ABTHERA ADVANCE™
-WONDVERBAND VOOR OPEN BUIKWONDEN
GEBRUIKSAANWIJZING
Alleen voor gebruik met negatieve-druktherapie geleverd door INFOV.A.C.™
of V.A.C.ULTA™ behandelingsunits
PRODUCTBESCHRIJVING
Wanneer deze wordt gebruikt met negatieve-druktherapie geleverd door de INFOV.A.C.™ en
V.A.C.ULTA™ behandelingsunits, is de ABTHERA ADVANCE™-wondverband voor open buikwonden
een actief systeem waarmee het abdomen tijdelijk kan worden gesloten. Het wondverband is
ontwikkeld om vloeistoffen uit de buikholte te verwijderen en wondranden naar elkaar te trekken,
waardoor primaire sluiting van de fascia kan worden bereikt terwijl het abdomen tegen externe
contaminanten wordt beschermd.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
BELANGRIJK: Zoals bij alle voorgeschreven medische apparatuur kan het niet raadplegen van een
arts, het niet lezen en opvolgen van alle instructies van de therapy unit en voor het aanbrengen
van wondverband en de veiligheidsinformatie voordat het systeem wordt gebruikt, een onjuiste
werking van het product, en mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. Probeer niet de
instellingen van de therapy unit te wijzigen of therapie toe te dienen zonder instructies of toezicht
van de klinische zorgverlener.
Alle disposable onderdelen van de ABTHERA ADVANCE™-wondverband voor open buikwonden zijn
uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik. Als u een disposable component hergebruikt, kan dit
leiden tot contaminatie, infectie, en/of het niet genezen van de wond.
INDICATIES VOOR GEBRUIK
De ABTHERA ADVANCE™-wondverband voor open buikwonden is geïndiceerd als tijdelijke
overbrugging van een open buikwand waar primaire sluiting niet mogelijk is en/of de kans bestaat
dat herhaaldelijke toegang tot de buik nodig is. Het beoogde gebruik van dit wondverband is het
gebruik bij open buikwonden met blootliggende ingewanden, inclusief maar niet beperkt tot het
abdominale compartimentsyndroom. De beoogde plaats van behandeling is de acute zorgafdeling
binnen een ziekenhuis, zoals de ICU, waar de buikwond nauwlettend in de gaten kan worden
gehouden. De Abdominal Dressing wordt doorgaans aangebracht in de operatiekamer.
CONTRA-INDICATIES
•
Nooit blootliggend foam zodanig plaatsen dat het rechtstreeks in aanraking komt met
blootliggende ingewanden, organen, bloedvaten of zenuwen. Bescherm vitale structuren tijdens
de behandeling altijd met de viscerale beschermlaag.
•
Patiënten met open buikwonden waarin zich niet-enterale, niet-geëxploreerde fistels bevinden,
mogen niet worden behandeld met de ABTHERA ADVANCE™-wondverband voor open buikwonden.
De behandeling van de open buik is gedocumenteerd in casusrapporten en literatuur van het
consensuspanel. Raadpleeg de sectie Literatuur in dit document.
WAARSCHUWINGEN
Niet te gebruiken bij instillatietherapie: ook al is het binnen de medische zorg geaccepteerd
om een verontreinigde open buikholte uit te spoelen met een zoutoplossing of een andere
medische oplossing, toch is de ABTHERA ADVANCE™-wondverband voor open buikwonden niet
voor dit doel ontwikkeld en beschikt KCI niet over studies die het veilige en effectieve gebruik bij
instillatietherapie aantonen. Bij instillatie in de open buik bestaan de volgende risico's:
•
Instillatie van vloeistof in het abdomen zonder voldoende herstel van vloeistof kan tot het
abdominaal compartimentsyndroom leiden.
•
Instillatie van vloeistoffen in het abdomen die tijdens het aanbrengen niet op veiligheid en
resultaten zijn getest, kunnen de interne organen ernstige schade toebrengen.
•
De instillatie van niet-opgewarmde vloeistof in grote hoeveelheden kan tot hypothermie leiden.
