Installatie - 3M DBI SALA ROLLGLISS R550 Instrucciones De Uso

3.0

INSTALLATIE

;
De installatie van het Rollgliss™ R550 reddings- en ontsnappingsapparaat moet worden begeleid door een gekwalificeerd
persoon . De installatie moet worden gecertificeerd door een deskundige die aangeeft dat voldaan wordt aan de criteria voor
1
een gecertificeerde verankering of dat het systeem in staat is om de potentiële krachten die teweeg zouden kunnen worden
gebracht tijdens een val op te vangen.
3.1 PLANNING: Plan uw R550-apparaat in en hoe het zal worden gebruikt voordat u met uw werk begint. Let vóór, gedurende en
na een val op alle factoren die uw veiligheid negatief kunnen beïnvloeden. Neem alle eisen, beperkingen en specificaties die in
paragraaf 2 en tabel 1 zijn gedefinieerd in acht.
3.2 HET R550 REDDINGS- EN ONTSNAPPINGSAPPARAAT INSTALLEREN: Het R550-apparaat kan worden bevestigd aan een
verankering of aan een vaste ladder. Zorg ervoor dat het R550-apparaat vóór gebruik correct is geïnstalleerd volgens de volgende
procedures:
;
Volgens EN 1496:2002 bedraagt de maximale afstand die een slachtoffer van een val kan worden neergelaten met het R550
reddings- en ontsnappingsapparaat 2,0 m (6,56 ft). Voor afstanden die deze limiet overschrijden, moet de redding worden
uitgevoerd met de afdalingsfunctie van dit apparaat. Zie "Ontsnapping van één persoon zonder assistentie" en "Gelijktijdige
redding en ontsnapping" in paragraaf 4.2.
;
Bij het verbinden van het R550-apparaat met een anker, moet u verifiëren dat de verbinding de afdaling niet blokkeert of
beperkt.
• Het R550-apparaat verbinden met een anker: Zie afbeelding 6 voor voorbeelden van verbinding van het R550-apparaat
met een verankering. Zie deel 2 voor de vereisten aangaande compatibiliteit en verankeringssterkte.
A Verankering
B Verankeringsverbinding
C Karabijnhaak
D Kernmanteltouw
E Verankeringsverbinding (kernmantelstrop)
• Het R550-apparaat verbinden met een vaste ladder: Zie afbeelding 7 voor een voorbeeld van bevestiging van het
R550-apparaat aan de sporten van een vaste ladder met behulp van een 3M ladderbeugelaccessoire. Het R550-apparaat
wordt op de ladderbeugel gemonteerd door het onderste oog van de R550 over de pen op de ladderbeugel te plaatsen en
de kogelborgpen door de montagegaten in de R550-ankerlus en de ladderbeugel te steken. R550-apparaten die met de
ladderbeugel zijn gemonteerd, vereisen nog steeds dat de eenheid met de verankeringshendel wordt bevestigd aan een
verankering van voldoende sterkte. Zie paragraaf 2 voor vereisten voor verankeringssterkte.
A Verankering
B Verankeringsverbinding (kernmantelstrop)
C Karabijnhaak
D Balvergrendelpen
E Vaste ladder
F Laddersporten
G Ladderbeugel
• De reddingslijn voorbereiden: Laat een uiteinde van de reddingslijn naar de grond of landingszone zakken. Zorg ervoor
dat de reddingslijn vrij is van knopen of knikken.
4.0 GEBRUIK
4.1 VÓÓR ELK GEBRUIK: Zorg ervoor dat uw werkgebied en persoonlijke systeem voor valbescherming (PFAS) voldoen aan alle
criteria die zijn gedefinieerd in paragraaf 2 en dat er een formeel reddingsplan aanwezig is. Inspecteer het R550 reddings- en
ontsnappingsapparaat volgens de 'Gebruikers'-inspectiepunten gedefinieerd in het 'Inspectie- en onderhoudslogboek' (tabel 2).
Verifieer dat de afdalingsenergieklasse van het apparaat het maximum niet overschrijdt (zie tabel 1). Als de inspectie een
onveilige of defecte toestand aantoont, of als het apparaat de maximale afdalingsenergieklasse overschrijdt, mag het apparaat
niet worden gebruikt. Stel het apparaat buiten gebruik en vernietig het of neem contact op met 3M voor vervanging of reparatie.
4.2 REDDINGSTOEPASSINGEN: Het R550 reddings- en ontsnappingsapparaat kan worden gebruikt voor reddingstoepassingen
volgens de hierna genoemde methoden:
;
Gebruik geen lichaamsgordel met deze apparatuur. Lichaamsgordels steunen niet uw volledige lichaam en u kunt ernstig
verwond geraken.
;
Gebruikers van deze apparatuur moeten in goede fysieke conditie zijn. De gebruiker moet in staat zijn om de landing op te
vangen.
;
Draag altijd handschoenen wanneer u de reddingslijn hanteert om de afdalingssnelheid te controleren.
ONTSNAPPING VAN ÉÉN PERSOON ZONDER ASSISTENTIE: Procedures om een afdaling zonder assistentie uit te voeren met
het R550 reddingssysteem zijn als volgt:
1. Verbind aan een volledig lichaamsharnas of andere lichaamsondersteuning (afbeelding 8): Een volledig
lichaamsharnas of ander middel om de gebruiker te ondersteunen moet samen met het R550-apparaat worden
gebruikt. Gebruik geen lichaamsgordel met dit apparaat. Wanneer u een volledig lichaamsharnas gebruikt, verbindt u de
veiligheidshaak van de reddingslijn aan de D-ring aan het borstbeen (A) of de D-ring aan de rugkant van het harnas (B).
Controleer of de D-ring zo geplaatst is dat de gebruiker rechtop gehouden wordt. Zie de instructies van de fabrikant van het
volledige lichaamsharnas voor meer informatie.
All manuals and user guides at all-guides.com
120