Akoestisch vermogen
ALARA-principe
ALARA-principe toepassen
De beeldvormingsmodus van het systeem, die door de gebruiker van het ultrasone systeem wordt
geselecteerd, wordt bepaald door de vereiste diagnostische informatie. 2D-beeldvorming levert
anatomische informatie; CPD-beeldvorming biedt informatie over de energie of amplitudesterkte van het
Doppler-signaal in de loop van de tijd op een bepaalde anatomische locatie en wordt gebruikt om de
aanwezigheid van bloedstroom te detecteren; Color-beeldvorming levert informatie over de energie of
amplitudesterkte van het Doppler-signaal in de loop van de tijd op een bepaalde anatomische locatie en
wordt gebruikt om de aanwezigheid, snelheid en richting van bloedstroom te detecteren; Tissue Harmonic
Imaging (THI) gebruikt hogere ontvangen frequenties om onduidelijkheid en artefacten te verminderen en
resolutie op het 2D-beeld te verbeteren. Als de gekwalificeerde gebruiker van het ultrasone systeem de aard
van de gebruikte beeldvormingsmodus begrijpt, kan het ALARA-principe worden toegepast.
Passend gebruik van ultrageluid betekent het beperken van blootstelling van de patiënt tot het laagste
ultrasone vermogen gedurende de kortst mogelijke tijd die nodig is om geaccepteerde diagnostische
resultaten te verkrijgen. Beslissingen die passend gebruik ondersteunen, zijn gebaseerd op het type patiënt,
het onderzoekstype, de geschiedenis van de patiënt, het gemak of de moeilijkheid van het verkrijgen van
diagnostisch nuttige informatie en mogelijk plaatselijke verhitting van de patiënt wegens de
oppervlaktetemperatuur van de transducer.
Het systeem is zodanig ontworpen dat de temperatuur van het oppervlak van de transducer de limieten die
in IEC 60601-2-37: Bijzondere eis voor de veiligheid van ultrasonische medische diagnostische en
'Stijging van de
bewakingsapparatuur worden vermeld, niet overschrijdt. Raadpleeg
oppervlaktetemperatuur van de transducer'
op pagina 10-9. In geval van een storing in het apparaat zijn
er redundante bedieningselementen die het vermogen van de transducer begrenzen. Dit wordt bereikt door
een elektrisch ontwerp waarmee zowel de stroom als de spanning van de voeding naar de transducer wordt
beperkt.
De echografist gebruikt de bedieningselementen van het systeem om de beeldkwaliteit af te stellen en het
ultrasone vermogen te beperken. De bedieningselementen van het systeem zijn onderverdeeld in drie
categorieën met betrekking tot vermogen: bedieningselementen die het vermogen direct beïnvloeden,
bedieningselementen die het vermogen indirect beïnvloeden en bedieningselementen van de ontvanger.
602
ALARA-principe