Gebruik alleen de SENSAT.R.A.C.™ Pad: het wordt onder geen beding aanbevolen andere
slangen te gebruiken, aanpassingen aan te brengen aan de SENSAT.R.A.C.™ Pad of de SENSAT.R.A.C.™
Pad niet op de voorgeschreven wijze aan te brengen met als doel vloeistof in de open buik te
instilleren. Dit kan de werking van het systeem negatief beïnvloeden of letsel aan de patiënt
toebrengen.
Bloedingen: patiënten met buikwonden moeten nauwlettend worden gecontroleerd
op bloedingen, omdat deze wonden verborgen bloedvaten kunnen bevatten die
niet duidelijk zichtbaar zijn. Als er plotseling of toegenomen bloedverlies wordt
waargenomen in het wondverband, de slang of de opvangbeker, stopt u de negatieve-
druktherapie onmiddellijk, neemt u gepaste maatregelen om de bloeding te stoppen en
neemt u contact op met de arts. Negatieve-druktherapie is niet bedoeld om bloedingen te
voorkomen, te minimaliseren of te stoppen.
Voordat het wondverband wordt aangebracht, moet hemostase zijn bereikt.
De volgende condities kunnen het risico op een potentieel fatale bloeding verhogen.
•
Hechtingen en/of anastomosen
•
Trauma
•
Bestraling
•
Niet-afdoende wondhemostase
•
Niet-gehechte hemostatische middelen (bijvoorbeeld botwas, absorberende gelatinesponzen of
spuitbare wondhechtmiddelen) die in de buik zijn aangebracht, kunnen bij verstoring het risico
op bloedingen verhogen. Verstoring van deze middelen dient te worden voorkomen.
•
Infectie in de buikwond kan de viscerale organen en de geassocieerde vasculatuur verzwakken
en de gevoeligheid voor bloedingen doen toenemen.
•
Het gebruik van antistollingsmiddelen of bloedplaatjesaggregatieremmers.
•
Botfragmenten of scherpe randen kunnen bloedvaten of buikorganen doorboren. Pas op voor
mogelijke verschuiving van weefsels, bloedvaten of organen in de buikwond waardoor er een
grotere kans bestaat dat deze in aanraking komen met scherpe randen.
Bewaking van intra-abdominale druk: bij laparotomie waarbij het abdomen tijdelijk wordt gesloten
betekent niet dat het risico van stijging van de intra-abdominale druk (IAP) wordt weggenomen.
Wanneer negatieve-druktherapie wordt gebruikt, moet IAP-bewaking (van klinische of diagnostische
aanwijzingen en symptomen van verhoogde intra-abdominale druk) worden gehandhaafd voor zover de
toestand van de patiënt dit vereist en dit in overeenkomst is met de klinische praktijk of richtlijnen van
de instelling. Wanneer intra-abdominale hypertensie (IAH) of het abdominale compartimentsyndroom
(ACS) wordt geconstateerd of vermoed, moeten intra-abdominale drukwaarden worden genoteerd
en de behandelingsunit met negatieve druk worden uitgeschakeld om toepassing van negatieve druk
te onderbreken. Na volledige uitzetting van het geperforeerde foam moet de intra-abdominale druk
opnieuw worden gemeten. Als IAH/ACS aanhoudt zonder negatieve druk, onderbreekt u de negatieve-
druktherapie en probeert u de onderliggende medische oorzaak te verhelpen.
Gebruik van viscerale beschermlaag: bij gebruik van negatieve-druktherapie moet u ervoor zorgen
dat de viscerale beschermlaag alle blootliggende ingewanden geheel bedekt en deze volledig gescheiden
houdt van de buikwand. Plaats de viscerale beschermlaag over het omentum of de blootliggende
inwendige organen en stop deze laag zorgvuldig tussen de buikwand en de inwendige organen. Let er
daarbij op dat deze laag de inwendige organen volledig gescheiden houdt van de buikwand.
Verklevingen en fistelvorming: het ontstaan van verklevingen van de ingewanden met de
buikwand kan de mogelijkheid van re-approximatie van de fascia minder waarschijnlijk maken en
het risico op fistelvorming verhogen. Dit is een algemeen voorkomende complicatie bij patiënten
met blootliggende ingewanden.
