Voor De Inbedrijfstelling - Kärcher KM 130/300 R LPG Manual

Ocultar thumbs Ver también para KM 130/300 R LPG:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 83
Motorregeleenheid (ECU)
ECU - Engine Control Unit
De motorregeleenheid regelt en bewaakt
de motorfuncties.
Motorstoringen die tijdens de werking op-
treden, worden weergegeven:
– Foutcode en foutbeschrijving verschij-
nen op het display
– Gele resp. rode waarschuwingslampje
brandt: motorrendement wordt geredu-
ceerd resp. motor wordt uitgeschakeld
– Alarmgeluid klinkt.
 Storingen, zoals hoge koelwatertempe-
ratuur of lage oliedruk, kunnen met de
juiste maatregelen door de klant wor-
den verholpen
 Bij verdere storingen contact opnemen
met de erkende klantenservice van KÄ-
RCHER of KUBOTA.
1 Displayweergave
Koelvloeistoftemperatuur
Motortoerental
Rijprogramma
Accuspanning
Vloeistofpeil brandstoftank
Bedrijfsurenteller
2 Waarschuwingslampje rood (STOP)
Fouten met vele oorzaken: motor wordt
uitgeschakeld
3 Controlelampje (L1)
4 Motorcontrolelampje (MIL)
Kort knipperend - tijdelijke fout
De fout kan worden genegeerd, omdat
deze niet permanent aanwezig is
Permanent brandend - fout
De fout dient spoedig in een erkende
werkplaats te worden verholpen. Er be-
staat geen direct gevaar voor het voer-
tuig en het milieu
Snel knipperend - ernstige fout
Het voertuig onmiddellijk laten repare-
ren om verdere fouten te vermijden.
Hoge belasting vermijden!
5 Waarschuwingslampje geel (CHECK)
Fout in de aandrijving
6 Controlelampje (L2)
7 Waarschuwingslampje geel
Fouten met vele oorzaken: alarmgeluid
klinkt
Functietoetsen
Met de functietoetsen kan het motortoeren-
tal op 2 standen worden ingesteld.
Voor het vervoeren:
Aanbevolen motortoerental, 1500 1/min
74
Voor het vegen:
Motortoerental, 2550 1/min
A Functietoets <Menu>
B Functietoets <Naar boven>
C Functietoets <Naar beneden>
D Functietoets <Opslaan/bevestigen>
 Functietoets <Menu> langer indrukken,
het ingestelde motortoerental wordt op
het display weergegeven.
 Om het motortoerental te wijzigen de
functietoets <Naar boven> resp. <Naar
beneden> indrukken.
 Om op te slaan de functietoets <Op-
slaan/bevestigen> indrukken.
Pedalen
1 Rempedaal
2 Gaspedaal
3 Parkeerrem

Voor de inbedrijfstelling

Chauffeurscabine omhoog klappen
Om verschillende werkzaamheden uit te
voeren, kan het nodig zijn om de chauf-
feurscabine (optioneel) eerst naar boven te
kantelen.
Instructie: Chauffeurscabine mag enkel op
een effen terrein (± 5 °) gekanteld worden.
 Vergrendeling chauffeurscaine openen.
 Chauffeurscabine omhoog kantelen tot
de veiligheidshendel vastklikt.
 Vooraleer de chauffeurscabine neerge-
laten wordt, de veiligheidshendel ont-
grendelen.
Parkeerrem vergrendelen/loszetten
 Parkeerrem loszetten, daarbij rempe-
daal induwen.
 Parkeerrem vergrendelen, daarbij rem-
pedaal induwen.
Veegmachine zonder
zelfaandrijving bewegen
 Motorafdekking openen.
 Vrijloophefboom van de hydraulische
pomp 90 ° zijdelings naar beneden
klappen.
6
-
NL
VOORZICHTIG
Beweeg de veegmachine zonder eigen
aandrijving niet over lange afstanden en
niet sneller dan 10 km/h.
 Vrijloophefboom na het verschuiven
opnieuw naar boven klappen.
Veegmachine met zelfaandrijving
bewegen
 Wanneer de vrijloophendel van de hy-
draulische pomp voor het verplaatsen
van de machine open gedraaid werd,
moet deze in de richting van de wijzers
van de klok tot de aanslag terugge-
draaid worden.
Speciaal gereedschap gebruiken.
Inbedrijfstelling
Algemene aanwijzingen
 Voor de inbedrijfstelling de gebruiks-
aanwijzing van de motorfabrikant lezen
en in het bijzonder de veiligheidsin-
structies in acht nemen.
 Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
 Contactsleutel uitnemen.
 Parkeerrem vastzetten.
Gasfles monteren/vervangen
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
 Veiligheidstechnische richtlijnen voor
vloeibaar gas-motorvoertuigen in acht
nemen.
 IJsvorming en schuimend-gele afzettin-
gen op de gasfles duiden op een lek.
 De flessen mogen alleen door hierin
geenstrueerde personen worden uitge-
voerd.
 Drijfgasflessen mogen niet in garages
en niet in ruimtes onder de aarde wor-
den gewisseld.
 Bij het wisselen van de flessen niet ro-
ken en geen open verlichting gebrui-
ken.
 Bij het wisselen van de fles het afsluit-
ventiel van de vloeibaargasfles stevig
dichtdraaien en afschermkap direct op
de lege fles plaatsen.
WAARSCHUWING
Er dienen alleen goedgekeurde ruilflessen
van 11 kg inhoud te worden gebruikt.
VOORZICHTIG
Het gebruik van huishoudgas en camping-
gas is principieel verboden.
Vloeistofmengsels van propaan en butaan
zijn toegestaan. Het propaangehalte moet
ten minste 90% zijn.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

1.186-146.0

Tabla de contenido