4.2
In- en uitschakelaar
Vóór het inschakelen erop letten,
dat het zaagblad vrij beweeglijk en
de
beweeglijke
gesloten is.
Aansluitleiding
wegvoeren.
Machine aan de hiervoor gedachte
handgrepen vasthouden.
Machine enkel inschakelen, als het
zaagblad geen contact met het
werkstuk heeft.
• Inschakelen: Eerst
inschakelblokkering
indrukken van de blokkeerknop 1 (afb. 1) ont-
grendelen. Daarna bij ingedrukte blokkeerknop
schakelaar 2 bedienen. Omdat het zich om een
schakelaar zonder blokkering handelt, draait de
machine enkel zo lang als deze schakelaardruk-
ker wordt bediend.
• Uitschakelen: Voor het uitschakelen de scha-
kelaar loslaten. Door de ingebouwde automati-
sche rem wordt de uitlooptijd van het zaagblad op
ca. 5 s beperkt. De inschakelblokkering wordt
automatisch weer actief en beveiligt de handcir-
kelzaag tegen een onopzettelijk inschakelen.
Inschakelprocessen veroorzaken korte spannings-
dalingen. Bij ongunstige netvoorwaarden kunnen
belemmeringen van andere toestellen optreden. Bij
netimpedanties kleiner dan 0,33 Ohm zijn geen storin-
gen te verwachten.
4.3
Instelling van de snijdiepte
De snijdiepte laat zich in een bereik
tussen 0 en 65 mm traploos instellen.
Hiervoor wordt op de volgende manier te werk
gegaan:
• Eerst wordt de klemhendel 11 (afb. 2) losge-
maakt.
• Met de invalhendel 6 kan nu de snijdiepte worden
gewijzigd.
• Ze kan op schaal 7 worden afgelezen. Als wijzer
dient hierbij de schuine kant van de hendel.
De snijdiepte dient steeds ca. 2 tot 5 mm groter te
worden gekozen dan de te snijdende materiaaldikte.
4.4
beschermkap
• Voor het schuinzetten de machine in uitgangspo-
naar
achteren
sitie brengen en zo steunen, dat het zaagaggre-
gaat kan worden gezwenkt.
• Vervolgens vleugelschroef 10 (afb. 2) losmaken
en het aggregaat op de gewenste, op het zwenk-
segment weergegeven hoek instellen.
• Vervolgens vleugelschroef 10 weer aantrekken.
4.5
door
• Eerst wordt de klemhendel 11 (afb. 2) losge-
maakt.
• De invalhendel 6 in de op schaal 7 met „-2"
gekenmerkte positie zetten.
• Beweeglijke beschermkap met geïntegreerde
greep 14 (afb. 3) geheel openen, zo dat de
machine op het te bewerkend werkstuk kan wor-
den gezet. Het zaagblad loopt nu vrij over het
materiaal en kan ten opzichte van de tekening
worden uitgericht.
• Drukt men de invalhendel 6 (afb. 2) naar beneden,
valt het zaagblad verticaal in het werkstuk in. Hierbij
is de invaldiepte aan schaal 7 af te lezen. Het spou-
wmes zwenkt bij het invalproces naar boven weg.
Zodra bij het voorwaartsbewegen van de machine
de spleet achter het zaagblad vrij wordt, keert het
spouwmes in zijn normale stand terug.
-50-
Instelling voor schuinsneden
Het zaagaggregaat laat zich voor
schuinsneden op iedere willekeurige
hoek van 0 tot 60 ° instellen.
Invalzagen
Terugslaggevaar bij invalzagen!
Vóór het invallen moet de machine
met de achterste kant van de
grondplaat aan een aan het werkstuk
veilig bevestigde aanslag worden
gelegd.
Bij het invallen de machine aan de
handgreep goed vasthouden en licht
naar voren schuiven!