Infectie: geïnfecteerde buikwonden moeten nauwlettend worden bewaakt en de wondverbanden
op dergelijke wonden moeten afhankelijk van factoren zoals de conditie van de patiënt, de status
van de wond en de behandelingsdoelen wellicht vaker worden gewisseld dan op wonden die niet
geïnfecteerd zijn. Raadpleeg de instructies voor het aanbrengen van wondverband voor informatie
over de frequentie waarmee wondverbanden moeten worden gewisseld.
Aanbrengen van wondverband: gebruik altijd een wondverband uit een steriele verpakking die
niet is geopend of beschadigd. Geen enkel component van het wondverband mag met kracht in de
wond worden aangebracht, omdat dit het onderliggende weefsel kan beschadigen.
Wondverband verwijderen: de componenten van het wondverband zijn niet biologisch
resorbeerbaar. Bij elke verbandwisseling moeten altijd alle onderdelen van het wondverband uit de
buik worden verwijderd.
Negatieve druk ingeschakeld laten: wanneer het wondverband is aangebracht, mag de actieve
negatieve druk niet langer dan twee uur worden uitgeschakeld. Als de negatieve druk langer dan
twee uur werd uitgeschakeld, wisselt u het wondverband zoals afgebeeld in de instructies voor
het aanbrengen van wondverband. Breng een nieuw wondverband uit een ongeopende, steriele
verpakking aan en hervat de negatieve druk of breng een ander wondverband aan.
Defibrillatie: verwijder de folie van het gebied waar de defibrillatie plaatsvindt om te voorkomen
dat dit de overdracht van elektrische energie belemmert.
Acryl kleefmiddel: de folie heeft een klevende coating op basis van acryl die bijwerkingen kan
veroorzaken bij patiënten die allergisch of overgevoelig zijn voor acryl kleefmiddelen. Als van een
patiënt bekend is dat hij of zij allergisch of overgevoelig is voor dergelijke kleefmiddelen, mag het
wondverband niet worden gebruikt. Als er tekenen van een allergische reactie of overgevoeligheid
ontstaan, zoals roodheid, zwelling, uitslag, galbulten of sterke jeuk, dient het gebruik te
worden gestaakt en voor een geschikte medische noodbehandeling te worden gezorgd. Als er
bronchospasmen of ernstigere tekenen van een allergische reactie optreden, moet het wondverband
worden verwijderd en voor een geschikte medische noodbehandeling worden gezorgd.
Magnetic Resonance Imaging (MRI) – behandelingsunit: de behandelingsunit met negatieve
druk is niet veilig voor MR. Neem het apparaat niet mee in een MR-omgeving.
Magnetic Resonance Imaging (MRI) – ABTHERA ADVANCE™-wondverband voor open
buikwonden: het wondverband kan echter met minimaal risico op de patiënt blijven in een
MR-omgeving, mits het gebruik van de negatieve-druktherapie niet langer dan twee uur wordt
onderbroken; raadpleeg Negatieve druk ingeschakeld laten.
Hyperbare zuurstoftherapie (HBO): neem de behandelingsunit met negatieve druk niet mee
in een hyperbare zuurstofkamer. De behandelingsunit met negatieve druk is niet ontworpen
voor deze omgeving en dient als brandgevaarlijk te worden beschouwd. Na het loskoppelen
van de behandelingsunit met negatieve druk kunt u (i) het wondverband tijdens de hyperbare
behandeling vervangen door een ander HBO-compatibel materiaal of (ii) het niet-afgeklemde
uiteinde van de slang van de SENSAT.R.A.C.™ Pad afdekken met een droog gaasje. Bij de HBO-
behandeling mag de slang niet zijn afgeklemd. Wanneer een wondverband is aangebracht, mag
de actieve negatieve druk niet langer dan twee uur worden uitgeschakeld; raadpleeg de sectie
Negatieve druk ingeschakeld laten.
Omgeving voor aanbrengen van het wondverband: het aanbrengen en verwisselen van
een wondverband dient onder steriele omstandigheden plaats te vinden in de operatiekamer. Als
een verbandwisseling plaatsvindt buiten de operatiekamer, moet deze worden uitgevoerd in een
omgeving die zodanig is uitgerust dat er bij het optreden van kritieke complicaties adequaat kan
worden ingegrepen (raadpleeg de sectie WAARSCHUWINGEN), en waar een strikte aseptische
methode kan worden gebruikt.
