Wilo Rexa FIT Serie Manual Del Usuario página 114

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 65
Nederlands
Bij langere gebruiksduur met dit opstellingstype, moet
het aggregaat aan de bodem worden bevestigd. Hier-
door worden trillingen verhinderd en wordt een rustige
en slijtarme loop gegarandeerd.
1 Monteer de standvoet aan de drukaansluiting.
2 Monteer het bochtstuk aan de drukaansluiting.
3 Bevestig de drukslang met een slangklem aan het
bochtstuk.
Alternatief kan een Storz-koppeling op het bochtstuk
en een Storz-slangkoppeling op de drukslang worden
gemonteerd.
4 Leg de stroomtoevoerkabel zodanig dat deze niet
beschadigd raken kan.
5 Positioneer het product in de bedrijfsruimte. Bevestig
indien nodig hijsmiddelen aan de draaggreep om het
product op te tillen en op de gewenste plaats (schacht,
put) neer te zetten.
6 Controleer of het product verticaal en op een vaste
ondergrond staat. Het wegzakken moet vermeden
worden!
7 Laat het product door een elektrotechnicus aan het
stroomnet aansluiten en de draairichting controleren
zoals beschreven in het hoofdstuk Ingebruikneming.
8 Slang zodanig leggen dat deze niet beschadigd kan
raken. Bevestig indien nodig op desbetreffende plaats
(bijv. afvoer).
Gevaar door losspringen van de drukslang!
Door een ongecontroleerd losspringen van de
drukslang bestaat gevaar voor letsel. De druk-
slang moet daarom worden beveiligd. Het knik-
ken van de drukslang moet worden verhindert.
Let op voor verbrandingen!
De behuizingsdelen kunnen ruim boven 40 °C
heet worden. Er bestaat verbrandingsgevaar!
Laat het product na het uitschakelen eerst tot op
de omgevingstemperatuur afkoelen.
5.4.3 Niveauregeling
Met een niveauregeling kunnen vulpeilen vastgesteld
worden en kan het aggregaat automatisch worden in-
en uitgeschakeld. De vulpeilen kunnen met vlotter-
schakelaars, drukmetingen, ultrasone metingen of
elektroden geregistreerd worden.
De volgende punten moeten daarbij in acht genomen
worden:
• Bij het gebruik van vlotterschakelaars moet opgelet
worden dat ze zich in de ruimte vrij kunnen bewegen!
• Het minimale waterpeil mag niet worden onderschre-
den!
• De maximale schakelfrequentie mag niet worden over-
schreden!
• Bij sterk wisselende vulpeilen dient het niveau alge-
meen te worden geregeld via twee meetpunten.
Zodoende kunnen grotere schakelverschillen worden
bereikt.
Installatie
De „A"-uitvoering van de FIT-serie is uitgerust met een
vlotterschakelaar voor de bepaling van het niveau.
Hierbij wordt afhankelijk van de hellingshoek van de
vlotterschakelaar een contact gesloten of geopend.
114
Het schakelniveau is vastgelegd aan de hand van de
kabellengte van de vlotterschakelaar.
Neem de gegevens over zowel de maximale scha-
kelfrequentie als het minimale waterpeil in acht!
5.5 Droogloopbeveiliging
Er moet absoluut opgelet worden dat er geen lucht in
de behuizing van het hydraulische systeem dringt.
Daarom moet de machine altijd tot aan de bovenkant
van de behuizing van het hydraulische systeem in het
transportmedium ondergedompeld zijn. Voor de opti-
male bedrijfsveiligheid raden we u daarom aan om een
droogloopbeveiliging in te bouwen.
Deze moet met behulp van vlotterschakelaars of elek-
troden worden gegarandeerd. De vlotterschakelaar /
elektrode wordt in de schacht bevestigd en schakelt
het product bij het onderschrijden van de minimale
wateronderdompeling uit. Als de droogloopbeveiliging
bij sterk wisselende vulstanden slechts met een vlot-
ter of elektrode gerealiseerd wordt, bestaat de moge-
lijkheid dat het aggregaat continu in- en uitschakelt!
Dit kan tot gevolg hebben dat het maximale aantal
inschakelingen (schakelcycli) van de motor wordt over-
schreden.
5.5.1 Aanwijzingen ter voorkoming van hoge schakelcycli
Handmatig terugzetten - Bij deze mogelijkheid wordt
de motor na het onderschrijden van het minimale
onderdompelingspeil uitgeschakeld en bij voldoende
waterpeil met de hand weer ingeschakeld.
Separaat herinschakelpunt - Met een tweede scha-
kelpunt (extra vlotter of elektrode) wordt er voldoende
verschil tussen uitschakelpunt en inschakelpunt gerea-
liseerd. Daarmee wordt een constant schakelen voor-
komen. Deze functie kan met een niveauregelrelais
worden gerealiseerd.
5.6 Elektrische aansluiting
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting
bestaat levensgevaar door stroomschokken.
Elektrische aansluiting alleen door een door het
plaatselijke energiebedrijf goedgekeurde elek-
trotechnicus en volgens de plaatselijk geldende
voorschriften laten uitvoeren.
• Stroom en spanning van de netaansluiting moeten
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
• Stroomtoevoerleidingen volgens geldende normen/
voorschriften leggen en volgens de aderbezetting aan-
sluiten.
• Beschikbare bewakingsinrichtingen, bijv. voor de ther-
mische motorbewaking, moeten worden aangesloten
en de werking ervan moet worden gecontroleerd.
• Voor de correcte werking van draaistroommotoren
moet er een naar rechts draaiend draaiveld aanwezig
zijn.
• Product aarden volgens de voorschriften.
Vastgeïnstalleerde producten moeten volgens de nati-
onaal geldende normen worden geaard. Als er een
aarddraadaansluiting aanwezig is, moet deze aan de
gemarkeerde boring of aardingsklem () worden aan-
gesloten met een geschikte schroef, moer, borgring en
WILO SE 10/2011 V4.1WE

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Rexa fit v06da-110/ead1-2-t0015-540-p

Tabla de contenido