Gelijktijdige Redding En Ontsnapping - 3M DBI SALA ROLLGLISS R550 Instrucciones De Uso

Ocultar thumbs Ver también para DBI SALA ROLLGLISS R550:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 55
(zie afbeelding 10). Buig uw knieën om u voor te bereiden op de landing. Maak na de landing de reddingslijn los van de
lichaamsondersteuning. Registreer alle afdalingen in het Afdalingslogboek (tabel 3).
;
Het R550 reddings- en ontsnappingsapparaat kan tijdens gebruik heet worden, waardoor de gebruiker zich kan
verwonden als hij/zij andere onderdelen dan die voor het controleren van de afdaling aanraakt. Gebruik zwaarder dan
binnen de aangegeven limieten voor belasting en afdalingslengte kan overmatige hitte veroorzaken die de afdalingslijn kan
beschadigen.
GELIJKTIJDIGE REDDING EN ONTSNAPPING: Zie afbeelding 9.2. In situaties waarbij het slachtoffer van de val hulp nodig
heeft, kan de redder met gelijktijdige redding en ontsnapping het slachtoffer vergezellen tijdens de afdaling:
;
Tijdens een redding moet er te allen tijde direct of indirect visueel contact of een ander communicatiemiddel met het slachtoffer zijn.
;
Bij tweepersoonsafdalingen met het R550-apparaat mag een totaal gecombineerd gewicht (inclusief gereedschap,
kleding, lichaamsondersteuning, enz.) van 282 kg en een afdalingsafstand van 175 m niet worden overschreden.
1.
Naar het slachtoffer afdalen: In situaties waarin het slachtoffer van een val aan het bestaande valstopsubsysteem hangt,
zal het noodzakelijk zijn dat de hulpverlener naar de locatie van het slachtoffer afdaalt om hulp te bieden. Volg de stappen in
paragraaf 4.2: 'Ontsnapping van één persoon zonder assistentie' om af te dalen naar het slachtoffer.
;
Wanneer de positie van het slachtoffer wordt bereikt, kan de afdaling worden onderbroken door het vrije uiteinde
van het touw stevig vast te pakken en vast te houden (zie afbeelding 10). Als een secundaire hulpverlener beschikbaar
is bij het R550-apparaat, kan het vrije uiteinde van het touw door de varkensstaart worden geleid en vervolgens in de
nokklampen worden vastgezet om onbedoelde afdaling te voorkomen terwijl de primaire redder het slachtoffer vastmaakt.
2.
Verbind het slachtoffer met het R550-apparaat: Bind een reddingstouw (RL) (of gelijkwaardig gereedschap) tussen de
veiligheidshaak van de reddingslijn die is verbonden aan de D-ring (RD) op de voorzijde of de D-ring op de achterzijde van
het volledige lichaamsharnas (C) van het slachtoffer.
;
Gebruik geen lichaamsgordel met deze apparatuur. Lichaamsgordels steunen niet uw volledige lichaam en u kunt
ernstig verwond geraken.
Het valstopsubsysteem van het slachtoffer ontkoppelen: Zorg ervoor dat het slachtoffer veilig is bevestigd aan het
3.
R550-apparaat en maak vervolgens het valstopsubsysteem van het slachtoffer (vanglijn, enz.) los om het slachtoffer te
bevrijden voor afdaling.
;
Als een secundaire redder beschikbaar is bij het R550 reddings- en ontsnappingsapparaat kan de reddingsnaaf worden
gebruikt om het slachtoffer enigszins op te tillen om zijn of haar valstopsubsysteem los te maken.
4.
Afdalen naar een veilige plek: Laat het vrije uiteinde van de reddingslijn los om met de afdaling te beginnen. De
daalsnelheid wordt automatisch geregeld op een snelheid beschreven in tabel 1 door de centrifugaalrem van het
R550-apparaat. De afdaling kan worden onderbroken door het vrije uiteinde van de reddingslijn stevig vast te pakken
(zie afbeelding 10). Buig uw knieën om u voor te bereiden op de landing. Maak na de landing de reddingslijn los van de
lichaamsondersteuning. Registreer alle afdalingen in het Afdalingslogboek (tabel 3).
;
Het R550-apparaat kan tijdens gebruik heet worden, waardoor de gebruiker zich kan verwonden als deze andere
onderdelen aanraakt dan die voor het controleren van de afdaling worden gebruikt. Gebruik zwaarder dan binnen
de aangegeven limieten voor belasting en afdalingslengte kan overmatige hitte veroorzaken die de afdalingslijn kan
beschadigen.
4.3
NA EEN REDDING: Het R550-apparaat moet uit gebruik worden genomen nadat het in een reddingsactie is gebruikt. Het
R550-apparaat moet vervolgens worden vernietigd of naar een geautoriseerd servicecentrum worden gestuurd voor inspectie en
reparatie. Zie paragraaf 5.3 voor meer informatie.
5.0
INSPECTIE
;
Nadat het product buiten gebruik is gesteld, mag het niet opnieuw in gebruik worden genomen totdat een bevoegd
persoon schriftelijk heeft bevestigd dat dit aanvaardbaar is.
5.1
REGELMAAT VAN INSPECTIE: Het R550-apparaat moet worden geïnspecteerd op de intervallen die zijn aangegeven in
paragraaf 1. Bovendien moet het R550-apparaat elke vijf jaar voor inspectie en onderhoud naar een geautoriseerd servicecentrum
worden gestuurd. Zie paragraaf 5.3 voor meer informatie. De inspectieprocedures zijn beschreven in het 'Logboek voor inspectie
en onderhoud' (tabel 2). Inspecteer alle overige onderdelen van het valbeschermingssysteem volgens de frequenties en
procedures zoals beschreven in de betreffende instructies van de fabrikant.
;
Inspectie vochtbestendige behuizing: Als het R550-apparaat continu wordt opgeslagen in een vochtbestendige behuizing
(zie afbeelding 12), zijn maandelijkse en jaarlijkse inspecties niet vereist en kan het apparaat met tussenpozen van maximaal
tien jaar naar een geautoriseerd servicecentrum worden gestuurd. Naast de inspectie voorafgaand aan elk gebruik, moet de
vochtigheidsindicator op de behuizing (zie afbeelding 12) jaarlijks worden geïnspecteerd en moeten de datum en initialen van
de inspecteur worden vermeld op het inspectielabel van de behuizing. Als de vochtigheidsindicator een waarde van 60 of hoger
aangeeft (taartpuntindicator), moet de behuizing buiten gebruik worden gesteld en moet de inhoud worden geïnspecteerd
volgens de procedures die zijn gedefinieerd in het "Inspectie- en onderhoudslogboek" (tabel 2).
5.2
DEFECTEN: Als de inspectie een onveilige of defecte toestand aantoont, of als er twijfel bestaat over de geschiktheid voor veilig
gebruik, moet u het R550-apparaat onmiddellijk buiten gebruik stellen en het label "NIET GEBRUIKEN" aanbrengen. Probeer niet
om het apparaat te repareren.
5.3
HERCERTIFICERING: Nadat het buiten gebruik is gesteld, of ten minste om de vijf jaar (exclusief opslag in een vochtbestendige
behuizing), moet het R550-apparaat naar een geautoriseerd servicecentrum worden gestuurd voor grondige inspectie, onderhoud
en hercertificering.
5.4
GEBRUIKSDUUR VAN HET PRODUCT: De functionele levensduur van het R550-apparaat wordt bepaald door
All manuals and user guides at all-guides.com
122

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido