TROLLING-STATIONAIRLOOP
(Optioneel item)
De trolling-stationairloop is beschikbaar na
installeren van de los verkrijgbare trolfunctie-
schakelaar.
Neem contact op met uw officiële Suzuki
Marine dealer voor verdere informatie.
AANWIJZING:
Om het toerental correct te kunnen controleren
bij gebruik van het trollingsysteem raadt Suzuki
het gebruik van de Suzuki 2-schaals controle-
toerenteller aan.
Beschrijving van het systeem
Het "Trollingsysteem" wordt geactiveerd door
op de trolfunctieschakelaar te drukken wanneer
de motor met stationair toerental draait bij inge-
schakelde versnelling. Door dit systeem te
gebruiken kunt u een gewenst toerental met de
regelschakelaar aanhouden in het bereik dat
loopt van stationair toerental (ongeveer 700
omw/min) tot 1200 omw/min bij ingeschakelde
versnelling.
Gebruik van de trolfunctie
Inschakelen van de trolfunctie:
1. Schakel in de vooruit- of achteruitversnelling
en controleer of het gas volledig is dichtge-
draaid (stationair toerental bij ingeschakelde
versnelling).
2. Druk op de "UP" of "DN" kant van de
trolfunctieschakelaar totdat u één pieptoon
hoort.
Het REV/TRL (of REV) lampje op de contro-
lemeter gaat knipperen waarmee wordt aan-
gegeven dat de motor in de trollingstand
staat. Het REV/TRL (of REV) lampje blijft
knipperen zolang de motor in de trol-
lingstand staat.
Normale schaal
Schaal voor
trolfunctie
Trolfunctieschakelaar
AANWIJZING:
Het trollingsysteem werkt niet als de schakelaar
wordt ingedrukt terwijl de bedieningshendel in
de neutraalstand staat.
Instellen van de trolsnelheid:
• Wanneer op de "UP" kant van de schakelaar
wordt gedrukt, klinkt er één korte pieptoon en
wordt het toerental met 50 omw/min ver-
hoogd.
• Wanneer op de "DN" kant van de schakelaar
wordt gedrukt, klinkt er één korte pieptoon en
wordt het toerental met 50 omw/min ver-
laagd.
AANWIJZING:
• Wanneer op de "DN" kant van de schakelaar
wordt gedrukt terwijl de ondergrens van de
trolsnelheid is bereikt, zal het toerental niet
veranderen en klinken er drie lange (0,8
seconde) pieptonen.
• Wanneer op de "UP" kant van de schakelaar
wordt gedrukt terwijl de bovengrens van de
trolsnelheid is bereikt, zal het toerental niet
veranderen en klinken er drie lange (0,8
seconde) pieptonen.
• Schakelen en gasbediening blijven mogelijk,
ook wanneer de trollingfunctie is ingescha-
keld.
Uitschakelen van de trollingfunctie:
De trollingfunctie kan worden uitgeschakeld
door de bedieningshendel in de neutraalstand
te zetten of door het toerental tot boven 3000
omw/min te verhogen. In beide gevallen klinken
er twee korte (0,1 seconde) pieptonen om aan
te geven dat de trollingfunctie is uitgeschakeld.
33