Descargar Imprimir esta página

Kärcher B 260 RI R100 Manual Del Usuario página 73

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 47
De parameters kunnen niet door de gebruiker worden
gewijzigd en zijn onafhankelijk van de keuze van het rei-
nigingsprogramma op de programmakeuzeschakelaar
(de functies "0", transport en afzuiging blijven ongewij-
zigd).
Met behulp van de grijze intelligente sleutel kunnen de
volgende parameters worden ingesteld voor de witte in-
telligente sleutel:
● Rijsnelheid
● Werksnelheid
● Borsteltoerental (alleen R-reinigingskop)
● Aanpersdruk
● Waterhoeveelheid
● RM-dosering
● Afzuiging
● Werklamp
● Zwaailicht
● RM-dosering AAN/UIT
● Voorveegwerk
● Waterventiel zuigbalk
● Taal
Witte intelligente sleutel programmeren
1. De grijze intelligente sleutel erin steken.
2. Aan de infoknop draaien tot op het display het
menupunt "Sleutelmenu" wordt weergegeven.
3. Op de infoknop drukken.
4. De grijze intelligente sleutel eruit trekken en de te
personaliseren witte intelligente sleutel erin steken.
5. Het te wijzigen menupunt selecteren door aan de in-
foknop te draaien.
6. Op de infoknop drukken.
7. De instelling van het menupunt selecteren door aan
de infoknop te draaien.
8. De instelling bevestigen door op het menupunt te
drukken.
9. Het volgende te wijzigen menupunt selecteren door
aan de infoknop te draaien.
10. Aan de infoknop draaien tot het menupunt "Op-
slaan?" wordt weergegeven.
11. Op de infoknop drukken.
De instellingen worden opgeslagen.
12. Aan de infoknop draaien tot het menupunt "Menu
verlaten?" wordt weergegeven.
13. Op de infoknop drukken.
Bediening met witte intelligente sleutel
1. De witte intelligente sleutel erin steken.
● De functies "OFF", Rijden en Afzuigen functioneren
zoals normaal.
● In alle andere standen van de programmakeu-
zeschakelaar zijn de op de witte intelligente sleutel
geprogrammeerde parameters actief. Er kunnen
geen verschillende reinigingsprogramma's meer
worden geselecteerd.
Transport
GEVAAR
Rijden op stijgende hellingen
Gevaar voor letsel
Gebruik het apparaat voor het laden en lossen alleen op
hellingen tot de maximale waarde (zie hoofdstuk "Tech-
nische gegevens").
Trap altijd het rempedaal in om snelheid te minderen.
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij het vervoer rekening met het gewicht van het
apparaat.
1. Bij gemonteerde D-reinigingsknop de schijfborstels
uit de borstelkop verwijderen.
2. Bij het transport in voertuigen het apparaat conform
de geldende richtlijnen tegen wegglijden en omval-
len beveiligen.
Opslag
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het ap-
paraat.
LET OP
Vorst
Vernietiging van het apparaat door bevriezend water.
Verwijder al het water uit het apparaat.
Bewaar het apparaat op een vorstvrije plaats.
Houd bij het kiezen van de parkeerplaats rekening met
het totale gewicht van het apparaat om de stabiliteit niet
in gevaar te brengen.
● Dit apparaat mag alleen in binnenruimtes worden
opgeslagen.
● Voor een langere levensduur de batterijen volledig
opladen.
● De batterijen bij opslag minstens één keer per
maand volledig opladen.
Verzorging en onderhoud
GEVAAR
Gevaar voor letsel door het apparaat!
Elektrische schok door per ongeluk opstartend appa-
raat.
De programmaschakelaar naar de stand "0" draaien.
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de intelli-
gente sleutel uittrekken.
Trek de netstekker van de oplader eruit.
Trek de batterijstekker eruit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door bewegende elementen!
Na het uitschakelen lopen zuigturbine, zijbezems en fil-
terreiniging na.
Voer geen werkzaamheden aan het apparaat uit voor-
dat de componenten tot stilstand zijn gekomen.
 Het vuilwater en vuilwater aftappen en afvoeren.
Onderhoudsintervallen
Na elk gebruik
LET OP
Beschadigingsgevaar!
Gevaar voor beschadiging van het apparaat door on-
juiste reiniging.
Spuit het apparaat niet af met water en gebruik geen
agressieve schoonmaakmiddelen.
Voor de gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke
onderhoudswerkzaamheden zie hoofdstuk Onder-
houdswerkzaamheden.
 Het vuilwater aftappen.
 De pluizenzeef controleren, indien nodig reinigen.
 De vuilreservoirs eruit trekken, legen en reinigen.
 Alleen R-reinigingsknop: Het reservoir voor grof vuil
eruit nemen en leegmaken.
 Het apparaat van buiten met een vochtige, in mild
zeepsop gedrenkte doek reinigen.
 De zuiglippen schoonmaken, op slijtage controleren
