één minuut op 200 ºF / 93 ºC) en drogen; bij geen van deze stappen mag de
temperatuur een waarde van 285 ºF (140 ºC) overschrijden.
•
In plaats van – of in aanvulling op – een enzymatische oplossing kan een
alkalische reinigingsoplossing, zoals bijvoorbeeld Serchem pH Detergent, met
een pH tot 13,2 worden gebruikt.
REINIGINGSINSPECTIE
•
Controleer alle instrumenten vóór sterilisatie of opslag op volledige reiniging
van bevuilde oppervlakken.
•
Mocht na een visuele inspectie blijken dat de instrumenten niet schoon zijn,
reinig ze dan opnieuw.
•
Controleer kabels op slijtage en schade, en zorg dat er geen barsten, scheuren
of andere schade aanwezig is.
•
Controleer of de golfgeleiders vrij van krassen zijn.
•
Meld eventueel gevonden schade bij de LOTUS-vertegenwoordiger.
INPAKKEN
•
Pak de instrumenten dubbel in volgens plaatselijke procedures, in overeenstem-
ming met standaardprocedures voor inpakken zoals beschreven in ANSI / AAMI
ST46-1993.
•
Label de inhoud van ingepakte trays met een permanente marker of ander
sterilisatie-compatibel labelsysteem.
STERILISATIE
•
Transducers kunnen maximaal 50 keer een autoclaafbehandeling ondergaan.
•
Sterilisatie kan het beste worden uitgevoerd op de dag voorafgaand aan een
operatie, maar moet ten minste één uur aan het gebruik voorafgaan om de
apparatuur te laten afkoelen en stabiliseren.
•
Transducers mogen NIET worden ondergedompeld in water om het afkoelen te
versnellen.
•
De generator mag NIET worden gesteriliseerd.
•
Deze onderdelen zijn voor sterilisatie gevalideerd op basis van de volgende
methode in een vacuümautoclaaf. De parameters hiervoor zijn 134 – 137 ºC
(270-277 ºF) gedurende minimaal drie en maximaal vier minuten met een
droogcyclus van vijf minuten; indien nationale normen een langer autoclaafver-
blijf aangeven, is dit tot 18 minuten mogelijk maar niet aan te bevelen.
OPSLAG
•
Bewaar steriel verpakte instrumenten zodanig dat deze beschermd zijn tegen
stof, vocht, insecten, ongedierte en extreme temperatuur en vochtigheid.
RETOUR
•
Zorg er voordat u het LOTUS-systeem of afzonderlijke onderdelen daarvan
naar de fabrikant terugstuurt, dat deze gereinigd en gesteriliseerd zijn. Alle
apparatuur moet een geldige cyclus ondergaan. Het systeem of eventuele
componenten daarvan moeten bij het terugzenden vergezeld gaan van een
decontaminatiecertificaat.
De bovenstaande instructies zijn door de fabrikant gevalideerd als zijnde GESCHIKT
voor de voorbereiding van een medisch apparaat voor hernieuwd gebruik. Het blijft
de verantwoordelijkheid van de uitvoerende(n) om ervoor te zorgen dat de procedu-
res worden uitgevoerd met behulp van apparatuur, materialen en personeel bij de
verwerkende faciliteit om het gewenste resultaat te bereiken. Dit vereist validatie en
routinematige controle van het proces. Elke afwijking van deze instructies door de
hergebruiker moet eveneens worden geëvalueerd ten aanzien van doeltreffendheid
en eventuele negatieve gevolgen.
7 BEDRIJFSCONDITIES, OPSLAG EN TRANSPORT
Bedrijfscondities: Temperatuur: + 10 tot + 50 °C; Relatieve vochtigheid: 0 – 100 %,
zonder condensvorming; Luchtdruk: 810 – 1060 hPa. Bewaar het apparaat op een
schone, droge plaats overeenkomstig de opslagcondities. Opslagcondities: Tempe-
ratuur: -20 tot + 50 °C; Relatieve vochtigheid: 0 – 100 %, zonder condensvorming;
Luchtdruk: 500 – 1060 hPa. Bescherm de transducers tegen blootstelling aan direct
zonlicht tijdens opslag. Het wordt aanbevolen om de transducer in de originele
verpakking te bewaren tot eerste gebruik.
47