Montage
3.3
Inbouw van de meetwaardeopnemer
Het apparaat kan, rekening houdend met de inbouwvoorwaarden, op een willekeurige plaats in
een pijpleiding ingebouwd worden.
Let op - Beschadiging van het apparaat!
Er mag geen grafiet voor de flens, resp. voor de pakkingen van de procesaansluiting
toegepast worden, omdat zich hierdoor onder bepaalde omstandigheden een elektrisch
geleidende laag aan de binnenzijde van de meetbuis vormt. Vacuümklappen in buisleidingen
moeten vanwege de bekleding (PTFE-bekleding) worden vermeden. Zij kunnen tot de
vernieling van het apparaat aanleiding geven.
1. Beschermingsplaten, indien aanwezig, rechts en links van de meetbuis demonteren. Let er
daarbij op, dat de bekleding aan de flens niet afgesneden resp. beschadigd wordt, om
mogelijke lekkages te vermijden.
2. Meetbuis vlakparallel en gecentreerd tussen de buisleidingen zetten.
3. Pakkingen tussen de vlakken plaatsen.
Belangrijk
•
Meetwaardenopnemers met PTFE-, PFA, of ETFE-bekleding moeten bij voorkeur zonder
pakking ingebouwd worden.
•
Om de optimale meetresultaten te bereiken, moet u zorgen voor een gecentreerde
plaatsing van de pakkingen van de meetwaardeopnemer en de meetbuis.
4. Passende bouten volgens het hoofdstuk "Opgave aantrekkoppels" in de boringen
aanbrengen.
5. Draadbouten licht invetten.
6. Moeren overeenkomstig de volgende afbeelding kruislings aantrekken. Aantrekkoppels
overeenkomstig hoofdstuk "Aantrekkoppels" in acht nemen!
In de eerste ronde mogen ze worden aangetrokken tot ca. 50 % van het maximale
aantrekkoppel, in de tweede ronde tot ca. 80 % en pas in de derde ronde tot het maximale
aantrekkoppel. Het max. aantrekkoppel mag niet overschreden worden.
Afb. 4
12 - NL
3
1
8
4
4
2
FSM4000
5
1
3
7
6
2
G00034
D184B141U03