4.1.5
Gemonteerde toebehoren
4.2
Bewakingsinrichtingen
4.3
Bedrijfssituaties
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa PRO
Productomschrijving
▪ Afdichting, statisch: NBR (nitril)
Stekker
In de 'P'-uitvoering een CEE-faseomkeerstekker gemonteerd. De stekker is voor het
gebruik van in de handel verkrijgbare CEE-contactdozen bedoeld en is niet beveiligd
tegen overstromingen.
Overzicht van de bewakingsinrichtingen:
Interne bewakingsinrichtingen
Motorruimte
Motorwikkeling: Temperatuurbegrenzing
(1-circuit-temperatuurbewaking)
Motorwikkeling: Temperatuurregeling
(2-circuit-temperatuurbewaking)
Externe bewakingsinrichtingen
Afdichtingsruimte
Legenda: - = niet aanwezig/mogelijk, o = optioneel, • = seriematig
Alle aanwezige bewakingsapparaten moeten altijd worden aangesloten!
Bewaking motorruimte
De motorruimtebewaking beschermt de motorwikkeling tegen kortsluiting. De vocht-
meting vindt plaats met behulp van een elektrode.
Bewaking motorwikkeling
Thermische motorbewaking beschermt de motorwikkeling tegen oververhitting. Stan-
daard worden voor de temperatuurmeting bimetaalsensoren geplaatst. De tempera-
tuurmeting kan optioneel ook met PTC-sensoren worden uitgevoerd. Die uitvoering
van de thermische motorbewaking is afhankelijk van de motor:
▪ Motor P 13:
De thermische motorbewaking is uitgevoerd als temperatuurbegrenzing. Indien de
temperatuur wordt bereikt, moet een uitschakeling met herinschakelingsblokkering
plaatsvinden.
▪ Motor P 17:
De thermische motorbewaking is uitgevoerd als temperatuurregeling. Daarmee kunt u
twee temperaturen meten. Als de lagere temperatuur wordt bereikt, kan na het afkoe-
len van de motor een automatische herinschakeling plaatsvinden. Pas bij het bereiken
van de hogere temperatuur moet een uitschakeling met herinschakelblokkering plaats-
vinden.
Externe bewaking afdichtingsruimte
De afdichtingsruimte kan van een externe staafelektrode worden voorzien. De elektro-
de registreert het binnendringen van het medium via de mechanische afdichting aan de
mediumzijde. Hiermee kan via de pompbesturing een alarm worden geactiveerd of de
pomp worden uitgeschakeld.
Bedrijfssituatie S1: continu bedrijf
De pomp kan continu onder nominale belasting werken zonder dat de toegestane tem-
peratuur overschreden wordt.
Bedrijfssituatie S2: kortstondig bedrijf
De max. werkduur wordt in minuten aangegeven, bijv. S2-15. De pauze moet zolang
duren dat de machinetemperatuur niet meer dan 2 K van de temperatuur van het koel-
middel afwijkt.
P 13
P 17
•
o
•
o
o
•
o
o
nl
543