Eindcontrole Voor Gebruik; Bediening Van De Takel - Tractel volt trac 250 Manual De Empleo Y De Mantenimiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 78
WAARSCHUWING
Als de takel niet werkt, is de fasevolgorde misschien
niet juist. Gelieve 2 fasen op het klemmenblok om te
keren (zie Fig. 11 / 12).
WAARSCHUWING
De balk moet worden voorzien van railstoppen om te
voorkomen dat de loopkat van de balk valt.
WAARSCHUWING
Een te versleten balkflens kan falen. Controleer de
flens regelmatig op slijtage en vervang de flens indien
deze versleten is.
WAARSCHUWING
De loopkat moet correct op de balk worden afgesteld om
te voorkomen dat de loopkat van de balk valt. Raadpleeg
de montagehandleiding van de fabrikant van de loopkat
en houd rekening met eventuele beperkingen, zoals de
straal van een bocht (Afb. 20), enz.
5� Eindcontrole voor gebruik
Smeer de lastketting licht in met olie, type SAE
120 of gelijkwaardig.
Bedien de takel zonder last om de ketting door
de takel te lopen en controleer of de ketting niet
gedraaid is.
De lasnaden op de schakels van de ketting moeten
altijd naar buiten gericht zijn ten opzichte van de as
van het kettingwiel. Zie Fig. 27.
Controleer of de bovenste en onderste elektrische
eindschakelaars correct werken.
Controleer of de hijsrem correct werkt door een last op
korte afstand van de vloer te hijsen en te controleren
of deze last niet zakt.
De lengte van de lastketting moet voldoende
zijn voor de hijshoogte.
De lengte van de bedieningspeer moet
voldoende zijn om de afstand tussen de takel en
de bedieningslocatie te overbruggen.
De bedieningspeer niet inkorten door er knopen
in te maken.
De lastketting moet in goede staat zijn en niet
gedraaid, met name voor de versies met twee
parten (zie fig. 13)
LET OP
Zorg ervoor dat de lastketting vrij is van
verdraaiingen, welke ontstaan zijn doordat
de lasthaak door de ketting is gerold.
Zodra een 2-parts takel is verankerd en de
onderste haak vrij hangt, wordt deze opnieuw
geïnspecteerd om er zeker van te zijn dat de
lasnaden van de ketting zijn uitgelijnd en er
geen verdraaiing meer is. (Zie Fig. 13)
5�1� Bediening van de takel
Behoud van een stevige stapositie bij de bediening
van de takel.
Controleer of de lading goed vastzit aan de lasthaak en
de veiligheidsklep goed gesloten is. Veiligheidskleppen
moeten in goede staat zijn om stroppen, kettingen,
enz. vast te houden tijdens onbelaste toestand.
Controleer bij het verplaatsen van een last of het niet
mogelijk is dat deze in aanraking komt met obstakels
in de omgeving.
De takel moet zich altijd direct boven de last bevinden
WAARSCHUWING
Het is verboden om onder een zwevende last
te staan of te passeren. Plaats indien nodig een
veiligheidsbarrière op de grond rond het hijsgebied.
Haak de last alleen los als deze zich op de grond of op
een voldoende sterke ondergrond bevindt.
Als de takel of de takel met loopkat zich abnormaal
gedraagt of verdachte geluiden maakt, moet de
gebruiker onmiddellijk stoppen en een bevoegd
persoon op de hoogte stellen.
Noodstopknop op de bedieningspeer. In geval
van bedieningsproblemen wordt een noodstop
gerealiseerd door eenvoudigweg op de rode knop op de
bedieningspeer te drukken. (Om het apparaat opnieuw
te starten moet de rode knop worden gedeactiveert door
de knop te draaien in de richting van de pijl op de knop.
Laat nooit toe dat een niet-gekwalificeerd persoon,
die deze instructies niet heeft gelezen, de takel of de
takel met een loopkat gebruikt. De besturingskabel is
voorzien van een stekker, die kan worden losgekoppeld
van de takel of loopkat om te voorkomen dat een
ongeschoolde persoon de takel of de takel met een
loopkat gebruikt.
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten worden
genomen bij werkzaamheden met de verschillende
takels of takels met loopkat.
De belasting moet goed uitgebalanceerd zijn.
NL
69

Publicidad

Tabla de contenido

Solución de problemas

loading

Este manual también es adecuado para:

Volt trac 500Volt trac 1000Volt trac 2000

Tabla de contenido