7. Draai de vier bouten (TX25) vast met 5 Nm.
4.2 Elektrische installatie
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Schakel de voedingsspanning voor het product uit, moet inbegrip van de voedingsspanning voor de signaalrelais. Wacht ten
minste 5 minuten voordat u enige verbindingen tot stand brengt in de klemmenkast. U dient er zeker van te zijn dat de
voedingsspanning niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Controleer of de voedingsspanning en -frequentie overeenkomen met de waarden die op het typeplaatje vermeld staan.
Als de voedingskabel beschadigd is, dient deze door de fabrikant, haar servicepartner of door andere gekwalificeerde persoon
vervangen te worden.
De gebruiker of de installateur is verantwoordelijk voor correcte aarding en bescherming in overeenstemming met de lokale
richtlijnen.
Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
4.2.1 Bescherming tegen elektrische schok, indirect contact
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Verbind het product met een aardleiding en bescherm deze tegen indirect contact in overeenstemming met de lokale
regelgeving.
Aarddraden dienen altijd een geel en groene (PE) of geel, groen en blauwe (PEN) kleur te hebben.
4.2.2 Overspanningsbeveiliging
Het product is beveiligd tegen netspanningspieken in overeenstemming met EN 61800-3.
4.2.3 Motorbeveiliging
Het product beschikt over thermische beveiliging tegen langzame overbelasting en blokkering. Er is geen externe motorbeveiliging nodig.
4.2.4 Een externe schakelaar aansluiten
Wij adviseren u het product aan te sluiten op een externe schakelaar.
1. Sluit de schakelaar aan via de klemmen 2 (DI1) en 6 (GND).
2. Schakel de functie Externe stop in.
Gerelateerde informatie
4.2.7.1 Basismodel functionele module, FM 100
4.2.7.2 Standaard functionele module, FM 200
4.2.7.3 Geavanceerde functionele module, FM 300
6.8 "Digitale ingangen"
357