NL
196
BEDIENING
4.10 Bediening van de toetsen
De hier beschreven besturing verwacht na het be-
dienen van een (keuze-) toets daarna de bediening
van een volgende toets. De volgende toets moet
principieel binnen 10 seconden worden bediend,
anders wordt de keuze geannuleerd.
4.11 Kookplaat en kookzone inschakelen
1.
Zolang op de Aan/Uit-toets drukken (ca. 1 sec.) tot
u.
de kookstandweergaven 0 aantonen en een kort sig-
2.
naal te horen is.
De besturing is klaar voor gebruik.
3. Om een kookzone te selecteren, de kookstandweer-
gave (als toets) aanraken. De gereedheidsstip van
de gekozen kookzone brandt.
4. Meteen daarna het sensorveld aanraken. Er wordt
een kookstand ingeschakeld.
Zlie hoofdstuk Wat u moet weten over de slider
(sensorveld) Om de kookstand te veranderen of om
een andere kookzone in te schakelen moet u het bi-
jbehorende sensorveld aanraken.
Belangrijk: de bijbehorende gereedheidsstip moet
branden !
Meteen daarna voor inductie geschikt kookgerei op
de kookzone plaatsen. De panherkenning schakelt
de inductiespoel in.
De pan wordt verwarmd.
Zolang geen pan op de kookzone wordt geplaatst,
wisselt
de
kookstand en het symbool
kookzone om veiligheidsredenen na 10 minuten uit-
geschakeld.
„panherkenning".
4.12 Kookzone uitschakelen
Om een kookzone te selecteren, de kookstandweer-
gave (als toets) aanraken. De gereedheidsstip van
de
gekozen
5.a)
Het sensorveld uiterst links aanraken of
5.b)
de op het sensorveld geplaatste vinger naar links
verschuiven om de kookstand op 0 te verlagen
5.c)
op de Aan/Uit-toets drukken. De bijbehorende
kookzones worden uitgeschakeld.
* De powerstand wordt meteen geactiveerd.
Zie alinea „Powerstand".
links . kookstand
centrum . kookstand
rechts . kookstand
aanwijzing
tussen
. Zonder pan wordt de
Meer
hierover
in
kookzone
0
6
P*
de
ingestelde
het
hoofdstuk
moet
branden.