sluit de voedingsspanningskabel aan zoals weer-
gegeven op het aansluitschema; zie paragraaf
10.3 Servomotor met analoge
2. Schakel de voedingsspanning in.
3. Zet de serviceschakelaar in de "Handmatig" stand.
4. Duw de handmatige instelschakelaar naar "-" tot-
dat de grenswaardeschakelaar de servomotor
uitschakeld.
5. Reset de serviceschakelaar naar de "Auto"
stand.
6. Zet de voedingsspanning uit en verwijder de net-
spanningskabel.
Voor alle servomotoren:
1. Sluit de pomp aan op de elektrische voeding.
2. Schakel de voedingsspanning in.
3. Draai de slaginstelknop van de pomp naar de
0 % stand.
4. Schakel de voedingsspanning uit.
Verwijderen de voorkant van de pomp
1. Verwijder de kap van de instelknop.
2. Voor DMX: Schroef de borgschroef los aan de zij-
kant van de instelknop.
3. Verwijder de borgschroef en trek de instelknop er
recht uit.
– Zorg er voor dat u de 0 % positie niet wijzigt.
4. Verwijder de voorkant.
10.2 Servomotor met
besturing.
159