Installatie; Verboden En Fout Gebruik; Transport En Opslag - Tractel HT 9 Manual De Empleo Y De Mantenimiento

Correa de salvamento
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 22
BELANGRIJK:
Zie ook § 7 periodiek uit te voeren controles op de
uitrustingen die in deze handleiding beschreven worden.
Controle van de reddingslus:
- De riem en de draden van de naden mogen geen sporen van
slijtage, uitrafeling, verbrandingen of scheuren vertonen.
- De afstelbare elementen en de gespen mogen geen
vervormingen vertonen, noch sporen van slijtage en moeten
correct werken.
GEVAAR:
Bij twijfels omtrent de veiligheid moet elke uitrusting
opgeslagen worden om het gebruik ervan te vermijden tot
een bevoegde persoon de uitrusting controleert.
4.1.2. Controle vóór evacuatie
Vóór elk gebruik van deze uitrusting is het noodzakelijk te
controleren of:
- er zich geen obstakels bevinden op het evacuatietraject
waarmee de persoon eventueel in contact kan geraken,
- er geen risico bestaat dat de te evacueren persoon tegen één
van de samenstellende onderdelen kan stoten tijdens de
evacuatie of tijdens het loskoppelen van de persoon.

4.2. Installatie

GEVAAR:
Vóór het gebruik, dient u de manier te overwegen waarop
een reddingsoperatie in alle veiligheid en op een
doeltreffende manier uitgevoerd kan worden.
Voor een doeltreffend gebruik van een reddingslus is het
verplicht deze op een evacuatiesysteem te koppelen (type
afdaler of andere), dat zelf gekoppeld is op een structureel
verankerpunt conform de norm EN 795 of dat weerstand
biedt aan meer dan 10 kN.
4.2.1. Installatie van de uitrusting op de operator
De installatie van de reddingslus op de operator gebeurt in
4 stappen:
Stap 1 (fig. 2): de operator plaats zijn armen van de elastieke
draagriemen alsof hij een rugzak gaat dragen.
Stap 2 (fig. 3): de operator zoekt het punt van de reddingslus,
passeert deze tussen zijn benen en brengt deze naar boven.
Stap 3 (fig. 4 en 5): de operator brengt de 3 draagriemen samen
naargelang de kleur die overeenstemt met de maat:
- Maat XL de blauwe borstverbindingen (b) en de blauwe
koppeling tussen de benen (b) onderling verbinden met een
connector.
- Maat M de rode borstverbindingen (c) en de rode koppeling
tussen de benen (c) onderling verbinden met een connector.
- Maat S de zwarte borstverbindingen (d) en de rode koppeling
tussen de benen (c) onderling verbinden met een connector.
Stap 4 (fig. 6): de operator koppelt de 3 lussen van de
reddingslus vast op een connector van het evacuatiesysteem.
Een eerste suspensietest, op beperkte hoogte en op een veilige
plaats, is aanbevolen om te controleren of de reddingsriem goed
afgesteld is en voldoende comfort verschaft voor het voorziene
gebruik.
4.2.2. Installatie van het evacuatiesysteem
BELANGRIJK:
De koppeling op het verankerpunt of de structuur moet
gebeuren aan de hand van een connectie conform de norm
EN 362 of EN 795. Het verankerpunt moet een minimale
weerstand van 10 kN bezitten.
OPMERKING:
Het verankerpunt (EN 795) moet zich in de mate van het
mogelijke boven het middel van de operator bevinden.
De koppeling van de reddingslus op het evacuatiesysteem moet
gebeuren aan de hand van een connector conform de norm
EN 362.
4.3. Gebruik
GEVAAR:
De
reddingslussen
niet
toepassingen dan de evacuatie van personen, zoals
bijvoorbeeld
de
beveiliging
elastiekspringen.
Vóór het gebruik moet de redder de te evacueren persoon
inlichten over de gevaren van het trauma dat veroorzaakt kan
worden door het ophangen in de hoogte.
De uitrustingen zijn geschikt voor een gebruik op een werf in
open lucht en voor een temperatuurbereik gelegen tussen -40°C
en +60°C.
Vermijd alle contacten met scherpe kanten of met schurende
oppervlakken of chemische producten.

5. Verboden en fout gebruik

GEVAAR: Het is verboden:
• De in deze handleiding beschreven uitrustingen te gebruiken
zonder op voorhand een risicoanalyse uit te voeren, met name
omtrent de omgeving waarin de te evacueren persoon zal
evolueren en om elk risico op botsingen te vermijden.
• De in deze handleiding beschreven uitrustingen te gebruiken
om zich te beveiligen tegen een hoogteval.
• De in deze handleiding beschreven uitrustingen te gebruiken
om andere operaties uit te voeren dan evacuaties, bijvoorbeeld
elastiekspringen.
• De in deze handleiding beschreven uitrustingen te gebruiken
als de temperatuur niet ligt tussen -40 °C en +60°C.
• Eén van de samenstellende onderdelen beschreven in deze
uitrusting in contact te brengen met scherpe kanten,
schurende oppervlakken, chemische producten en alle
warmtebronnen.
• De in deze handleiding beschreven uitrustingen te gebruiken
zonder op voorhand een visuele controle van de volledig
uitrusting uit te voeren, in het bijzonder de veiligheids
elementen.
• De in deze handleiding beschreven elementen te gebruiken als
de laatste jaarlijkse controle (zie § 7.1.) meer dan 12 maanden
geleden uitgevoerd werd.
• De in deze handleiding beschreven uitrustingen te wijzigen,
hetzij door het verwijderen hetzij door het toevoegen of het
vervangen van een element zonder voorafgaandelijk
schriftelijke goedkeuring van Tractel
• De in deze handleiding beschreven uitrustingen te reinigen op
een manier die niet conform de in deze handleiding vermelde
instructies is (zie § 7.2).
• De in deze handleiding beschreven elementen te gebruiken als
één van de markeringen niet langer aanwezig of leesbaar is
(zie § 9).

6. Transport en opslag

De uitrustingen dienen in hun oorspronkelijke verpakking
getransporteerd en opgeslagen te worden.
Tijdens de opslag en/of het transport moeten de uitrustingen
beveiligd worden tegen schade die bijvoorbeeld veroorzaakt
kunnen worden door scherpe kanten, een rechtstreekse
warmtebron, chemische producten, UV-stralingen, enz... .
gebruiken
voor
andere
tegen
hoogtevallen,
®
SAS.
NL

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

1498

Tabla de contenido