Kleinere storingen kunt u met behulp van het volgende overzicht
zelf verhelpen.
Neem bij twijfel contact op met de geautoriseerde klantenservice.
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken
Schakel voor alle onderhoudswerkzaamheden het voertuig uit en
trek de sleutel eruit.
Fout
Voertuig kan niet worden ge-
start
Motor loopt onregelmatig
Motor draait, maar apparaat
rijdt niet of slechts langzaam
Motor schakelt niet uit
(hoofdschakelaar op 0)
Stof bij het vegen/onvoldoen-
de zuigcapaciteit
Veegcapaciteit niet bevredi-
gend
Inschakeling zijbezems func-
tioneert niet
Zijbezems draaien niet
Legen vuilreservoir functio-
neert niet
Instructie
Bij alle niet vermelde storingen met de klantenservice (service)
contact opnemen!
Hulp bij storingen
Storingen op het voertuig
Oplossing
Accu controleren/laden.
Hoofdschakelaar inschakelen.
Op de bestuurdersplaats plaats nemen (stoelcontactschakelaar wordt geactiveerd).
Rijrichtingshendel in stand NEUTRAAL - middelste stand.
Brandstof tanken, brandstofsysteem ontluchten.
Brandstoffilter controleren, reinigen en/of vervangen.
Brandstofaansluitingen en leidingen controleren.
Geautoriseerde klantenservice op de hoogte brengen.
Luchtfilter reinigen/vervangen.
Brandstoffilter controleren, reinigen en/of vervangen.
Brandstof tanken, brandstofsysteem ontluchten.
Brandstofaansluitingen en leidingen controleren.
Geautoriseerde klantenservice op de hoogte brengen.
Parkeerrem loszetten.
Stand van de vrijloophendel controleren.
Oliepeil van de rijhydraulica door de klantenservice laten controleren.
Bij vriestemperaturen en koude hydraulische olie: Laat het apparaat minstens 3 minuten warm
draaien.
Brandstofkraan aan de brandstoffilter sluiten.
Brandstoftransportpomp loskoppelen.
Als dit meermaals voorvalt, met de klantenservice contact opnemen.
Vuilreservoir leegmaken.
Zuigventilator inschakelen.
Slang op zuigventilator controleren.
Afdichtingen controleren/vervangen:
a Afdichtmanchet zuigventilator.
b Afdichting filterkast.
c Afdichtingen vuilreservoir.
Stoffilter controleren/reinigen/vervangen.
a Correcte plaatsing van de stoffilter controleren.
b Stoffilter bij lichte verontreinigingen reinigen.
c Stoffilter bij beschadiging of sterke verontreiniging vervangen.
Afdichtlijsten op slijtage controleren/instellen/vervangen.
Veegwals en zijbezems op slijtage controleren, indien nodig vervangen.
Afdichtlijsten op slijtage controleren, indien nodig instellen/vervangen.
Werking van de grofvuilklep controleren.
Veegwalshelften op correcte plaatsing controleren.
Vulniveau van de hydraulische olietank controleren.
Hydraulisch systeem op dichtheid controleren.
Contact opnemen met de klantenservice.
Vulniveau van de hydraulische olietank controleren.
Hydraulisch systeem op dichtheid controleren.
Zijbezems op ingewikkelde banden controleren.
Contact opnemen met de klantenservice.
Nederlands
Reparatiewerkzaamheden en werkzaamheden aan elektrische
componenten mogen alleen door de geautoriseerde klantenser-
vice worden uitgevoerd.
389