VOORZORGSMAATREGELEN
Standaard voorzorgsmaatregelen: ter vermindering van het risico op overdracht van
pathogenen via het bloed moeten er bij alle patiënten, ongeacht hun diagnose of veronderstelde
infectiestatus, standaard voorzorgsmaatregelen voor infectiebeheersing worden toegepast. Draag
behalve handschoenen ook een operatiejas en een veiligheidsbril als u kunt worden blootgesteld
aan lichaamsvloeistoffen.
Intra-abdominale vulling: als een intra-abdominale vulling wordt gebruikt met negatieve-
druktherapie, is het vulmateriaal mogelijk droger dan voorzien. Controleer het vulmateriaal voordat
het wordt verwijderd en bevochtig het indien nodig om te voorkomen dat het aan aangrenzende
structuren vastkleeft of deze beschadigt.
Vloeistofproductie bewaken: het wondverband is ontwikkeld voor het efficiënt verwijderen van
vloeistof uit het abdominale compartiment en gelijkmatig verdelen van de negatieve druk. Bij de
behandeling van patiënten met negatieve-druktherapie moet het volume van het exsudaat in de
opvangbeker en de slang regelmatig worden gecontroleerd.
Lengte en gewicht van de patiënt: als negatieve-druktherapie wordt voorgeschreven, moet er
rekening worden gehouden met de lengte en het gewicht van de patiënt. Voor bepaalde kleine
of oudere patiënten bij wie een risico bestaat op vloeistofdepletie of uitdroging moet een lagere
begininstelling van de negatieve druk worden overwogen. Monitor de vloeistofproductie, inclusief
het volume van het exsudaat in de slang en de opvangbeker. Met deze therapie kunnen grote
volumes vloeistof worden verwijderd en opgevangen. Slangvolume = ca. 25 ml van SENSAT.R.A.C.™
Pad naar de opvangbeker.
Ruggenmergletsel: indien er bij een patiënt autonome dysreflexie optreedt (plotselinge
veranderingen in bloeddruk of hartfrequentie als reactie op stimulatie van het sympatisch
zenuwstelsel), moet worden gestopt met negatieve-druktherapie om de sensorische stimulatie te
minimaliseren.
Bradycardie: om het risico op bradycardie tot een minimum te beperken, mag het wondverband
niet worden aangebracht in de buurt van de nervus vagus.
Enteraal fistel of lekkage: bij het behandelen van een open buik waarin enterale fistels aanwezig
zijn, dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van contaminatie van de buikholte
als de afscheiding niet op de juiste manier wordt geïsoleerd of behandeld.
Bescherming van de huid rondom de wond: Overweeg het gebruik van een
huidpreparatieproduct om de huid rondom de wond te beschermen. Zorg dat het foamverband
de intacte huid niet overlapt. Bescherm fragiele/broze huid rondom de wond met extra folie,
hydrocolloïde of een andere doorzichtige folie.
•
Meerdere lagen folie kunnen de waterdampdoorlaatbaarheid verminderen, waardoor het risico
op maceratie groter wordt.
•
Indien er tekenen van irritatie of gevoeligheid voor de folie, het foam of de slang van
SENSAT.R.A.C.™ Pad optreden, moet het gebruik worden gestaakt en een arts worden
geraadpleegd.
•
Om trauma aan de huid rondom de wond te voorkomen, mag de folie tijdens het aanbrengen
niet worden strakgetrokken of opgerekt over het foamwondverband.
Neem bij vragen over de juiste plaatsing of het juiste gebruik van de ABTHERA ADVANCE™-wondverband
voor open buikwonden contact op met de vertegenwoordiger van KCI in uw regio.
AANBRENGEN VAN HET WONDVERBAND
ONDERDELEN VAN DE ABTHERA ADVANCE™-WONDVERBAND VOOR OPEN BUIKWONDEN
Geperforeerd
foam (2)
SENSAT.R.A.C.™
Pad (1)
Viscerale bescherm-
laag (1)
WONDPREPARATIE
WAARSCHUWING: Lees alle veiligheidsinformatie over de ABTHERA ADVANCE™
-wondverband voor open buikwonden door voordat u begint met wondpreparatie.
Controleer of er afdoende hemostase is bereikt voordat u het wondverband aanbrengt
(raadpleeg WAARSCHUWINGEN, sectie over Bloedingen).
