Sensorfunctie/gemeten parameter
Vloeistoftemp.
Temperatuur 1
Temperatuur 2
Omgevingstemp.
Meetbereik
-50 tot +204 °C
6.8 "Digitale ingangen"
De beschikbare ingangen en uitgangen zijn afhankelijk van de functionele module die in de motor is aangebracht.
Functionele module
FM 100 (basis)
FM 200 (standaard)
FM 300 (geavanceerd)
U kunt de ingang instellen door de onderstaande instellingen uit te voeren:
Functie
U kunt de ingangen instellen op de volgende functies:
•
Niet actief
Ingesteld op Niet actief heeft de ingang geen functie.
•
Ext. stop
Wanneer de ingang is gedeactiveerd, open kringloop, wordt de motor uitgeschakeld.
•
Min. (minimaal toerental)
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de motor met het ingestelde minimale toerental.
•
Max. (maximaal toerental)
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de motor met het ingestelde maximale toerental.
•
Door gebruiker gedefinieerd toerental
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de motor met het door de gebruiker ingestelde toerental.
•
Externe storing
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een timer gestart. Als de ingang meer dan 5 seconden wordt geactiveerd, wordt de motor
uitgeschakeld en wordt er een storingsmelding gegeven. De functie is afhankelijk van invoer vanuit externe apparatuur.
•
Alarm resetten
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een eventuele storingsmelding gereset.
•
Droogloop
Wanneer deze functie wordt gekozen, dan kan te lage inlaatdruk of watertekort (drooglopen) worden gedetecteerd. Wanneer dit gebeurt,
wordt de pomp uitgeschakeld. De pomp kan niet herstarten zolang de ingang geactiveerd is. Hiervoor is het gebruik van toebehoren nodig,
zoals:
- een drukschakelaar die is geïnstalleerd aan de inlaatzijde van de pomp
- een vlotterschakelaar die is geïnstalleerd aan de inlaatzijde van de pomp.
•
Totaal debiet
Wanneer deze functie wordt geselecteerd, dan kan het geaccumuleerde debiet worden geregistreerd. Hiervoor is een debietmeter nodig
die een feedbacksignaal kan geven als een puls per gedefinieerd watervolume.
•
Draairicht. omkeren
Met deze functie wordt de draairichting van de motor omgekeerd.
•
Voorgedefinieerd setpoint 1
De functie geldt alleen voor digitale ingang 2.
Wanneer u digitale ingangen instelt als voorgedefinieerd setpoint, werkt de pomp volgens een setpoint dat is gebaseerd op de combinatie
van de geactiveerde digitale ingangen.
•
Uitvoer activeren
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de gerelateerde digitale uitgang geactiveerd. Dit gebeurt zonder wijzigingen in het
pompbedrijf.
•
Lokale motorstop
Als de functie is geselecteerd, wordt de instelling van de desbetreffende motor in een systeem met meerdere motor stopgezet zonder dat
dit gevolgen heeft voor de capaciteit van de andere motoren in het systeem.
De prioriteit van de geselecteerde functies is onderling afhankelijk.
Een uitschakelopdracht heeft altijd de hoogste prioriteit.
386
Digitale ingang 1
(Klemmen 2, GND)
•
•
•
Pos.
1
2
3
Niet getoond
Digitale ingang 2
(Klemmen 1, GND)
-
-
•