Wijzig De Bedieningsmodus; Wijzig De Weergegeven Meeteenheid; Start Of Stop De Pomp; Wijzig Het Instelpunt - Lowara ecocirc XL Manual De Instalación, Funcionamiento Y Mantenimiento

91
• baud (bdr) = instellen baudsnelheid (be-
schikbare waarden 4,8 - 9,6 - 14,4 - 19,2 -
38,4 - 56,0 - 57,6 kbps)
92
• prot = communicatieprotocol (beschikbare
protocollen "mod" = Modbus; "bac" = BAC-
net)
91
• addr (add) = adres instellen (beschikbaar
adres 1÷247 voor Modbus en 0÷127 voor
BACnet)
91
• modu (mdl) = instellen optionele module
(none = geen module; wifi = Draadloze mo-
dule; 485 = RS-485 module)
5. Druk op de parameterknop om het submenu te
openen
6. Pas de waarden aan met de instelknoppen.
7. Druk op de parameterknop om te bevestigen en
sla de nieuwe waarden op.
8. Druk op de modusknop om het submenu te ver-
laten.
Als gedurende 10 seconden niet op een knop wordt
gedrukt, verlaat de pomp het actieve menu en gaat
verder met opstarten. Alle parameters die wel gewij-
zigd maar niet bevestigd zijn, worden weer terugge-
zet in de laatste bevestigde stand.
OPMERKING: Het instelmenu voor de communica-
tie is alleen beschikbaar op het scherm en niet via
de communicatiebus.

6.1.2 Wijzig de bedieningsmodus

De pomp kan worden bediend door een BMS
(Building management system) of andere apparaten
via de RS-485 communicatiepoort via Modbus of
94
BACnet protocol.
De volgende instructie wordt gebruikt wanneer de
wijziging op de gebruikersinterface wordt uitgevoerd.
Zie Afbeelding 13 .
• Druk op de bedieningsmodusknop.
• De bedieningsmodi worden in cyclische volgorde
gewijzigd door de ingedrukte knop.
mode
mode
mode

6.1.3 Wijzig het instelpunt

Zie Afbeelding 13 als referentie.
1. Druk op een van de instelknoppen (5).
92
niet beschikbaar op de modellen 25–40, 25–60, 32–40 en 32–60.
93
Communicatiefuncties en optionele modules zijn alleen verkrijgbaar voor de modellen van de ecocirc XLplus.
94
niet beschikbaar op de modellen 25–40, 25–60, 32–40 en 32–60.
93
mode
mode
mode
nl - Vertaling vanuit het origineel
Op het display begint het feitelijke instelpunt te
knipperen.
2. Wijzig de waarde met de knoppen (5).
3. Wacht drie seconden om het nieuwe instelpunt
op te slaan en te activeren.
Het display stopt met knipperen om de wijziging
te bevestigen.
Opmerking:
Als op het systeem een niet-keerklep gemonteerd is,
moet ervoor worden gezorgd dat de minimale af-
voerdruk van de pomp altijd hoger is dan de sluit-
druk van de klep.

6.1.4 Wijzig de weergegeven meeteenheid

1. Druk op de knop (3) om de meeteenheid te wij-
zigen. Zie Afbeelding 13
Power
Parameter
button
Speed
2. Wanneer debiet en hoogte worden weergege-
ven, kan de meeteenheid door het langer dan
een seconde indrukken van de knop (3) als
volgt wijzigen:
• Debiet: m3/u ↔ gpm (VS)
• Hoogte: m ↔ ft

6.2 Start of stop de pomp

VOORZICHTIG:
• De pomp mag niet drooglopen omdat
hierdoor binnen de kortste keren de
lagers vernield kunnen worden. Vul
het systeem op de juiste wijze met
vloeistof en ventileer het systeem
eerst voordat de pomp voor de eerste
keer wordt aangezet. De kamer van
de pomprotor zal na het opstarten
van de pomp worden geventileerd via
een automatische procedure voor het
ventileren van de lucht.
• Het systeem kan niet via de pomp
worden geventileerd.
• Start de pomp op een van de volgende manie-
ren:
• Zet de pomp aan via de aan/uit-knop.
• Sluit het start/stop contact.
• Verstuur de startinstructie via de communica-
tiebus.
.
Parameter
button
Flow
Parameter
button
Head
Parameter
button
97