Rad-G
®
Herbruikbare SpO
gebruik bij één patiënt
Herbruikbaar (sensor)
Voordat u deze sensor gebruikt, moet u de gebruikershandleiding bij het apparaat en deze gebruiksaanwijzing lezen en
begrepen hebben.
INDICATIES
De Rad-G
herbruikbare YI-sensor is geïndiceerd voor de continue, niet-invasieve bewaking van de functionele zuurstofverzadiging
®
van arteriële hemoglobine (SpO
baby's en pasgeborenen in situaties met en zonder beweging en voor patiënten met goede of slechte doorbloeding in ziekenhuizen,
medische instellingen, mobiel en thuis.
CONTRA-INDICATIES
De Rad-G herbruikbare YI-sensor voor meerdere plaatsen is gecontra-indiceerd voor patiënten die allergisch zijn voor
urethaanschuimproducten en/of plakband.
BESCHRIJVING
De Rad-G YI-sensor wordt op de sensorplaats aangebracht met behulp van de Masimo
zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik bij één patiënt. De Rad-G YI is uitsluitend bedoeld voor gebruik met apparaten met Masimo
SET
-oximetrie of een licentie voor het gebruik van Rad-G YI-sensoren. De Masimo-bevestigingswraps zijn uitsluitend bestemd voor
®
gebruik met Rad-G herbruikbare YI-sensoren voor meerdere plaatsen. Raadpleeg de producent van de verschillende instrumenten
inzake compatibiliteit van een specifiek instrument en sensormodellen. Elke instrumentenmaker is er verantwoordelijk voor om te
bepalen of zijn instrumenten compatibel zijn met elk sensormodel. De YI-serie is gevalideerd met Masimo SET-oximetrietechnologie.
Ten minste om de vier (4) uur of eerder moet de sensor worden verwijderd en de plaats worden gecontroleerd en moet, indien
geïndiceerd op basis van de bloedsomloopsituatie of integriteit van de huid, de sensor op een andere bewakingsplek worden
aangebracht.
WAARSCHUWING: Masimo-sensoren en -kabels zijn ontworpen voor gebruik met apparaten met Masimo SET
licentie voor het gebruik van Masimo-sensoren.
WAARSCHUWINGEN, LET OP-MELDINGEN EN OPMERKINGEN
• Alle sensoren en kabels zijn bestemd voor gebruik met specifieke monitors. Controleer vóór gebruik de compatibiliteit van de
monitor, de kabel en de sensor, omdat incompatibiliteit tot slechte prestaties en/of letsel bij de patiënt kan leiden.
• De sensor mag geen zichtbare gebreken, verkleuringen of beschadigingen vertonen. Als de sensor is verkleurd of beschadigd,
mag u deze niet langer gebruiken.
• Gebruik nooit een beschadigde sensor of een sensor met blootliggende elektrische bedrading.
• De plek moet frequent of conform het klinisch protocol worden gecontroleerd. Let hierbij op goed kleven, een goede
bloedsomloop, een goede huidconditie en een goede optische uitlijning.
• Wees uiterst voorzichtig bij patiënten met een slecht doorbloede huid; huiderosie en druknecrose kan ontstaan als de sensor
niet vaak genoeg wordt verplaatst. Controleer de plek bij slecht doorbloede patiënten minstens één keer per uur en verwijder
de sensor als er tekenen optreden van weefselischemie.
• De doorbloeding op de sensorplaats moet regelmatig worden gecontroleerd.
• Bij een slechte doorbloeding moet de sensorplek dikwijls worden gecontroleerd op tekenen van weefselischemie, die
druknecrose kan veroorzaken.
• Bij een zeer slechte doorbloeding op de bewaakte plaats kan de afleeswaarde lager zijn dan de arteriële zuurstofverzadiging
in de kern.
• Gebruik geen tape om de sensor op de plek te bevestigen; dit kan de bloedsomloop beperken en aanleiding geven tot
onjuiste afleeswaarden. Het gebruik van extra kleefband kan huidbeschadiging en/of druknecrose veroorzaken of de sensor
beschadigen.
• Positioneer de kabel en patiëntenkabel voorzichtig om te voorkomen dat de patiënt verstrikt of beklemd raakt.
• Onjuist aangebrachte sensoren of gedeeltelijk loslatende sensoren kunnen onjuiste metingen veroorzaken.
• Het gebruik van een verkeerd sensormodel kan onjuiste meetwaarden of uitblijven van meetwaarden veroorzaken.
• Als een sensor te strak is aangebracht of strakker komt te zitten door oedeem, zijn de metingen onnauwkeurig en kan
druknecrose worden veroorzaakt.
• Onnauwkeurige SpO
2
• Aderverstopping kan een te lage afleeswaarde van de eigenlijke arteriële zuurstofverzadiging veroorzaken. Daarom dient men
te zorgen voor de juiste veneuze stroming in de bewaakte locatie. De sensor mag zich niet lager dan het hart bevinden (zoals
het geval is met een sensor op de hand van een patiënt wiens arm over de bedrand hangt, Trendelenburg-positie).
• Veneuze pulsaties kunnen verkeerde, te lage SpO
positie).
• De kloppingen van de intra-aorta ballonsteun kunnen bij de polsfrequentie worden geteld op het overeenkomstige
weergavevenster van de oximeter. Vergelijk de polsfrequentie van de patiënt met de hartslag op het ECG.
• Plaats de sensor niet op een vinger of teen waar een arteriële katheter of bloeddrukmanchet op is aangebracht.
• Bij gebruik van pulsoximetrie tijdens bestraling van het gehele lichaam moet de sensor buiten het stralingsveld worden
gehouden. Als de sensor aan de straling wordt blootgesteld, kan de afleeswaarde tijdens de actieve bestralingsperiode foutief
zijn of nul bedragen.
• Gebruik de sensor niet tijdens een MRI-scan of in een omgeving waarin een MRI-apparaat staat.
• Bronnen van sterk omgevingslicht zoals operatielampen (xenonlampen), bilirubinelampen, neonbuizen, infrarood hittelampen
en direct zonlicht kunnen de werking van een sensor storen.
• Om interferentie uit de omgeving te voorkomen, moet de sensor correct worden aangebracht, en zo nodig moet de plek waar
de sensor is aangebracht met ondoorzichtig materiaal worden bedekt. Indien deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen in
een omgeving met sterk licht, kan een onjuiste meting het gevolg zijn.
• Onnauwkeurige metingen kunnen worden veroorzaakt door EMI-stralingsinterferentie.
YI
-sensor voor meerdere plaatsen en bevestigingswraps voor
2
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
LATEX
PCX-2108A
02/13
) en de hartfrequentie (gemeten met een SpO
2
-metingen kunnen worden veroorzaakt door abnormale veneuze pulsatie of aderverstopping.
Bij de productie is geen natuurrubberlatex gebruikt
-metingen veroorzaken (bijv. regurgitatie van tricuspidalisklep, Trendelenburg-
2
28
-sensor) voor gebruik bij volwassenen, kinderen,
2
-bevestigingswraps. De bevestigingswraps
®
nl
Niet-steriel
-oximetrie of met een
®
9987E-eIFU-1221