en indien nodig vervangen.
 De afstrijklippen schoonmaken, op slijtage controle-
ren en indien nodig vervangen.
 De borstels schoonmaken, op slijtage controleren
en indien nodig vervangen.
Instructie
De borstelrollen zijn versleten als de gele indicatorha-
ren even lang zijn als de andere borstelharen.
 De accu laden.
 Als de laadtoestand onder 50% is, de accu volle-
dig en zonder onderbrekingen opladen.
 Als de ladingstoestand boven 50% is, de accu al-
leen opladen, als u bij het volgende gebruik de
volledige bedrijfsduur nodig hebt.
 Bij sterke vervuiling het vuilwaterreservoir reinigen.
Daarnaast bij variant Combo:
 De veegwals en de zijbezems controleren op slijta-
ge, vreemde voorwerpen en opgewikkelde banden.
 De grofvuilkorf eruit trekken, legen en reinigen.
Wekelijks
 Bij regelmatig gebruik de accu minstens een keer
per week volledig en zonder onderbreking opladen.
Eens per maand
 Bij tijdelijk stilgelegd apparaat (opslag): De compen-
satielading van de accu uitvoeren.
 De accupool op oxidatie controleren, indien nodig
afborstelen. Op vastheid van de verbindingskabels
letten.
 De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de
deksel reinigen en op dichtheid controleren, indien
nodig vervangen.
 Bij niet-onderhoudsvrije accu's de zuurdichtheid van
de cellen controleren.
 Alleen R-reinigingsknop: De borsteltunnel reinigen.
 Bij een langere stilstandtijd het apparaat met volle-
dig opgeladen accu's afzetten. De accu minstens
maandelijks volledig opladen.
Daarnaast bij variant Combo:
 De bowdenkabels en bewegende delen op lichtlo-
pendheid controleren.
 De afdichtlijsten van de veeginstallatie op instelling
en slijtage controleren.
Driemaandelijks
Alleen bij variant Combo:
1. Spanning, slijtage en werking van de aandrijfriemen
in de veeginstallatie (V-riem en rondsnaar) controle-
ren.
Jaarlijks
 De voorgeschreven inspectie door de klantenser-
vice laten uitvoeren.
Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract
Met uw dealer kunt u een regelmatige veiligheidsin-
spectie vastleggen of een onderhoudscontract afslui-
ten. Vraag hierover advies.
Nederlands
Onderhoudswerkzaamheden
Vuilwaterreservoir reinigen
1. Het programma Tankspoeling instellen via het dis-
play met de infoknop.
2. Het deksel van de reinigingsopening vuilwaterreser-
voir openen.
3. Het vuilwaterreservoir met helder water
schoonspoelen.
4. De rand van de reinigingsopening schoonmaken.
5. Het deksel van de reinigingsopening vuilwaterreser-
voir weer sluiten.
Instructie
Reinigen kan ook via andere waterbronnen.
Zuiglippen omkeren of vervangen
Als de zuiglippen zijn versleten, moeten ze worden om-
gekeerd of vervangen.
Instructie
De zuiglippen kunnen 3 keer worden omgekeerd totdat
alle 4 de randen zijn versleten.
1. De excentrische hendel (2x) openen.
2. De zuigbalk verwijderen.
Afbeelding V
Afstrijklip
1
Spanband
2
Excentrische hendel (2x)
3
Spansluiting
4
3. De spansluiting openen.
4. De spanband verwijderen.
5. De afstrijklip verwijderen.
6. De gebruikte of nieuwe zuiglippen op de noppen
van het binnenste gedeelte van de zuigbalk druk-
ken.
Afbeelding W
Spanband
1
Afstrijklip
2
7. De spanband aanbrengen.
8. De zuigbalk plaatsen
9. De excentrische hendels (2x) sluiten.
Borstelwalsen vervangen
1. Aan de lus trekken.
Afbeelding Z
Lus
1
2. De zijdeur afstrijklip omhoog zwenken.
Zijdeur afstrijklip
1
3. De gele grendel omhoog zwenken.
Afbeelding AA
Grendel
1
Veiligheidsklep
2
4. De veiligheidsklep wegzwenken.
5. De houderplaat borstel eraf trekken.
6. De borstelwals verwijderen.
7. De nieuwe borstelwals plaatsen.
Instructie
Let er bij het plaatsen van de borstelwals op dat deze op
de daarvoor bestemde pin in de borsteltunnel wordt ge-
stoken.
Afbeelding AB
PIN
1
8. De houderplaat borstel weer erop zetten.
9. De veiligheidsklep sluiten.
10. De grendel naar beneden in de haak zwenken.
11. De zijdeur afstrijklip omlaag zwenken.
De bewerking aan de tegenoverliggende zijde herhalen.
Afstrijklippen vervangen
Afbeelding AG
Lus
1
Zijdeur afstrijklip
2
1. Aan de lus trekken.
2. De zijdeur afstrijklip omhoog zwenken.
3. De schroeven (6x) eruit draaien.
Afbeelding AH
4. De afstrijklip vervangen.
5. De schroeven (6x) weer aanbrengen.
6. De houder afstrijklip weer omlaag zwenken.
Schijfborstels vervangen
1. Aan de lus van de zijdeur trekken.
Afbeelding AF
Beugel
1
2. De zijdeur afstrijklip omhoog zwenken.
3. De beugel naar beneden duwen.
73

Publicidad

loading