Kabelwartels; Voorwaarden Voor Het Bereiken Van De Ip- Beschermingsklasse; Leidingmateriaal - ABB SensyTemp TSP Instrucciónes De Licenciamiento

32 – NL Temperatuursensor SensyTemp TSP MEETINZETSTUK TSA | CI/TSP-X1 REV. D
... 6 Installatie

Kabelwartels

Temperatuursensoren SensyTemp TSP1X1, TSP3X1 worden met
een kabelwartel M20 x 1,5 geleverd.
De standaard gebruikte kabelwartel van kunststof (polyamide)
voor kabelbuitendiameters van 4 tot 13 mm (0,16 tot 0,51 inch) is
geschikt voor een temperatuurbereik van −40 tot 70 °C
(−40 tot 158 °F). Bij hiervan afwijkende temperaturen moet een
overeenkomstig gespecificeerde wartel worden ingebouwd.
De voor Ex d (drukvaste behuizing, alleen voor TSP3X1) standaard
gebruikte metalen kabelwartel (messing, vernikkelt) voor
kabeldoorsneden van 3,2 tot 8,7 mm (0,13 tot 0,34 inch) dekt een
temperatuurbereik van -40 tot 120 °C (-40 tot 248 °F).
Bij temperatuursensoren met Ex-certificering worden
overeenkomstig goedgekeurde kabelwartels toegepast. Met
deze kabelwartels kan bij de juiste toepassing tenminste
IPbeschermingsklasse IP 66 bij TSP1X1 of IP66 / 67 bij
SensyTemp TSP3X1 behaald worden.
Aanwijzing
Voor apparaten voor gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
moet u de specificaties onder Apparaten in
explosieveiligheidsklasse "Ex d" met kabelwartel op pagina 14in
acht nemen!
Alternatief kunnen de temperatuursensoren zonder kabelwartel,
maar met draad M20 × 1,5 of ½ in NPTF worden geleverd. Hierbij
moet de gebruiker er door middel van geschikte maatregelen
voor zorgen dat de vereiste IP-beschermingsklasse wordt
bereikt, het temperatuurbereik wordt aangehouden en dat de
gebruikte kabelwartel is goedgekeurd volgens de norm waarop
het certificaat is gebaseerd.
Ter verkrijging van de IP-beschermklasse moet de gebruikte
kabelwartel voor de kabeldiameter zijn toegelaten. De IP-
beschermklasse IP 66 / IP 67 resp. NEMA 4X van de gebruikte
kabelwartel moet gegarandeerd zijn. Het inzetbare
temperatuurbereik van de gebruikte kabelwartel mag niet
worden overschreden.
De ex-relevante technische gegevens van de gebruikte
kabelwartel moeten worden gecontroleerd aan de hand van het
gegevensblad van de fabrikant resp. Ex-goedkeuring. Tevens
moet het aanhaalmoment in het gegevensblad/de handleiding
van de gebruikte kabelwartel in acht worden genomen.
200
U moet er in dit geval ook op letten, dat de getroffen
maatregelen voldoen aan de betreffende Ex-technische eisen en
normen en of de goedkeuringen van de betreffende
temperatuursensor bijv. PTB 99 ATEX 1144 bij Ex d voldoende
zijn.
In de praktijk kan het voorkomen, dat samen met de kabelwartel
bepaalde kabels en leidingen niet meer voldoen aan de bedoelde
beschermingsgraad. De afwijkingen van de testomstandigheden
volgens de norm IEC 60529 moeten gecontroleerd worden. De
kabel op rondheid, verdraaiing, uitwendige hardheid,
bewapening en oppervlakteruwheid controleren.
Voorwaarden voor het bereiken van de IP-
beschermingsklasse
• Gebruik alleen kabelwartels in het aangegeven klemgedeelte.
• Gebruik het onderste klemgedeelte niet bij gebruik van een
zeer zwak kabeltype.
• Alleen ronde kabels of kabels met een licht ovale diameter
toepassen.
• Vaker openen / sluiten is mogelijk; maar het kan toch een
negatieve uitwerking op de IP-beschermingsklasse hebben.
• Bij kabels met een uitgesproken koudvloeigedrag moet de
kabelwartel nagetrokken worden.
• Kabel met gevlochten VA-ommantelingen vereisen speciale
kabelwartels.

Leidingmateriaal

Als de omgevingstemperatuur bij de kabelinvoeringen
van de apparaten hoger is dan 70 °C (158 °F), moet
dienovereenkomstig
temperatuurbestendige kabels worden gebruikt.