1. Scherpe randen of botfragmenten moeten uit het wondgebied worden verwijderd of worden
bedekt (raadpleeg WAARSCHUWINGEN, sectie over Bloedingen).
2. Spoel de buikwond en reinig de huid rondom de wond zoals aangegeven.
3. Reinig en droog het weefsel rondom de wond. Overweeg het gebruik van een
huidpreparatieproduct om de huid rondom de wond te beschermen. Zorg dat het
foamverband de intacte huid niet overlapt. Bescherm fragiele/broze huid rondom de wond
met extra folie, hydrocolloïde of een andere doorzichtige folie.
AANBRENGEN VAN DE VISCERALE BESCHERMLAAG
De viscerale beschermlaag is voorzien van venstervormige openingen waardoor vocht op
een actieve manier kan worden verwijderd wanneer negatieve druk wordt toegepast en is zo
ontworpen dat deze laag direct kan worden aangebracht over het omentum of de blootliggende
inwendige organen.
WAARSCHUWING: Het foam is in de viscerale beschermlaag geïntegreerd ten behoeve
van de veiligheid van de patiënt. Bescherm vitale structuren tijdens de behandeling
altijd met de viscerale beschermlaag. Nooit blootliggend foam zodanig plaatsen dat het
rechtstreeks in aanraking komt met blootliggende ingewanden, organen, bloedvaten of
zenuwen.
Afb. 1
Afb. 2
1. Verwijder de inhoud uit het binnenzakje en vouw de viscerale beschermlaag uit binnen een
steriel gebied. U kunt een van beide kanten van de viscerale beschermlaag aanbrengen over
het omentum of de ingewanden.
2. Plaats de viscerale beschermlaag voorzichtig over de blootliggende buikholte (Afbeelding 1).
3. Bepaal de plaatsing van het wondverband voor de specifieke toepassing. Als de viscerale
beschermlaag rondom slangen, drains of het cirkelvormige ligament wordt geplaatst, moet u
alleen tussen de foamverlengstukken knippen (Afbeelding 2). Knip niet dichtbij of door de
foamverlengstukken. Plaats de viscerale beschermlaag zoals gewenst voordat u gaat knippen.
4. Breng de viscerale beschermlaag op maat door deze te vouwen of knippen zoals in de
volgende secties wordt beschreven.
De viscerale beschermlaag op maat vouwen
Afb. 3
1. Houd het wondverband bij de rand vast en til deze enigszins omhoog. Laat het wondverband
voorzichtig in de paracolische goot zakken terwijl u het met de andere hand voorzichtig
en gelijkmatig omlaag drukt (Afbeelding 3). Vouw het overtollige deel van de viscerale
beschermlaag omhoog en terug.
2. Plaats de viscerale beschermlaag tussen de buikwand en de interne organen (Afbeelding 4) in
het gehele abdominale compartiment. Alle ingewanden moeten volledig worden bedekt.
De viscerale beschermlaag op maat knippen
Folie (4)
A
Afb. 5
1. U kunt de viscerale beschermlaag op maat knippen door van de wond vandaan te knippen,
door het midden van de grote foamvierkanten. Gebruik hiervoor een steriele schaar
(Afbeelding 5A). Knip niet door de smalle lipjes tussen de grote foamvierkanten.
2. Pak de andere helft van het vierkante stuk foam en het smalle verbindingsstukje vast en
trek eraan. Het foam en het lipje komen dan los bij het volgende vierkant (Afbeelding 5B).
Hierdoor wordt gegarandeerd dat de randen van de viscerale beschermlaag de blootgelegde
foamrand afdekken (Afbeelding 5C) en het foam niet in contact kan komen met de organen
(zie WAARSCHUWING hierboven).
3. Noteer altijd het aantal verwijderde foamverlengstukken en leg vast dat elk stuk op de juiste
wijze is afgevoerd.
LET OP:
Knip of scheur het foam niet boven de wond, aangezien er stukjes in de wond kunnen
vallen. Schuur de randen van het foamverband glad om fragmenten en losse partikels die in de
wond kunnen vallen of in de wond kunnen achterblijven te verwijderen. Blijf hierbij uit de buurt van
de wond.
Afb. 4
B
C